Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De Kwakstralen


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 99 (1e druk: 1969)
Voor het eerst in album verschenen in 1963

De Kwakstralen Op 14 juli 1962 begon het nieuwe Suske en Wiske-verhaal De Kwakstralen in De Standaard met de aankondiging. De voorpublicatie begon twee dagen later op 16 juli 1962 en eindigde op 20 november 1962.
De eerste albumuitgave van dit verhaal verscheen in 1963.

België beleefde in die tijd een roerige periode, uitgelokt door de eeuwigdurende taalstrijd tussen de Franstalige Walen en de Nederlandstalige (Oeps!!! Pardon! Vlaamstalige) Vlamingen. De Vlamingen voelden zich in veel opzichten door de Franstaligen slecht behandeld. Ze zagen zich als mensen tweede klasse en verlangden een vastlegging van de taalgrens en een evenredige volksvertegenwoording in het Belgische parlament. In oktober 1962 ontlaaiden de spanningen zich in een tweede Vlaamse Mars op Brussel. Deze Mars bracht 60.000 Vlamingen op de been die richting Brussel liepen om te betogen. Bij deze betoging ontstonden ook vechtpartijen met Franstalige tegenbetogers.
Weliswaar werd de taalgrens vastgelegd en zijn er nu genoeg Vlaamse volksvertegenwoordigers in het parlament, maar wie als buitenstaander naar België reist zal duidelijk de antipathie merken die er tussen Walen en Vlamingen bestaat. De rollen hebben zich trouwens sinds het verschijnen van dit verhaal omgedraaid. De vroeger in die tijd zo goed florerende Waalse economie is op het moment stagnerend, terwijl de Vlaamse economie op hoge toeren draait. Het heeft weer tot gevolg dat de nijd weer groot wordt en de spanningen tussen deze twee groeperingen zullen beslist binnenkort weer hoog oplaaien.
Willy Vandersteen was een Vlaming in hart en ziel. Zodoende haalt hij hier in dit verhaal fel uit tegen de Franstaligen.

Als men het verhaal goed doorleest en zich ook goed in die tijd kan inleeft ontdekt men ook subtiele verwijzingen naar het conflict tussen oost en west, het communisme tegen het kapitalisme, oftewel de Koude Oorlog. Die laaide fel op in oktober 1962 met de Cuba-crisis. Door het goede pokerspel van de Amerikaamse president John F. Kennedy (* 1917 - +1963) tegen zijn Russische rivaal Nikita Chroesjtsjov (*1894 - +1971) werd een nucleaire oorlog en daarmee de Derde Wereldoorlog op het nippertje afgewend.

De bewoners van Kwakurnus In haar 60-jarig bestaan heeft de Suske en Wiske-reeks vele buitenaardse wezens gekend. Het begon met een klassieker uit de blauwe reeks: De gezanten van Mars uit het jaar 1955, waarin een in duikerspak gehuld klein mannetje onze vrienden helpt bandieten te ontmaskeren die in vliegende schotels rondvliegen. Onze vrienden denken dat ze bij dit mannetje steeds met een buurjongetje, genaamd Tonin, te doen hebben. De waarheid is echter anders.
De tweede maal dat onze vrienden kennis maken met buitenaardse wezens is hier in De Kwakstralen met Pamora, Mamora en hun kroost. "Hé, dat is niet waar! De wolkeneters zijn er ook nog!" hoor ik nu velen zeggen. Echter... het verhaal speelt zich weliswaar in het oneindige heelal af, maar de scheppers van de robots zijn mensen van Aardse oorsprong en zodoende zijn de robots niet van buitenaardse oorsprong.
Toch zouden Suske en Wiske met hun vrienden nog talloze malen wezens of gezanten van buitenaardse oorsprong ontdekken, bijvoorbeeld in Het zoemende ei, De dromendiefstal, De Minilotten van Kokonera, De amoureuze Amazone, De pompenplanters, De kwaaie Kwieten, De stervende ster, Het Grote Gat en De bonte bollen. Och ja! Er bestaat nog de Oud-Griekse Beschaving op de achterkant van de maan (zie De mottenvanger), maar laten we eerlijk zijn, echt buitenaards is die beschaving ook niet en vandaar ik reken ik ze niet tot de buitenaardsen!

Tegen het einde van het verhaal zijn onze vrienden in Madurodam. Een met veel liefde gebouwde miniatuurstad waarin vele bezienswaardigheden van Nederland zijn nagebouwd in het klein. Zij werd gesticht ten voordele van Het Nederlands-Studenten Sanatorium en ligt tussen Den Haag en Scheveningen. Jaarlijks wordt Madurodam bezocht door meer dan een miljoen toeristen.

Samenvatting

Door een ongeluk maakt Lambik het telegeleide vliegtuig van Suske stuk. Lambik besluit hierop een spiksplinternieuwe voor Suske te gaan kopen in een speelgoedwinkel in de stad. Suske en Wiske met het vliegtuig Tijdens de rit horen ze op de radio vreemd nieuws. Schijnbaar werd er in het luchtruim boven België een vliegende tros van metalen bollen waargenomen.
Onze vrienden luisteren niet meer verder naar het bericht en gaan de speelgoedwinkel in. Terwijl Suske naar een geschikt vliegtuig begint te zoeken gebeurt er iets vreemds bij de etalage. De ruit van de etalage is plots in diggelen en meteen daarna weer heel!
Intussen zoekt Suske verder en vindt een soort miniatuurstraaljager onder de toonbank. Voor Suske is dit vliegtuig liefde op het eerste gezicht en hij wil het meteen hebben. De verkoopster, verbaasd over de aanwezigheid van het straaljagertje, gaat ermee naar de baas. Zelfs de baas weet niet waar het straaljagertje vandaan komt en raadt de verkoopster aan het te verkopen als nieuw model tegen de hoogste prijs.
Zielsgelukkig en tevreden slaapt Suske die nacht in, maar wordt plotseling uit het dromenland gewekt door het plotseling wegvliegende straaljagertje. Het boort zich door de ruit heen en verdwijnt. Suske roept om hulp. Het duurt niet lang en Sidonia en Wiske stormen Suskes kamer in. Sidonia kijkt door de ruit en ziet nog een laatste glimp van het vliegtuigje.

De dag er na krijgt Lambik de nachtelijke gebeurtenissen in geuren en kleuren verteld, maar ook hij heeft er geen verklaring voor. Om Suske te troosten over het verlies nodigt hij de kinderen uit voor een bezoek bij een vliegtuigvereniging. Lambik en Jerom zijn namelijk leden van die vereniging. Op het vliegveld is er echter maar één thema aan de orde van de dag; nl. de geheimzinnige vliegende tros. Het vreemde vliegende voorwerp is volgens verslaggevers een bedreiging voor het vliegverkeer.
Ondertussen landt Jerom met zijn vliegtuig en brengt het letterlijk naar de hangar, want hij vertrouwt die zaak met die vliegende tros ook niet. Lambik ergert zich over het voorzichtige gedrag van Jerom en besluit zelf te vliegen om zijn belofte na te komen.
De vliegende tros Na een tijd te hebben gevlogen sputtert de motor en Lambik landt in een weide. Hij gaat weg om gereedschap te halen, want volgens hem is er iets mis met de motor, en laat de twee kinderen achter bij het vliegtuig. Wiske ziet plotseling Suskes straaljagertje voorbijvliegen. Zonder na te denken vliegen de kinderen het straaljagertje achterna met het defecte vliegtuig van Lambik. Na een wilde achtervolging zien ze plots de metalen tros uit de wolken opdoemen. Het straaljagertje maakt een sierlijke boog en verdwijnt in de tros. Het mysterieuze vliegende voorwerp verdwijnt hierna. Suske wil er achter aan, maar de motor valt stil. Het vliegtuig valt als en baksteen naar beneden. Suske weet het toestel zodanig te maneuvreren dat het eigenlijk zacht zou kunnen landen, maar een muur haalt een streep door de rekening. De kinderen dreigen er tegen aan te vliegen. Boven in de tros merkt men dit en met een ongekende snelheid vliegt plots het straaljagertje naast de kinderen en maakt een bres in de muur. De kinderen landen met het kapotte toestel en zien nog hoe het straaljagertje met een straal de muur weer in orde brengt en wegvliegt.
Lambik is ontstemd over het roekeloze gedrag van de kinderen en gelooft hun belevenissen niet. Hij ziet hun verhaal als een uitvlucht en laat de kinderen voor straf naar huis lopen.
Op het vliegveld vertelt de kwade Lambik zijn relaas aan de andere leden van de club en met wat voor een uitvlucht de kinderen zijn aangekomen. Jerom houdt de tros niet voor flauwekul want hij heeft het gevaarte zelf gezien. Een vreemde snuiter met bril en hoed luistert de discussie stilletjes aan en gaat hierna naar een openbare telefoon. Hij neemt er contact op met G.O. en K.A. en wil er praten over wat hij gehoord heeft van de tros en de stralen van het straaljagertje.

Suske en Wiske in Madurodam Thuis aangekomen krijgen de twee kinderen ook van Sidonia de wind van voren. Wiske kijkt terloops door het raam en ziet tot haar verbazing de tros dicht in de buurt landen. Wiske meldt dit aan Sidonia en die voelt zich door Wiske weer voor de gek gehouden en besluit dat de kinderen als straf tien dagen binnen moeten blijven. Hierna gaat ze woedend naar buiten, loopt tegen een boom aan en ziet sterretjes en ook de landende tros, maar zij meent, dat het door de smak tegen die boom komt.
Niet lang daarna vinden de twee kinderen de tros. De tros wordt bestuurd door dwergachtige buitenaardse wezens, Pamora en Mamora. Zij hebben tevens hun kroost meegenomen, de Bebamoras. Het duurt natuurlijk ook niet lang totdat ze belaagd worden door de ongure bandieten van G.O. en K.A. Die willen namelijk het geheim van de straal leren kennen om er grof geld mee te verdienen. Onze vrienden nemen de strijd op tegen de bandieten en uiteindelijk komt het tot een showdown in het Nederlandse recreatiepark Madurodam. Onze vrienden overwinnen en de kleine bewoners van de planeet Kwakurnus verlaten in de tros onze planeet.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'