Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De dromendiefstal


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 102 (1e druk: 1970)

De dromendiefstal De aankondiging van De dromendiefstal verscheen in De Standaard op dinsdag 3 juni 1969. De dag er na, woensdag 4 juni 1969, begon de voorpublicatie van het nieuwe verhaal die eindigde op 10 oktober 1969. In januari 1970 verscheen het verhaal als eerste druk in boekvorm.

Dit verhaal bedient zich van drie thema's: Dromen, buitenaardsen en een ten onder gegane beschaving!

Telkens als een mens slaapt rust hij uit van de lichamelijke en geestelijke inspanningen van de dagen tevoren. In zijn slaap verwerkt een mens ook psychische problemen die ontstaan zijn bij het werk, familie en omgeving. Die problemen, die door dromen verwerkt worden, gaan soms terug tot verwikkelingen die zijn ontstaan in de kindertijd van de betreffende persoon. De betreffende persoon verwerkt het gebeuren tot een droom om zich er geestelijk niet verder mee te belasten. Zodoende hebben dromen een beschermende functie om het lichaam te ontlasten. Alleen een gezond lichaam kan functioneren door een gezonde geest!!! Wie zich dit niet kan voorstellen, moet zich maar eens herinneren aan een nacht waarin hij niet goed geslapen heeft! De dag er na voelt hij zich moe en slap! Natuurlijk kunnen personen ook ziek zijn door allerlei omstandigheden en daardoor is hun slaap, en daarmee bescherming tegen het leven van alledag gestoord.
Om deze mensen te kunnen genezen is de psychologie ontstaan en als onderdeel hiervan de droomontleding! Een sterk stukje droomontleding in de Europese stripgeschiedenis kunnen we reeds zien in het begin van het Suske en Wiske-verhaal De bokkerijders. Een verhaal uit het begin van deze fameuze reeks.
De moderne droomontleding vindt haar oorsprong bij de baanbrekende ontdekkingen op dit gebied door de Oostenrijker Dr. Sigmund Freud (*1856 - +1939). Deze man ging er van uit dat dromen hun oorsprong hebben in het onbewuste en van hieruit legt de menselijke geest, oftewel het bewustzijn, het probleem terzijde om de ziel te reinigen. Tevens kwam hij tot de conclusie dat elk mens vanaf zijn kindertijd een Oedipuscomplex ontwikkelt. (De persoon Oedipus stamt uit de Oud-Griekse sagen en mythen-wereld en is een man geweest die door onwetendheid bij zijn eigen moeder een kind verwekt heeft.) Ieder kind ontwikkelt gevoelens tegenover de ouder van het andere geslacht en ziet in de ouder met hetzelfde geslacht een concurrent om de gunst en de liefde van de andere ouder.
Sigmund Freud was ook een van de eerste psychologen met een eigen psychoanalytische methode van behandeling. Deze baanbrekende behandeling was een revelatie in het jaar 1896. Bij zijn behandeling van hysterische aandoeningen gebruikte hij, in plaats van wat toendertijd gebruikelijk was, hallucinatie en hypnose zijn eigen nieuwe methodes van droomontleding en associatie. Het had tot gevolg dat personen hun eigen diep verstopte en meestal uit de kindheid stammende psychische emoties lieten gaan.
Belangrijke literatuur van hem omtrent de droomontleding zijn o.a. "Traumdeutung" uit het jaar 1900 en ook "Totem und Tabu" uit het jaar 1913.
Uit angst voor de dreiging der Nazi's en het regime van Adolf Hitler (*1889 - +1945) emigreerde hij in 1938 naar Londen in Groot-Brittannië.
Een andere belangrijke vertegenwoordiger van de moderne droomontleding is de leerling van Dr. Sigmund Freud geweest, nl. professor Carl Gustav Jung (*1875 - +1961). In tegenstelling tot zijn mentor ging hij er van uit dat de sexualiteit niet de enige en centrale drijfveer van de menselijke ziel is. Hij ging er van uit dat de samenwerking van denken, voelen, emoties en intuïtie de mensen tot persoonlijkheden laat worden en dat ook daar de oorzaken van psychische stoornissen te zoeken zijn. Dit veroorzaakt volgens hem een tweedeling van persoonlijkheden, nl de extroverte en de introverte types. Zie hiervoor zijn werk: "Psychologische Typen" uit het jaar 1921. Dit werk en nog enkele andere, zoals "Über psychische Energetik und das Wesen der Träume" uit het jaar 1928 waren revolutionair en zijn ook heden ten dage standaard voor de moderne droomontleding.
REM! In 1957 werd door de Amerikaan dr. Nathaniel Kleitman (*1895 - +1999) het droomgebeuren onderzocht en hij kwam tot resultaten die nu nog geldig zijn voor onze wetenschappers. Hij ontdekte dat we per nacht namelijk in drie verschillende fasen slapen en dat vier á vijf keer per nacht.

De gegevens, die hierbij uitkwamen gebruikte Willy Vandersteen voor dit verhaal om dit alles plausibel voor de lezer te laten overkomen. Er slopen echter ongemerkt een paar fouten binnen, waar bv. Jerom de verschillende fasen van de slaap verklaart! Hij legt uit, dat in fase twee de slaper met de ogen begint te rollen. Professor Barabas geeft hem gelijk, maar verklaart meteen daarop dat in fase drie de R.E.M. pas begint!

Interessant voor de filmhistorische lezers onder ons zijn de eigenlijke en ook visuele droomontledingen van tante Sidonia.
In strook 44 droomt ze : "Wie roept daar... Funny girl Sidonia Strafsand?.." om vervolgens verder te gaan met "O, het is Omar Sherrif en hij..." en dan wordt ze tegen het einde van de strook desillusioneert abrupt wakker met : "Joep! Droom weg!.. en?. Had ik nu het raam opengelaten?".
Vele vrouwen waren einde jaren 60 weg van de romantische film "Funny girl" met in de hoofdrollen de Egyptenaar Omar Sharif (*1932) en de Amerikaanse van Joodse oorsprong Barbra Streisand (*1942). (Een bewijs, weliswaar maar op het witte doek, dat verstandhoudingen tussen moslims en joden plaats kunnen vinden!!!)
Wiske droomt Terwijl Suske droomt van spacemonsters droomt Wiske dat ze in een avondjurk staat te zingen als de chansonnière Wisbeth List. Natuurlijk bedoelt Willy Vandersteen hiermee de Nederlandse chansonnière Liesbeth List (*1941).
Kort daarna droomt Sidonia van een zekere Soames Forsyte en dat is duidelijk afgeleid van de Britse tv-serie The Forsyte saga, die eind jaren 60/ begin jaren 70 enorm populair was.

In dit verhaal duiken ook buitenaardse wezens op, nl. de Etwoils, die dromen nodig hebben voor het overleven van hun planeet. Al eerder waren er buitenaardse wezens bij de Suske en Wiske-verhalen aanwezig. Denken we toch terug aan het vriendelijke mannetje in het duikerspak in De gezanten van Mars, aan de wezentjes van het verhaal De Kwakstralen en aan de buitenaardse robot uit Het zoemende ei.
Dit keer zijn de buitenaardsen iets agressiever van aard; ze willen koste wat het kost de dromen van ons aardbewoners hebben!

In het jaar 1860 ontdekte de Fransman Henri Mouhot (*1826 - +1861) de ruïnes van Angkor Vat in de Cambodiaanse jungle. Bij zijn onderzoekingen naar de herkomst van deze bouwwerken stootte de natuurkundige op het zwijgen van de inheemse bevolking. Sterker nog, niemand van de bevolking wist van het bestaan van de ruïnes af. Veel heeft Mouhot ook niet kunnen achterhalen, want niet lang daarna stierf hij aan malaria.
Eerst vele jaren later hebben wetenschappers aan hand van de in steen gehouwen teksten de geschiedenis van dit reusachtige bouwval kunnen achterhalen. Zeker is dat de volksstam der Khmers (oorspronkelijk afkomstig uit de Kaukasus) deze stad gebouwd hebben onder leiding van koning Suryavarman II. Deze zag zich als beschermeling van hun zonnegod Vishnu. Hij orderde dat de stad zo aangelegd moet worden als een precieze kopie van het hemelse firmament, maar dan in aardse afmetingen.
De Rode ridder: De val van Angkor Tegen het einde van de 14e eeuw werd dit machtige bouwwerk door een leger van Thais vernietigd. De verslagen Khmers gaven hierop de stad op en vertrokken uit deze landstreek. Binnen korte tijd overwoekerde de plaatselijk flora dit bouwwerk en de inheemsen vergaten meer en meer dat vroeger bij hun in de buurt de Khmers heersten.
Ook nu nog geloven vele inheemsen dat deze ruïne een werk van goden moet zijn en niet door mensen gebouwd!

Dit reusachtige bouwwerk heeft niet alleen in dit verhaal van Willy Vandersteen een rol gespeeld, maar ook in een andere reeks van dezelfde auteur, namelijk in De val van Angkor uit de Rode ridder-reeks.

Samenvatting

Lambik komt terug van een reis door Cambodja. Met een raadselachtige glimlach op zijn gelaat wordt hij door zijn vrienden op de luchthaven verwelkomd. Op de terugweg is hij niet zeer spraakzaam wat onze vrienden zeer irriteert en ook heeft hij een tas bij zich, waarvan hij de inhoud niet prijs wil geven.
Lambik probeert de tas voor onze vrienden verborgen te houden, maar een straathond weet hem de tas te ontfutselen en rent er mee weg. Lambik holt als een bezetene de hond achterna en let niet op het verkeer. Hij krijgt de tas weer te pakken, maar wordt door een auto aangereden en belandt hierdoor in het ziekenhuis.
Weldra komen Suske, Wiske en Jerom Lambik bezoeken in het ziekenhuis. Wiske vraagt naar de tas en Lambik zegt hierop dat hij de tas weg heeft gegooid. Alles was maar en grap en hij wilde hun met de tas foppen. Ondertussen heeft Jerom het meegebrachte fruit opgepeuzeld en onze vrienden verlaten nu het ziekenhuis. Ze beloven terug te keren met nieuw fruit. Sarcastisch geeft Lambik hierop een antwoord dat voor Jerom bedoeld is.
Tijdens de rit naar huis gedraagt Jerom zich agressief en ongeconcentreerd. Thuis aangekomen gedraagt Sidonia zich net zo en ook zij is uiterst ongeconcentreerd in haar doen en laten. Suske vindt het maar vreemd dat iedereen zo prikkelbaar is en gaat er mee naar Wiske. Het duurt niet lang en de argeloze Suske krijgt op zijn donder van Wiske.
's Avonds gaat Suske naar bed en begint zalig te dromen. Plots verdwijnt zijn droom en merkt hij een hevige tocht. Verbaasd sluit hij het venster, want hij was ervan overtuigd het raam van tevoren gesloten te hebben.
'ss Morgens blijkt weer dat iedereen zich niet kan concentreren.

Tijdens het volgende bezoek aan Lambik vertelt Sidonia van de vreemde gebeurtenissen. Lambik heeft hierop een antwoord: "...Gebrek aan R.E.M., anders niet!” Sidonia wil een nadere verklaring, maar Lambik reageert nogal heftig met als redenering, dat hij rust nodig heeft en minstens een maand lang geen bezoek meer mag ontvangen!
Sidonia rijdt naar huis en ondertussen luisteren ze naar de radio. De verslaggever weet te melden over toenemende geïrriteerdheid bij vele patiënten en dat er een niet geïdentificeerd vliegend voorwerp boven België gesignaleerd werd.
Niet lang daarna raken Sidonia en de kinderen door de onverklaarbare prikkelbaarheid in het water. Suske en Wiske besluiten naar huis te lopen en zien het vliegende lichtverschijnsel. Ze lichten Jerom in en gaan daarna naar huis.
Sidonia heeft ondertussen ook de weg naar huis gevonden en krijgt nog juist mee hoe ze op de radio melden dat een eskader straalvliegtuigen zonder succes jacht gemaakt heeft op het vliegende verschijnsel.
Suske achtervolgt Hypnos De tijd verstrijkt en de geïrriteerdheid bij de mensen onderling neemt steeds meer en meer toe. Op een dag is het weer zover en Suske houdt het in huis niet meer uit door de onderlinge ruzie. Hij loopt door de tuin en ziet plotseling een zonderlinge gedaante, gekleed in een wit gewaad en met een masker met vleugels. Suske achtervolgt de geheimzinnige gestalte, maar die weet Suske te verschalken door hem in een ton op te sluiten. Eerst uren later weet Suske zich te bevrijden en de geheimzinnige vogel is natuurlijk gevlogen. Suske vertelt zijn wedervaren aan zijn vrienden, maar die weten er ook geen fatsoenlijk antwoord er op. Erger nog, ze beginnen weer te kibbelen onder elkaar. Suske gaat wwer weg en vindt bij de voordeur drie brieven, die geadresseerd zijn aan elk van hun. Wiske vindt dat vreemd, want 's avonds gaat de postbode nooit rond. Ze openen elk hun brief en vinden tot hun verbazing enkel een wit vel papier met een vreemd geurtje.
Hierop gaan ze naar bed en hebben alledrie prachtige dromen. Suske en Sidonia worden echter plotseling weer wakker door geopende ramen.
De volgende morgen is iedereen na lange tijd weer goedgeluimd. Lambik belt op en vraagt hoe het hun gaat, of ze weer goede zin hebben en of er niets anders gebeurd is. Sidonia meldt, dat er weer plots ramen op onverklaarbare wijze tijdens hun slaap openstonden. Lambik reageert hierop vreemd en hangt op.
Suske en Wiske gaan Jerom bezoeken en ook hij is weer goedgeluimd. Jerom heeft namelijk ook een blanco brief gekregen en heeft hierna geslapen als een baksteen. Wiske vertelt Jerom, wat er sindsdien bij hun gebeurd is. Jerom laat hierop een vreemde sandalenafdruk aan de voordeur zien. Suske betwijfelt, dat dit een afdruk van een ruimtewezen zou zijn. Wiske flitst het huis van Jerom in en komt met een sandaal naar buiten. De sandaal wordt op de afdruk gelegd en past als gegoten, maar... de sandaal is van Lambik!
Suske lacht zich te pletter, maar Wiske laat zich niet van de wijs brengen en stelt de vraag: "Ligt Lambik nog steeds in het ziekenhuis?".
Ze belt naar het ziekenhuis en krijgt te horen dat de patiënt niet gestoord mag worden.

Buiten gebeuren ongelukken door een persoon, die nogal luidruchtig REM schreeuwt. Die persoon is niemand anders als professor Barabas. Suske en Wiske begeleiden de professor het huis in waar hij verklaart dat, gepaard met het vreemde lichtverschijnsel, de mensen een gebrek aan R.E.M. hebben. Dit is voor Wiske teveel en zij gaat nu samen met Suske naar het ziekenhuis om er achter te komen wat Lambik van de zaak weet. In het ziekenhuis horen ze echter dat hij al lang vertrokken is. Bij het doorzoeken van zijn ziekenkamer ontdekken de kinderen een bandrecorder verbonden met zijn telefoon. Zodoende kregen ze steeds de melding dat de patiënt geen bezoek mocht ontvangen. Suske en Wiske waarschuwen tante Sidonia over hun ontdekking en die vindt dat maar een hele flauwe grap. Suske en Wiske besluiten bij Jerom te gaan logeren en dat is voor tante de gelegenheid eens te vroeg onder de wol te kruipen. Tot haar grote verbazing vindt ze op haar bed weer zo een blanco brief. Nauwelijks is ze in bed en dan begint ze zalig te dromen. Zachtjes gaat bij haar in de slaapkamer het raam open en haar droom verdwijnt in het holst van de nacht.

Door een advertentie in de krant komen onze vrienden op het spoor van de geheimzinnige met het gevleugelde masker. Hij noemt zich Hypnos, genoemd naar de Oud-Griekse godheid van de slaap. Tante ontvangt een brief van deze Hypnos, leest de blanco brief en legt zich onder toezicht van professor Barabas en zijn wetenschappelijk apparatuur te slapen. Op het beeldscherm volgen Barabas en Jerom de slaap van Sidonia. Op het einde droomt Sidonia van Lambik. Hoe kent Hypnos Lambik?
Natuurlijk is Hypnos niemand anders als Lambik!
De bewoners van Etwoil Lambik verklaart zijn vrienden dat hij tijdens een bezoek bij de ruïnes van Angkor Vat Javara, een oude tovenaar, het leven redde. De oude man is samen met nog enkele bewakers een van de laatste nazaten der Khmers. Zij houden samen de oude cultus in ere. Tevens is de oude man helderziende en voorspelde dat de Westerse samenleving iets ergs zou overkomen. De voorspelling is uitgekomen want wezens van de planeet Etwoil zijn naar de Aarde gekomen om dromen te stelen.
Lambik vroeg de oude tovenaar, wat hij er tegen kon doen en die gaf hem uit een geheime kwekerij in de ruines van Angkor Vat giftige paddestoelen mee. In gemalen vorm, als onzichtbare inkt, zou hij ons westerlingen ermee kunnen helpen. Veel paddestoelen bezit Lambik echter niet meer en onze vrienden besluiten in de Gyronef naar de ruïnes van Angkor Vat in Cambodja te vliegen. In Ankor Vat aangekomen binden onze vrienden de strijd aan met plaatselijke junglebewoners en met de nazaten der Khmers. Want Javara, de oude tovenaar, is inmiddels overleden en de nieuwe tovenaar duldt geen pottenkijkers. Tot overmaat van ramp landt het ruimtevaartuig der Etwoils niet ver van onze vrienden en ook zij willen de begeerde paddestoelen.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'