Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De lachende wolf


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 148 (1e druk: 1974)
Voor het eerst in album verschenen in 1953

De lachende wolf Na het einde van De sterrenplukkers verscheen in De Standaard op 18 juli 1952 een aankondigsplaat met het nieuwe avontuur. De dag erna begon de voorpublikatie in de krant die zou duren tot 25 november 1952. De eerste albumuitgave was dan in 1953.

Samenvatting

Op een dag krijgt tante Sidonia een ijskastje met een aangetekende brief uit Alaska met de post naar huis gestuurd. De brief is van een neef van haar die in Alaska woont. Hij heet Rosse John en heeft daar een bonthandel. Rosse John wil dat Sidonia zijn bonthandel voor niks overneemt. Sidonia laat zich dat geen tweede keer zeggen en pakt meteen de koffers om met het vliegtuig naar Alaska te vliegen.
Niet lang daarna vinden we Sidonia goedgeluimd in een nederzetting van pelsjagers, compleet uitgerust voor de tocht naar de blokhut van haar neef Rosse John. Ze vraagt een Indiaan of hij haar voor wat vuurwater wil begeleiden naar de blokhut. Nu beginnen de geheimzinnigheden eerst goed, want de Indiaan weigert omdat het daar niet pluis is.
Ten einde raad gaat Sidonia alleen op weg door de gevaarlijke arctische wildernis. Na een lange tijd ziet ze hoe een lynx en een wolvin om het leven vechten. Sidonia maakt er korte metten mee en schiet ze beide overhoop. De wolvin sleept zich met haar laatste krachten naar haar hol om te sterven. De nieuwsgierige Sidonia wil het hol onderzoeken en plots maakt haar neus kennis met een bijtgraag klein wolfje. Schuldbewust bindt Sidonia het wolfje tussen haar sledehonden om voor hem te kunnen zorgen.
Na een lange tocht bereikt ze eindelijk Blokhut 17, het verblijf van haar neef Rosse John. Ze ontdekt tot haar ontzetting een graf voor de blokhut. Het graf is van Rosse John!
Ze gaat via het raam de blokhut in en maakt er kennis met Big Snowbel, de Indiaanse huishoudster van Rosse John. Het blijkt dat Rosse John met honger gestorven is want hij keert steeds terug als geest om in de blokhut een bord soep te eten. Dit is teveel voor Sidonia´s zenuwen en ze besluit Lambik en de kinderen om hulp te vragen.

Enige tijd later arriveert een ijskastje per schip in Antwerpen. Lambik wordt door de post verwittigd dat er een brief aangekomen is. Kortaf zegt hij dat de brief maar onder de deur moet worden geschoven. Dit gebeurt even later ook prompt, want een hevig gekraak schrikt onze vrienden op. Ze rennen naar de voordeur, die door het ijskastje kapot is gegaan.
Ze vinden de brief van de angstige Sidonia, die om hulp vraagt en niet lang daarna zitten ze in een vliegtuig met bestemming Alaska.
Eenmaal in het Noordland aangekomen stapelen de geheimzinnigheden zich op. In een nederzetting ervaren ze dat de Indianen niet meer willen jagen en tijdens de tocht naar Blokhut 17 vinden ze een "Mountie" als een brug bevroren over de afgrond. Ze ontdooien de man en hij heeft het over een geheimzinnige kariboedoder. Kariboes zijn Amerikaanse rendieren en verschillen slechts in details van hun Europese soortgenoten. De kariboedoder doodt deze dieren "just for fun".
Mc Hunter, de Mountie, nu ontdooid, helpt onze vrienden een brug te bouwen over de afgrond om verder naar de blokhut te kunnen reizen. Aan de andere kant van de afgrond aangekomen lopen ze in een hinderlaag van de mysterieuze kariboestroper. Mc Hunter raakt hierbij door een geweerschot in zijn bovenarm gewond. Onze vrienden brengen hem naar een verlaten blokhut en Lambik besluit hem te verzorgen totdat hij beter is.
Suske en Wiske worden belegerd door de wolven Ondertussen gaan Suske en Wiske verder op zoek naar Blokhut 17 om er tante Sidonia te treffen. Tijdens de tocht worden ze opgemerkt door een horde wolven die naarmate de honger stijgt steeds dichter in de buurt van de twee kinderen komt. Een eerste aanval wordt door Suske afgeweerd.
Als de nacht begint te vallen, maakt Suske een groot kampvuur om de hongerige dieren op afstand te houden. De eersten die er aan moeten aan zijn de sledehonden. De wolven komen steeds dichter bij het kamp terwijl de twee kinderen van vermoeidheid steeds slaperiger worden. Stilaan beginnen de beschermende kampvuren te doven en de wolven willen ten aanval over gaan, als plotseling een donkere gestalte aan de bosrand hen op vlucht doet slaan.
Suske wordt onmiddelijk wakker om te kijken wie degene is. Als antwoord suist een bijl met een briefje richting kamp en klieft in het hout van het provisorische bivak van de twee kinderen. De geheimzinnige gestalte vlucht hierop. Het briefje is van de kariboedoder en waarschuwt onze vrienden ervoor verder naar Blokhut 17 te reizen. Als ze het toch doen, zal de dood hen vinden.
Suske wil meteen opgeven en weer terug gaan, maar Wiske is stoer en zodoende gaan de twee kinderen verder. De horde hongerige wolven blijft de kinderen echter volgen. Om zich voor de wolven in zekerheid te brengen overnachten Suske en Wiske in een soort hangmat boven in een boom.

Alles gaat goed, totdat de kariboedoder één voor één de touwen van de hangmat kapot begint te schieten. Als de twee kinderen van de mat beginnen te vallen en door de meute wolven verscheurd dreigen te worden duikt onverwacht een ander personage op. Hij graaft zich onder de sneeuw door tot aan de boom waar het zich drama afspeelt en schiet de wolven met een revolver overhoop. Wiske, die denkt, dat het kariboedoder is, danst als een bezetene op het hoofd van de onbekende levensredder. Pas als Suske meldt dat de kariboedoder al lang verdwenen is houdt ze op. De onbekende levensredder is niemand anders als Lambik!
Lambik heeft McHunters job overgenomen om hem te helpen en en draagt nu het uniform van de mounted police.

De kariboedoder Ondertussen is Sidonia in de omgeving van de hut aan het jagen en tegelijkertijd probeert ze Kazan, het kleine wolfje af te richten. Ze schiet een konijn en Kazan wil het dier gaan halen, maar een mannetjesputter van een wolf heeft beslag gelegd op het dode dier. De wolf valt Kazan meteen aan en die weert zich door de brutale wolf met een schouderworp te vellen. Sidonia feliciteert Kazan maar ontdekt ook dat de brute wolf een geschilderde doodskop op zijn torso draagt. Niet ver daar vandaan staat een kariboe stomweg te kijken. Kazan wil het dier meteen aanvallen maar Sidonia verhindert hem. Uit het niets duikt de Kariboedoder op en verklaart, dat hij alle kariboes doden wil. Hiervoor heeft hij een horde wolven afgericht gekenmerkt met een doodskop. Verder wil hij dat Kazan de aanvoerder van de horde wordt. Sidonia oppert dat Kazan niet naar hem luisteren zal. Op een bevel van de stroper komt echter een knap wolvinnetje tevoorschijn. Kazan kan hier niet „nee” tegen zeggen en loopt haar achterna. Triomfantelijk kijkt de stroper het koppeltje achterna, waarop sidonia naar haar geweer grijpt en schiet. Ze treft een tak vol sneeuw en de wrede stroper wordt hierdoor bedekt. Sidonia begint hem uit te vragen en komt te weten, dat de kariboedoder uit wrok handelt. De Indianen jaagden vroeger op pelsdieren, die zij aan bonthandelaren voor een appel en een ei verkochten. Maar sinds de teelt van kariboes alleen aan de Indianen voorbehouden is willen ze niet meer jagen, want het brengt hen meer op. Daarom heeft de stroper een horde bloeddorstige wolven afgericht om alle kariboes te kunnen doden, zodat de Indianen gedwongen worden om weer voor de bonthandelaars te jagen.

De kariboedoder weet te ontsnappen aan Sidonia en ietwat teleurgesteld keert ze terug naar de blokhut. In de nacht wordt ze geplaagd door haar goede en slechte ik. Haar slechte ik vindt dat ze de stroper moet steunen, omdat ze nu ook een bonthandelaarster is en haar goede houdt haar voor dat eerlijkheid het langst duurt. Ten einde raad besluit ze het spook van Rosse John om raad te vragen. Ze gaat naar beneden waar de geest van Rosse John weer zijn soep aan het slurpen is. Ze wil juist een gesprek met hem beginnen als plots Lambik en Wiske gewapend de hut in stormen en tegen het spook schreeuwen: „Handen op!”
Rosse John probeert via de achterdeur te vluchten, maar daar wacht Suske al op hem. Rosse John ziet nu in dat vluchten geen zin heeft en biecht op dat hij de gevreesde kariboedoder is en zich voor Sidonia dood hield om niet verdacht te worden. Ondertussen weet Sidonia´s slechte ik Sidonia te verleiden om zich aan de kant van Rosse John te stellen. Ze doet dit dan ook prompt en pakt het geweer dat aan de schouw van de open haard hangt en bedreigt daarmee Lambik, Suske en Wiske. Ze binden het drietal stevig vast en vluchten.

De lachende wolf Bij dageraad vindt Big Snowbel de drie gevangenen en bevrijdt hen. Het drietal gaat meteen op weg om Rosse John en de overgelopen Sidonia aan te houden. Ondertussen legt John zijn plan aan Sidonia uit. Hij wil de kariboes door een enge bergpas drijven en aan het einde van de pas wacht de horde doodkopswolven, klaar om de kariboes te verscheuren. Terloops vraagt Sidonia, waarom John Kazan, het kleine wolfje, nodig had. Als antwoord komt toevallig een argloze kariboe voorbij. Kazan ziet het dier en fluit de horde erbij. De horde drijft het dier in de engte en wacht af. Op zijn beurt steekt Kazan zijn staart in de hoogte en werpt zijn kop in de nek en begint schallend te lachen. Dit is het teken voor de horde, want die werpt zich op de kariboe en verslindt het arme dier in een oogwenk.

Ondertussen hebben onze drie vrienden zich gesplitst. Suske en Wiske trachten versterking te gaan halen, terwijjl Lambik Sidonia en John wil gaan opsporen. Het duurt ook niet lang voordat Lambik geluk heeft. Hij krijgt Sidonia en John in hun schuilplaats te pakken, maar nu verraadt Sidonia ook John door hem vast te binden en Lambik neer te knuppelen.
Sidonia vlucht nu de ijsvlakte in om Johns plan te voltooien. Lambik komt weer tot bewustzijn en laat de sledehonden de vastgebonden John naar Suske en Wiske brengen. Hij begint onmiddellijk met de achtervolging van Sidonia en wordt verrast door een sneeuwstorm. Tot zijn grote geluk is er in de buurt een blokhut te zien. Hij wil in de bokhut gaan schuilen, maar vindt tot zijn grote verbazing geen ingang noch venster, maar hoort binnen wel geluiden. Meteen denkt hij dat het de schuilplaats is van de valse Sidonia. Plots valt er een briefje door een spleet naar buiten waarop staat dat de persoon in de blokhut niet Sidonia is. Lambik gelooft dit niet en begint de blokhut te belegeren.

Inmiddels hebben Suske en Wiske John opgepakt en op weg naar de politiepost van de Mounties lopen ze even bij Big Snowbel aan. Die slaat hen van achteren neer en bevrijdt John. Meteen daarop begint ze een toverdrank te brouwen die ze aan de kinderen wil geven. John, die dit niet meegekregen heeft, drinkt ervan en verandert in een peer. Ziedend van woede brouwt de Indiaanse nog een toverdrank, voert het Suske en Wiske, en smijt het tweetal naar buiten. In de haast heeft Wiske het toverboek van Big Snowbel mee kunnen moffelen, zodat ze John niet kan onttoveren. Het duurt ook niet lang of de kinderen beginnen te veranderen in... jonge kariboes!

Ondertussen gaat het geklop en getimmer in de mysterieuze blokhut verder. Lambik krijgt er de stuipen van en wil met een dynamietpatroon een gat in de wand van de blokhut blazen. De geheimzinnigaard merkt dit echter en werpt de patroon weg, die daarop in de buurt van Lambik ontploft. Een scheldpartij aan het adres van Sidonia is hiervan het gevolg. De geheimzinnige bewoner, het gescheld en getier beu, belooft Lambik ´s nachts naar buiten te komen en terug te keren, al is het alleen maar om hem te judassen, en beweert nog steeds dat hij of zij niet Sidonia is. Lambik bouwt nu een zeilkar om de hut beter te kunnen bewaken.
Tegen de avond hoort Lambik plots het onheilspellende gelach van Kazan. Meteen daarop begint een horde wolven zich richting Lambik te bewegen. Lambik gooit een dynamietstaaf in het midden van de aanvallende horde. De dynamietstaaf ontploft en Lambik is gered. In de tussentijd heeft de geheimzinnige zijn kans schoon gezien en vlucht met de zeilkar van Lambik. Rap loopt hij de geimzinnige achterna en weet via een afkorting de geheimzinnige te onderscheppen.

Verdriet om Sidonia De mysterieuze persoon blijkt toch Sidonia te zijn. Lambik wil haar tot stoppen dwingen maar wordt door haar overhoop gereden. Lambik weet nu geen uitweg meer en schiet een wiel van de zeilkar stuk. Hierdoor is de zeilkar stuurloos geworden en Sidonia valt met zeilkar en al in een afgrond. Met donderend geraas valt Sidonia van de ene rots op de andere, om tenslotte onder Lambiks ogen op de bodem van de afgrond te pletter te slaan. Doodongelukkig en gebroken loopt hij huilend door het woud weer terug naar de mysterieuze hut. In zijn verdriet vraagt hij de bomen en dieren te huilen om de dood van Sidonia. Tot zijn verbazing ziet hij twee jonge kariboes plots huilen. Kort daarna herkent hij in de twee kariboejongen Suske en Wiske. De twee leggen uit, wat er met hen gebeurt is en wederzijds vertelt Lambik zijn relaas. Eenmaal bij de mysterieuze hut horen ze binnen weer lawaai, alsof er niets gebeurt is. Suske en Wiske willen nu kijken of het werkelijk Sidonia is die in de afgrond is gestort en gaan op weg naar de ravijn.

Big Snowbel vindt door toeval het door Wiske ontfutselde toverboek en onttovert John. John gaat onmiddelijk op weg in een gekaapte helicopter om zijn wraak te voltooien. Suske en Wiske zien dat Rosse John weer onttoverd is en vluchten, maar raken hierbij in de kudde van de kariboes die onophoudelijk de bergpas naderen waar Rosse John de slachting door de wolven wil laten beginnen.

Ondertussen probeert Lambik weer de geheimzinnige blokhut binnen te dringen, maar landt door zijn poging op de gekaapte helicopter. Hij dringt de helicopter in en begint een gevecht met John. De helicopter stort neer en landt bij de oude schuilplaats van Rosse John. Daar gaat het gevecht verder en uiteindelijk weet Lambik Rosse John te verschalken. Hij bindt hem vast als een verse leverworst en wil van zijn overwinning genieten met een stukje muziek.
In de schuilplaats vindt Lambik een platenspeler en wil hem laten lopen, maar in plaats van muziek hoort hij schallend gelach. Het gelach wordt door een zender verder geleid naar een luidspreker in het nekhaar van Kazan. Daardoor leikt het alsof de jonge wolf lachen kan, maar het maakt de wolvenhorde razend, die daarop meteen een aanval beginnen. Lambik slaat de platenspeler aan stukken, maar het is reeds te laat. Kazan lacht en de wolven vervolgen hun aanval.
Ten einde raad vraagt Lambik de geheimzinnigaard in de blokhut om hulp, maar hij krijgt een negatief antwoord. Buiten zich zelf van woede smijt hij rotsblokken in het ravijn om de horde te stoppen, wat ook lukt. Dit druist echter in tegen de plannen van de geheimzinnige blokhutbewoner. Die maakt met explosieven de weg voor de wolven weer vrij.
Lambik stort zich in het ravijn op de eerste wolven en schiet er daarna nog een paar overhoop. De geheimzinnige rept zich en werpt een lasso, vangt lambik en sleurt hem mee in de blokhut. Op dat moment naderen de eerste wolven Suske, Wiske en de kariboes.
In de hut heeft de geheimzinnige een mitrailleur gebouwd en schiet de wolven er mee dood. Lambik ontmaskert nu de geheimzinnige blokhutbewoner en stelt tot zijn verwondering vast dat het Sidonia is! Sidonia verklaart dat zij zoiets van Rosse John al verwacht had en om de kariboes te redden deed ze alsof ze aan de kant van John stond. Door toeval ontdekte ze deze hut en begon stilletjes de mitrailleur te bouwen om de wolven te doden.
Plots komt Big Snowbel opdraven en begint vol berouw uit te leggen dat zij Rosse John betoverd heeft in een kwade kerel om sneller rijk te worden. Zij wil nu alles ongedaan maken en Lambik haalt hierop alle betoverden. Big Snowbel onttovert hen en gaat met Rosse John en Kazan naar huis om een nieuw leven te beginnen.


Aankondiging in 'De Standaard'


Achtergronden

Het avontuur speelt zich in Alaska af. Dit gedeelte van de Verenigde Staten van Amerika ligt in het Noord-Oosten van het continent Amerika. In de 19e eeuw stroomden massa´s emigranten de Verenigde Staten in. De toen nog piepjonge democratie had daarmee met een probleem te kampen: „Waarheen met die mensen?” Men kocht land op of men veroverde het met bruut geweld. De staat Texas is b.v. veroverd door de Mexicanen eruit te gooien bij de slag om het fort Alamo. Dit historische feit wordt elk jaar in Texas met een groot spektakel herdacht.
Alaska daarentegen werd in 1867 gekocht. De tsaar van Rusland had geld nodig voor zijn Krimoorlogen en het kwam hem gelegen dat de Verenigde Staten land nodig had. (De Sowjets zouden dit later bitter berouwen.)
Vanaf het moment dat Alaska officieel tot de Verenigde Staten behoorde kon de emigratie beginnen en binnen korte tijd werden de oerinwoners, de Eskimo´s, met succes verdreven en vermoord. Er werd ook goud gevonden, wat nog meer mensen lokte. Van heinde en verre kwamen ze naar Klondike om van de „goldrush” te profiteren, maar het liedje duurde niet lang. Menig drama heeft zich in die tijd afgespeeld.
Heden ten dage moet Alaska het vooral van de aardolie hebben, wat ertoe leidde dat Anchorage een bloeiende welvarende stad geworden is.
Veel later in de reeks zullen Suske en Wiske nog eens een keer Alaska bezoeken, nl. in De glanzende gletsjer.

Lambik in het uniform van de Mounties Opvallend in dit verhaal is het feit dat Lambik het uniform van de „mounties” draagt. Officieel heten ze Royal Canadian Mounted Police en zoals de naam het al verraadt is het Canadese politie. Wat zoekt de Canadese politie in Alaska, wat dus eigenlijk van de Verenigde Staten is? Ze hebben immers in Alaska geen rechtelijke bevoegdheden om er naar bv. criminelen te zoeken!

Niet lang na De Tuftuf-club laat Willy Vandersteen een nieuw familielid van tante Sidonia opdraven, nl. Rosse John.

Toen de mensheid in de loop van haar evolutie van Afrika uit de continenten begon te verkennen stootte ze op een dier dat vrees inboezemde maar waar ook fascinatie van uit ging; de wolf!
Wolven jagen meestal in horden. Een strikte rangorde is dus noodzakelijk om te kunnen overleven. Ze jagen meestal op jonge, onervaren, dieren maar ook zwakke en zieke dieren vallen hun te prooi. Normaal maken wolven een boog om mensen heen. Ze weten immers dat van mensen gevaar kan uitgaan. Alleen in hoogste (honger)nood vallen ze mensen aan en ook dan zoeken ze mensen uit die oud en zwak zijn of kinderen.
De angst voor deze dieren heeft er toe geleid dat ze in het begin van de 19e eeuw vrijwel overal in West-Europa werden uitgeroeid. Na de val van de Muur in Berlijn in 1989 en de daarmee gepaarde uiteenvalling van het Warschau-Pact werden de grensverdedigingen in Oost-Duitsland, Tschechoslowakije en Hongarije overbodig. Het gevolg hiervan was dat in 1990/91 er weer wolven in Oostenrijk en in de Duitse deelstaat Beieren gezien werden. Anno 2004 kan men melden dat deze wolven zich met succes geïntegreerd hebben, want uit een paar wolven is een kleine groep ontstaan die zich aangepast hebben aan de toch meer door de overheid beheerde wouden van West-Europa.
Het zijn ook de wolven geweest waar de mensheid een uiterst dankbaar huisdier aan overgehouden heeft!
Wolven, door honger gedreven, waagden zich vroeger in buurt van kampvuren, waar ze dan van mensen vlees kregen. De mensen deden dat om de dieren op afstand te houden. Die waren ook niet dom en keerden steeds weer terug en hielden wederzijds andere roofdieren, zoals lynxen, leeuwen e.d. op afstand. Met de tijd wenden mens en wolf aan elkaar en het domesticeren van het dier kon hiermee beginnen, met als gevolg het dierbaarste huisdier aller tijden; de hond!

Aanklacht tegen opblazen van de IJzertoren In de laatste strook van de krantenversie (in de reguliere vier-kleuren albums is dit gewijzigd). haalt Willy Vandersteen nogal fel uit tegen degenen die wat tegen Vlamingen in het algemeen hebben. Dezen bliezen in 1946 namelijk de IJzertoren (een symbool voor Vlaamse cultuur) op. In de latere albumversies werd dit historisch feit geschrapt.


Tekst: Alain Stienen