Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De Efteling-elfjes


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 168 (1e druk: april 1978)

De Efteling-elfjes Op dinsdag 12 april 1977 konden de lezers van De Standaard de aankondiging van het nieuwe Suske en Wiske-verhaal De Efteling-elfjes lezen. De voorpublicatie begon op woensdag 13 april 1977 en eindigde op dinsdag 23 augustus 1977.
Als album verscheen het verhaal in april 1978.

Na de penoverdracht van de Suske en Wiske-reeks begin jaren 70 leverde Paul Geerts in het begin verhaaltechnisch gezien goede tot zeer goede verhalen, maar midden jaren 70 begon het peil zienderogen te zakken. De verhalen werden zwakker en een zee van middelmatigheid begon. Het duurde lang voordat Paul zijn draai gevonden had en de verhalen stukken beter van inhoud werden. Eerst midden jaren 80 begon het niveau van de verhalen aanzienlijk te stijgen.
Toch waren niet alle verhalen in de tijd tussen 1975/76 en 1984 belangeloos! Één van die verhalen is namelijk De Efteling-elfjes.
Verschillende zaken kwamen hier samen bij kijken. Paul mixte sprookjes, reële feiten en humor met elkaar en dit alles deed dit verhaal meer dan goed.
Het bewijs hiervoor krijg je als fans en liefhebbers wordt gevraagd welke albums uit de late jaren 70 ze tot hun favorieten rekenen. Als antwoord zullen ze je zeker De raap van Rubens, Het drijvende dorp, De olijke olifant en natuurlijk De Efteling-elfjes noemen.

Bij de reële feiten is op te merken, dat Paul Geerts teruggrijpt op een sprookje van Fabiola, Koningin van België (*1928), echtgenote van wijlen Boudewijn I, Koning van België (*1930 - +1993).
Het betreft het sprookje De Indische waterlelies. Dit sprookje werd door koningin Fabiola in 1962 met andere sprookjes van haar in boekvorm uitgegeven. Het boek had de titel De Twaalf Wonderlijke Sprookjes.
Feit is ook, dat koningin Fabiola een zeer sociaal bewuste vrouw is en het lot van gehandicapte kinderen haar aan het hart gaat. Ze doet er alles voor om het leven van deze kinderen zoveel mogelijk plezieriger te maken.
Het Fabioladorp is dus geen hersenspinsel van Paul Geerts!

Het andere feit is de Efteling!
Dit evenementenpark opende haar poorten voor het eerst op 31 mei 1952!
Het geniale idee hiervoor was van Peter Reynders (*1900 - +1974). Hij zette alles in beweging om zijn droom, een recreatiepark in Nederland, op benen te zetten.
Als eerste werd het Sprookjesbos gerealiseerd. Diverse sprookjes kwamen hier ten tonele en werden bijna allemaal ontworpen door de alom gevierde kunstenaar Anton Pieck (*1895 - +1987).
De Indische Waterlelies werd ook door Anton Pieck ontworpen en door Peter Reynders en Peter Smulders technisch gerealiseerd. In 1966 werd De Indische Waterlelies, natuurlijk met toestemming van koningin Fabiola, aan het De Efteling publiek getoond. Onmiddelijk was De Indische Waterlelies bij het publiek een succes en zelfs heden ten dage, naast grote atracties zoals Vogel Rok, Python, PandaDroom, Villa Volta, Het Volk van Laaf en de voor Suske en Wiske-fans niet onbekende Fata Morgana, trekt deze atractie publiek aan en maakt het Sprookjesbos ook nu nog, anno 2005, aantrekkelijk voor de mensen. Bij het aantal van ongeveer 3, 1 miljoen bezoekers per jaar is dit dan ook niet verwonderlijk!

Anno 1976, toen het verhaal door Paul Geerts gerealiseerd werd, zag de Efteling er natuurlijk anders uit als nu!!!
Het plaatje op strook 69-70 laat duidelijk zien, hoe groot de Efteling toen was! Vergelijk het maar met de plattegrond van nu!

De Efteling is meerdere malen goed geweest als decor voor de avonturen van Suske en Wiske. Naast De Efteling-elfjes bezochten het stripduo en hun vrienden het recreatiepark nog in De Belhamel-bende en in het korte verhaal Fata Morgana.

In dit verhaal keert een geliefde tegenstander van Suske en Wiske en hun vrienden terug. Het is Krimson!
Sinds zijn eerste optreden optreden in Het rijmende paard heeft hij verscheidene malen onze vrienden het leven zuur gemaakt, zoals in De sissende sampan, Het zoemende ei, De malle mergpijp en meer recentelijk in Het enge eiland, De ongelooflijke Thomas en Kaapse kaalkoppen.

In dit verhaal doet Lambik er alles aan om met een traditie in de Suske en Wiske-reeks te breken, helaas voor hem is hij een halve pagina te vroeg!!!
Hij wilde namelijk Wiskes plaats innemen en eens knipogend het verhaal laten eindigen, hetgeen natuurlijk voor de nodige hilariteiten zorgt.

Samenvatting

Lambik bouwt in zijn schuur al sinds geruime tijd aan iets waarmee hij met een jarenlange traditie wil breken. Niemand mag het geheim weten, zelfs zijn beste vrienden niet.
Thuis maken onze vrienden het zich gezellig met een kop thee en een stuk koek. Op dat moment komt Jerom na een tennismatch even voorbij wippen en geeft een brief aan Sidonia die hij zojuist van de postbode ontvangen heeft.
Brand in het Fabioladorp Sidonia opent de brief en valt tijdens het lezen flauw! De brief is van niemand anders als koningin Fabiola. Zij zou graag hebben dat onze vrienden het Fabioladorp gaan bezoeken. De gehandicapte kindertjes daar zouden dan eindelijk hun helden in levende lijve zien en dit zou dan voor de kinderen een onvergetelijke dag worden. Onze vrienden gaan zonder na te denken akkoord en tijdens de rit naar het Fabioladorp zien zij plots grote zwarte rookwolken aan de horizon.
Onze vrienden vrezen het ergste en ja hoor, zo is het ook! Het Fabioladorp staat in lichterlaaie en zal, ondanks de onvermoeibare inzet van de brandweer, tot op haar grondvesten afbranden.
Van de directeur krijgen Lambik en Jerom te horen, dat allen geëvacueerd zijn, behalve drie verplegers die door het vuur ingesloten zijn. De twee denken niet lang na en dringen het brandende gebouw binnen om de drie verplegers te zoeken. Met veel moeite kunnen Lambik en Jerom uiteindelijk de drie verplegers redden. Heel even lijkt het er op dat Jerom bij de reddingsactie zijn leven moest laten. Gelukkig is dit niet zo geweest.

Nadat het Fabioladorp tot as is vergaan dwaalt Wiske door de rokende puinhoop en ontdekt tot haar grote verbazing in de as een om hulp roepend elfje.Snel haalt ze Suske erbij en de kinderen besluiten het bewusteloze elfje mee naar huis te smokkelen.
Natuurlijk gaat dit niet lang goed en wordt het elfje door de anderen ontdekt. Lambik houdt het elfje in het begin voor een grote mug en zit haar achterna met een spuitbus.Het elfje begint nu op te biechten dat ze uit de Efteling komt, waar ze in de verbeelding van koningin Fabiola's "De Indische Waterlelies" steeds voor een heks moet dansen. Eigenlijk zijn de elfjes sterren. Door ongehoorzaamheid tegenover de Maangodin kwamen ze in de macht van de heks. Nu willen de elfjes weer als sterren aan de hemel staan. Zij is daarom uit de Efteling ontsnapt om bij koningin Fabiola om hulp te vragen. Lambik vindt dat men hiervoor de koningin niet kan lastig vallen en wil zelf de heks ten val brengen, zodat de elfjes weer sterren kunnen worden.
Voordat onze vrienden tot actie overgaan, besluiten ze eerst te gaan slapen. In bed kan Wiske echter haar slaap niet vatten en ziet door het geopende raam een vallende ster. Onmiddelijk wenst ze, dat het Fabioladorp weer snel opgebouwd wordt, ze het elfje kunnen helpen en dat ze nog knapper wordt dan ze al is.
Wat Wiske niet weet, is dat de vallende ster niets anders is als een reuzegrote diamant en die ploft neer in de Efteling juist voor de voeten van de heks van "De Indische Waterlelies". Het model van de heks komt nu, net zoals eerder het elfje, tot leven en verstopt de grote diamant ergens in de Efteling. Als ze terugkomt merkt ze tot haar ontzetting de verdwijning van één van de elfjes. Het verdwenen elfje zou roet in het eten kunnen gooien en daarom beveelt ze één van de reusachtige bewakers voor de ingang va "De Indische Waterlelies" naar het elfje te gaan zoeken. De reus gaat meteen op weg naar het elfje.

Krimson vlucht voor de reus Midden in de nacht scheurt er in de buurt van de Efteling een limousine met grote snelheid over de weg. Met een geweldige knal botst de wagen tegen het been van de overstekende reus. De chauffeur en de eigenaar van de limousine maken dat ze uit de kapotte wagen komen. De eigenaar is niemand als de meesterschurk nr. 1 ter wereld en tevens een van de grootste vijanden van onze vrienden, nl. Dokter Krimson!
De woedende reus maakt d.m.v. zijn knots een hoop oud ijzer van de limousine. Krimson, diep onder de indruk van de enorme kracht van de reus, volgt hem onopgemerkt.

Wiske wordt gekweld door een nachtmerrie en valt uit bed. Hierdoor wordt ze wakker en wil uit het raam kijken. Tot haar verwondering ziet ze een reusachtig gezicht. Slaapdronken gaat ze aan Suske vragen of ze nog aan het slapen is. Die verklaart haar voor gek. Ze loopt weer terug naar haar kamer en botst in de gang tegen een reusachtige vuist.
Niet lang daarna is Jerom in gevecht met de reusachtige tempelbewaker van de Efteling. Jerom weet de reus te vloeren en ondertussen is ook het elfje wakker geworden. Angstig vertelt ze dat de reus uit de Efteling komt en zeker op zoek is naar haar.
Onze vrienden halen professor Barabas en zijn klankentapper erbij. Door het apparaat komen ze te weten dat de heks een reusachtige diamant verstopt heeft en daarom de reus gestuurd om haar te vinden. Ze binden de reus vast en gaan naar binnen om zich verder te beraden. Wat ze echter niet gemerkt hebben is dat Krimson alles heeft meegeluisterd en nu ook die diamant wil hebben. Hij wil er zijn criminele organisatie mee uitbreiden.
Als eerste schakelt hij Jerom d.m.v een slaapdrank uit, want door zijn enorme kracht is hij steeds een gevaar voor Krimson en zijn mannetjes.
Onze vrienden staan nu voor een raadsel. Wie heeft Jerom bedwelmd en waarom? Zij besluiten niet lang te wachten en gaan met de auto op weg naar de Efteling. In Brabant merkt Lambik, dat ze gevolgd worden door een zware, zwarte limousine. Plots begint het zwaar te regenen en Wiske kegelt de inhoud van een tonnetje Dash-waspoeder (zie hiervoor Het monster van Loch Ness) naar buiten. Door de regen begint het waspoeder meteen te bruisen, ontwikkelt overdadig veel schuim en hindert de limousine verder te rijden. Triomferend rijdt Lambik door, maar een paar meter verder krijgen de drie een lekke band en moeten stoppen als gevolg van een ongelukkig schot van een jager.
Onmiddelijk hierna weten onze vrienden, wie hun tegenstander is. Krimson laat de andere banden van Lambiks auto door zijn kornuiten kapotschieten en rijdt triomfantelijk weg naar de Efteling.
De jager heeft er spijt van dat hij onze vrienden ongewild last heeft bezorgt en brengt hen naar een vliegveld in de buurt. Zijn vriend is piloot en zal het drietal boven de Efteling droppen.

Ondertussen zijn in de Efteling door de invloed van de grote diamant alle sprookjesfiguren tot leven gekomen en zijn ze zich aan het opdelen in goed en kwaad. Niet alleen Krimson en zijn trawanten merken dit, maar ook de zojuist aangekomen Suske, Wiske en Lambik. Het recreatiepark staat op stelten, maar na enkele hachelijke avonturen weten onze vrienden de verstopte diamant te vinden. De diamant spat uit elkaar en de Maangodin verschijnt. Ze is bezorgd om haar sterretjes en komt kijken, wat er aan de hand is. Ze weet, dat onze vrienden met goede bedoelingen gekomen zijn, maar over Krimson en zijn kornuit is ze niet te spreken. Woedend tovert ze de twee weg ergens in de onmetelijke oerwouden van de Amazone.
Voor de sprookjesfiguren is nu de tijd gekomen om hun plaats in het sprookjesbos wee in te nemen. De inmiddels ontwaakte Jerom is samen met het ontsnapte elfje ook in het park aangekomen. Samen met het elfje en de Maangodin gaan ze naar het gebouw van "De Indische Waterlelies". De Maangodin uit haar kritiek over het gedrag van de sterretjes en verklaart hun, dat ze nu weer vrij zijn. Ze krijgen tevens van haar de kans met haar mee te gaan naar de hemel of verder te dansen voor het publiek.
De heks ziet dat haar macht over de elfjes gebroken is en wil zich wreken door donkere wolken voor de volle maan te schuiven. Jerom en Lambik binden de strijd aan met de heks en na een geniale inval van Lambik verdwijnen de wolken. De macht van de heks is gebroken. De elfjes hebben ondertussen besloten verder te dansen. de Maangodin keurt dit goed. De Maangodin vertrekt weer naar de hemel en de elfjes kunnen weer dagelijks dansen voor talloze bezoekers.
Het viertal vertrekt weer naar huis. Wiske is echter ontgoocheld omdat ze geen diament heeft die ze voor de opbouw voor een nieuw Fabioladorp zouden kunnen gebruiken. Thuis bij tante Sidonia wacht hen echter een verrassing. De directeur van het Fabioladorp is aanwezig en die weet te melden dat de lezers van dit verhaal een inzameling gehouden hebben en dat hierdoor genoeg bij elkaar gekomen is om een nieuw tehuis te bouwen. De directeur verlaat na deze blijde boodschap het huis van tante Sidonia, maar hij is niet de enige, want ook Lambik is plots verdwenen. Opeens belt hij op om te laten weten dat hij de laatst hand legt aan zijn werk en morgen wil hij het onze vrienden en tevens de lezers laten zien. 's Anderendaags rijden onze vrienden naar Lambik en hij onthult zijn werk; het is een Einde-bord! Wiske heeft dit nu lang genoeg gedaan en nu wil hij eens knipogend het einde van dit verhaal melden. Wat onze arme Lambik echter niet merkt, tot groot vermaak van onze vrienden, is dat hij een halve pagina te vroeg is.

Einde


Tekst: Alain Stienen


Aankondiging in 'De Standaard'