Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

Het brommende brons


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 128 (1e druk: januari 1972)

Het brommende brons De aankondiging van Het brommende brons verscheen in De Standaard op 31 maart 1971. De voorpublicatie startte een dag erna op 1 april 1971 en zou duren tot 12 augustus 1971. De eerste druk van het album  kwam in januari 1972 uit.

Centraal in dit verhaal staan onderwerpen zoals het verdwijnen van oude ambachten en de angst voor de allesoverheersende georganiseerde misdaad.

Begin jaren 70 waren vele boeren ontevreden over de landbouwpolitiek van de Europese Gemeenschap. Op 23 maart 1971 betoogden de nogal hardhandige boeren in Brussel tegen deze politiek met als gevolg een spoor van vernieling!
Willy Vandersteen, het geweld niet goedkeurend, drijft er zijn spot mee, want in strook 37 vraagt Wiske aan het standbeeld "De lachende boer" (kijk eens naar de gelaatsuitdrukking van het standbeeld en vergelijk het met de titel van het standbeeld): "Hallo landbouwer... een vrolijke dag gehad?" Wiske krijgt als antwoord: "Nee, vandaag was er geen betoging!"

Samenvatting

Op een avond komt Wiske met de trein naar huis. Al wandelend door de verlaten straten van de stad ziet ze hoe een oude werkman van de monumentenzorg, die op een ladder een madonnabeeldje staat te poetsen, aangereden wordt door een auto. Wiske helpt de oude man en wil hem naar huis brengen. De oude man stelt zich voor en heet Gabriël. Wiske heeft echter Schanulleke op de straat laten liggen. Op dat moment komt een brommer aangescheurd en dreigt het lappenpopje te vermorzelen. Op het laatste nippertje redt Wiske haar hartediefje.  De oude man is hiervan diep onder de indruk.  Gabriël blijkt in een oude vervallen molen te wonen.  Eenmaal thuis begint hij zijn levensverhaal te vertellen en verklapt Wiske dat hij ooit eens van de fee Fantasia een steen gekregen zou hebben waardoor hij met bronzen beelden zou kunnen praten. Omdat Wiske zoveel van Schanulleke houdt besluit Gabriël deze kostbaarheid aan Wiske te geven en naait het steentje in Schanulleke. Wiske moet wel beloven het niet aan anderen te Gabriël stopt het steentje in Schanulleke verraden. Hierna verlaat ze de oude man. Hij roept haar nog iets na: als er drie sterren boven de molen te zien zijn is hij thuis. Wiske vindt dit alles maar klinkklare onzin en besluit de proef op de som te nemen in het stadspark waar genoeg bronzen beelden staan. Tot haar uiterste verbazing praten de beelden werkelijk met haar.
De bronzen beeltenis van een bevallig herderinnetje bericht haar dat er in de stad een vakbond voor inbrekers opgericht zal worden met de naam "Het Zwarte Masker". Wiske wil dit aan een dienstdoende agent vertellen, maar die gelooft er geen snars van. Er blijft haar niets anders over dan het haar vrienden te vertellen. Ook zij geloven er niet in, maar Lambik en Jerom nemen voor de zekerheid eens een kijkje bij de oude molen. De molen is echter onbewoond want de deur en de ramen zitten metersdik onder spinnewebben.
Lambik en Jerom nemen in een café een pilsje en praten nog eens alles door, ook het geval met de vakbond voor inbrekers. Plots krijgt een van de kroeggasten grote oren en wil van Jerom en Lambik meer weten en wordt hierbij handtastelijk. Jerom leert hem het vliegen op korte afstand.
Voor Lambik en Jerom is dit wel een bewijs dat er werkelijk iets op til is i.v.m. een vakbond voor inbrekers. Ze besluiten om in de organisatie te infiltreren om de bende op te rollen.

Ondertussen brengen Suske en Wiske de organisatie gevoelige klappen toe door de politie te verraden, waar bankovervallen plaats zullen vinden. Ze worden hierbij geholpen door het herderinnetje. Jerom en Lambik ervaren dat Het Zwarte Masker geleidt word door een zekere Feesles. Ook komen ze te weten dat Jatter de rechterhand van deze omineuze Feesles is.
Door puur toeval krijgt Jatter in het stadspark Schanulleke in zijn handen en hoort plotseling overal stemmen waarvan hij niet weet waar ze vandaan komen. Hij vermoedt wel dat het met de mislukkingen van de laatste tijd te doen heeft en legt zich op de loer. Wiske merkt dat ze Schanulleke vergeten is en rent terug naar het park en vindt er Schanulleke. Wiske ziet Jatter niet maar deze achtervolgt haar tot het huis van Sidonia en vanaf dat moment wordt alles wat in het huis van Sidonia gebeurt door de boeven gade geslagen.

Suske en Wiske gaan nog eens naar de oude molen. Ze zien dat de drie sterren boven de molen schijnen en inderdaad lijkt de molen weer bewoond. Ze treffen er Gabriël niet aan en verlaten de molen, maar Wiske vergeet Schanulleke mee te nemen. De bandieten van Het Zwarte Masker, die de kinderen zijn gevolgd, dringen de molen in en nemen Schanulleke mee. Suske probeert nog op de wegrijdende wagen van de boeven te springen, maar wordt in een  greppel geslingerd en valt daarbij met zijn hoofd op een steen en raakt bewusteloos. Wiske, ziek van verdriet, loopt in de stromende regen en wil Lambik krijgt de eer haar popje bevrijden uit de klauwen van de bandieten. De boeven krijgen haar echter te pakken en willen haar door een waarheidsserum aan het praten krijgen. De geïnfiltreerde Lambik wil dit verhinderen maar komt in aanraking met het serum en verraadt zichzelf.
Ondertussen heeft Jerom Suske gevonden en krijgt het relaas te horen. Suske wil onmiddelijk naar de oude fabriek om Wiske te bevrijden maar Jerom wil niet. Hij wil de gewonde Suske eerst naar Sidonia brengen. Suske weet Jerom te verschalken en rijdt naar de oude fabriek maar raakt ook net als Lambik en Wiske in de handen van de gangsters. Ondertussen duikt de in duisternis gehulde Feesles op en laat zich door Jatter Schanulleke en de gewenste informatie omtrent de sprekende beelden geven en verdwijnt maar geeft nog laatste orders. Hij wil dat de kinderen en Lambik opgeruimd worden. Jerom komt tijdig opdagen en ruimt de bandieten hardhandig op. Feesles weet echter het herderinnetje op te blazen en verdwijnt.
Suske en Wiske ontmoeten nog eens per toeval Gabriël en deze weet Wiske Schanulleke te ontfutselen. De kinderen gaan meteen naar de molen maar krijgen daar van de plaatselijke postbode te horen, dat Gabriël al lang geleden gestorven is! Wiske vindt tot haar geluk in de molen Schanulleke. Het steentje in Schanulleke is echter verdwenen. Wie was dan die oude man? Suske en Wiske besluiten het geheel te laten rusten.
Ondertussen heeft de ijdele Lambik het voor elkaar weten te krijgen dat i.v.m. met het oprollen van de bende zijn foto en naam groter in de krant komen staan als die van Jerom.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'