Suske in de Gele Trui
Wielrennen in Het kostbare kader
Daar ik naast Suske en Wiske-fan ook een groot liefhebber ben van het wielrennen was ik blij toen ik de eerste afleveringen van Het kostbare kader onder ogen kreeg. Deze combinatie van twee van mijn hobbies maakt het mogelijk om van beide tegelijk te kunnen genieten.
Het verhaal zit vol spanning en intriges, voldoende om een album lang te boeien. Mijn belangstelling ging echter vooral uit naar de gedeelten waarin het wielrennen op de voorgrond trad. Voor degenen die niet zo goed thuis zijn in het wielerwereldje is het misschien leuk om wat meer over de achtergronden van diverse zaken en personen die in het avontuur meespelen te weten te komen. In het volgende artikel zal ik ingaan op de dingen die mij zijn opgevallen.
Robert en Bertrand
Nadat Robert en Bertrand in 1988 al eens hun opwachting in de Tour de France hadden gemaakt, in het verhaal "Mannen van ijzer", bleken vorig jaar ook Suske en Lambik over wielertalent te beschikken.
De rondes waar beide koppels aan meedoen verschillen sterk van elkaar. De twee zwervers rijden mee in een editie uit de beginjaren van het wielerspektakel. In die tijd beschikten de renners nog niet over ultra-lichte fietsen met versnellingen. Bovendien moesten ze toen alle benodigde reparaties aan hun materiaal zelf uitvoeren, wat in het verhaal ook wordt getoond. Suske en Lambik beschikken over modern materiaal, hoewel dat van Lambik met een gebroken frame niet in optimale staat verkeert. Voor de verzorging in en buiten de koers kunnen zij vertrouwen op een team van verzorgers.
In "Mannen van ijzer" komt ook Henri Desgrange voor, de stichter van "La grande boucle". Robert en Bertrand moeten voor hem in de gaten houden of de ronde niet wordt gesaboteerd door tegenstanders van het evenement. Om het één en ander goed in de gaten te kunnen houden moeten ze zich zo dicht mogelijk bij de coureurs bevinden. Daardoor zijn zij genoodzaakt om zelf ook het stalen ros te bestijgen, hoewel ze liever in een volgauto waren gestapt. Suske en Lambik komen op geheel andere wijze bij de Ronde binnen. Nadat hun trainingsstage zeer goede resultaten heeft opgeleverd worden ze door Eddy Merckx gevraagd om lid te worden van zijn formatie.
Een aardige overeenkomst tussen de plots van "Mannen van ijzer" en "Het kostbare kader" is dat er in beide verhalen iets in de fiets van een deelnemer zit verstopt.
Lambik repareert het frame (kader) van zijn racefiets met een buisje waarin plutonium is verborgen. Aan het slot van het Robert en Bertrand-verhaal blijkt dat één van de deelnemers de Ronde heeft uitgereden terwijl er documenten, waar nummer 17 naar zoekt, in de zadelbuis van zijn rijwiel waren verstopt.
De renners
In beide verhalen komen ook bestaande (oud-)renners voor. In "Mannen van ijzer" worden Maurice Garin en Henri Cornet, winnaars van de eerste twee rondes, op de foto gezet met andere Tour-deelnemers. Verder spelen zij in het verhaal overigens geen enkele rol meer.
Bij Suske en Wiske is de meest opvallende oud-renner natuurlijk Eddy Merckx, de meest succesvolle wielrenner uit de geschiedenis. Met vijf Tour-overwinningen, het rijden van een werelduurrecord dat jaren stand heeft gehouden, het behalen van drie wereldtitels en ontelbare andere overwinningen, is zijn zegelijst rijk gevuld.
Marck Meul en Ronald Van Riet konden Merckx vanzelfsprekend niet in hun verhaal laten optreden maar toch slaagden ook zij er in om de naam van deze wielerlegende in hun avontuur te verwerken. In Parijs blijkt een fietsenzaak te staan met de naam "Velocipède Merx".
Naast Eddy Merckx komen er meer bekende wielrenners voor in "Het kostbare kader" maar dezen zijn meer karikaturaal neergezet, bovendien zijn hun namen gewijzigd. In feite zijn het dan ook niet de echte renners die optreden maar karikaturen die overigens wel grote overeenkomsten vertonen met hun voorbeelden.
In de volgorde waarin de coureurs in het verhaal voorkomen wil ik hier nagaan in hoeverre ze lijken op de bestaande renners waar ze op zijn gebaseerd.
Pedro Bohamontes
Hoewel de voornaam van deze coureur lijkt te verwijzen naar Pedro Delgado, winnaar van de Ronde in 1988, is hij duidelijk gebaseerd op de Spanjaard Federico Bahamontes. Hij is de eerste renner die zes maal het bergklassement van de Tour de France op zijn naam wist te schrijven. (Na hem is dat aantal alleen nog maar geëvenaard door Lucien Van Impe en Richard Virenque.) In 1959 voegde hij daar bovendien nog een eindoverwinning in het algemeen klassement aan toe. De "Adelaar van Toledo", zoals zijn bijnaam luidde was een zeer begenadigd klimmer. Omdat hij op het vlakke en in tijdritten echter vaak tekort schoot op zijn concurrenten wist hij de Ronde niet vaker te winnen.
In het album blijkt ook Bohamontes een goed klimmer te zijn. Hoewel hij de koers, bevangen door de hitte, helaas moet verlaten. Bovendien is er een variatie bedacht op zijn bijnaam, hier de "Adelaar van Benidorm".
Greg Downtown
Deze renner is in eerste instantie een karikatuur van De Amerikaan in het algemeen. Zijn inspiratiebron, waarmee hij zijn voornaam gemeen heeft, is echter Greg Lemond. Dat was de eerste Amerikaan die de Tour de France winnend wist af te sluiten. Na zijn eerste zege in 1986 voegde hij er in 1989 en 1990, nog twee aan toe. Met name zijn overwinning in 1989 is er een die met gouden letters is bijgeschreven in het geschiedenisboek van de Tour. In een bloedstollend spannende tijdrit op de laatste dag verwees hij toen Laurent Fignon met een verschil van 8 seconden naar de tweede plaats in de eindrangschikking. En dat terwijl hij aan die etappe was begonnen met een achterstand van 50 seconden.
De overeenkomst van Downtown met zijn alter ego lijkt voornamelijk te schuilen in het uitvinden van een nieuw snufje dat schuilt in het stuur. Downtown heeft volgens het verhaal een stuur gevuld met frisdrank bedacht. Lemond maakte tijdens tijdritten in de Ronde van 1989 als eerste topcoureur gebruik van het zogenaamde triathlonstuur. Hij dankte zijn overwinning dat jaar mede aan de grotere snelheid die hij met dat stuur wist te behalen. In latere jaren zijn vrijwel alle coureurs ertoe overgegaan om zo'n stuur tijdens tijdritten te gebruiken.
Joop Zuremelk
Het kost geen enkele moeite om in deze Tour-deelnemer Joop Zoetemelk te herkennen. Als karikatuur komt hij er niet goed vanaf in Het kostbare kader. Hij wordt een wieltjeszuiger genoemd en er zelfs van beschuldigd om zich met een magneet op sleeptouw te hebben laten nemen.
Zijn reputatie als "plakker" heeft Zoetemelk voornamelijk te danken aan de Rondes waarin hij het moest opnemen tegen Eddy Merckx. Deze was een klasse apart en voor de meesten van zijn tegenstanders een maatje te groot. Vaak wist Joop als enige in het wiel van Merckx te blijven zitten. De kop overnemen kon hij echter niet. Bovendien reed hij vaak met een meer verdedigende dan aanvallende instelling en dat leverde hem nog al eens kritiek op van zijn tegenstanders maar vooral ook van de pers.
Dat Zoetemelk echer een groot coureur is geweest blijkt wel uit zijn erelijst; Olympisch kampioen ploegentijdrit, wereldkampioen, Tour-winnaar (in 1980), winnaar van de Ronde van Spanje, allemaal grote zeges die hij op zijn palmares heeft staan. Daarnaast heeft hij nog vele andere wedstrijden gewonnen.
Abdoellobogov
De krachtsprinter Dzamolidine Abdoesjaparov uit Oezbekistan heeft model gestaan voor de vrijwel gelijknamige sprinter in het Suske en Wiske-avontuur. Behalve zijn land van afkomst komt ook de onstuimige manier van sprinten overeen met die van de echte coureur. In het duel met Lambik slingert Abdoellobogov, in de stijl van zijn voorbeeld, van rechts naar links over de weg waardoor hij uiteindelijk een valpartij veroorzaakt. Na het sprintduel moet Abdoe de Tour verlaten met een gebroken elleboog. In 1991 bleek de echte Abdoe na een spectaculaire valpartij op de Champs Elysees een hersenschudding en gebroken sleutelbeen te hebben opgelopen. Overigens won hij ondanks die val wel de groene trui voor het puntenklassement.
Een kleine vergissing van de schrijver is er wel in het album geslopen. Bij de "portrettengalerij" waarin de belangrijkste renners worden voorgesteld wordt Abdoellobogov een Rus genoemd. Tijdens de sprint in strook 77 wordt gesproken over de Oezbeek.
Fausto Cippo
Hoewel Eddy Merckx vrij algemeen wordt erkend als de beste wielrenner aller tijden zullen veel Italianen, en ook een groot aantal mensen van andere nationaliteiten die het wielrennen in de jaren '40 en '50 hebben gevolgd, die eer toch willen toekennen aan Fausto Coppi. Deze klasbak won de Tour twee keer, in 1949 en 1952. Wanneer de Tweede Wereldoorlog zijn carrière niet had onderbroken was dat aantal overwinningen vermoedelijk groter geweest. Ook buiten de Ronde heeft hij vele overwinningen op zijn imposante palmares weten te krijgen. Hij was een eminent tijdrijder en ook in de bergen stond hij zijn mannetje. Ook van Cippo wordt gezegd dat hij goed kan tijdrijden, hij wint ook de proloog, maar de link tussen hem en Coppi wordt in het album vooral gelegd door te referen aan verhalen over de legendarische coureur die niet op het sportieve vlak lagen.
Hoewel hij een getrouwd man was, had hij een minnares die bij vele koersen als toeschouwer aanwezig was. Dit feit leverde hem veel kritiek op, zeker in het door en door katholieke Italie. Omdat die vriendin steevast in het wit gekleed ging leverde haar dat de bijnaam "De witte dame" op. In de strip wordt deze naam tot twee keer toe aangehaald. Eerst tijdens de voorstelling van de coureurs en later tijdens de koers wanneer hij tijdens het fietsen een Dame Blanche nuttigt. Dit ijsje is trouwens genoemd naar de minnares van Coppi.
Naast de coureurs die zijn gebaseerd op bestaande wielerhelden komen er nog meer bekende personen in het verhaal voor, hoewel deze slechts een figurantenrol spelen.
In het eerste plaatje van strook 79 loopt een man met baard en bril door het beeld in wie de wielerfan die de wedstrijden volgt via de uitzendingen van de BRTN Mark Vanlombeek kan herkennen. Deze verslaggever zorgt al gedurende 20 jaar voor de reportages van wielerwedstijden die door de Vlaamse omroep worden uitgezonden.
Tijdens het schrijven van dit stukje ontdekte ik nog een gedetailleerd getekende man die gedurende een kort moment in beeld komt, in strook 58 om precies te zijn. Ik vermoedde aanvankelijk dat dit een oud-renner was en dacht daarbij aan tweevoudig Tour-winnaard Bernard Thevenet. Marc Verhaegen onthulde op 5 april 2002 op het forum van de Fameuze Fanclub echter de juiste identiteit van deze persoon. Het blijkt te gaan om de man die veel tweede plaatsen maar, helaas voor hem, geen enkele overwinning in de Tour op zijn naam heeft staan: Raymond Poulidor.
De ploeg van Suske en Lambik telt ook een aantal coureurs dat nog actief is in het hedendaagse wielerpeloton. Hoewel ze niet in beeld komen zijn hun namen af te leiden uit de woorden die Eddy Merckx spreekt wanneer Suske de Tour verlaat. Hij zegt dan: "En wij weten ons wel te redden. Johan en Wilfried op het vlakke parcours. Frank en Axel in de bergen, jaja!" Daarmee doelt hij op de sprinters Johan Museeuw en Wilfried Nelissen en de aanstormende jonge talenten Frank Vandenbroucke en Axel Merckx (de zoon van Eddy). Kennelijk is Merckx ploegleider van een volledig Belgische ploeg. Renners van andere nationaliteiten worden in het verhaal niet genoemd.
De Tour-editie die in "Het kostbare kader" wordt beschreven krijgt uiteindelijk een winnaar in de persoon van de Fransman Phar Hazard. Marc Verhaegen baseerde deze renner op de coureur Yves Hézard die in de jaren '70 de Tour diverse keren heeft gereden en daarbij één keer een etappe wist te winnen.
Dat Phar Hazard uiteindelijk de Ronde wint kan bijna geen toeval zijn, hoewel zijn naam anders doet vermoeden. Phar Hazard valt namelijk ook te lezen als een verbastering van het Franse "par hasard" wat "toevallig" betekent.
Het parcours
Volgens het routekaartje in strook 45 voert de editie van de Ronde waar Suske en Lambik aan deelnemen door geheel Frankrijk, met start en finish in Parijs. Tussen alle plaatsen op de kaart zijn namelijk stippellijntjes getrokken die de etappes aangeven. Aangezien de Ronde altijd eindigt in Parijs zou hieruit moeten worden afgeleid dat ook de start in de lichtstad plaatsvindt. Uit het verhaal blijkt echter dat de Tour start in Lyon.
De eerste grote bergrit vindt in "Het kostbare kader" al plaats in de tweede etappe. Dit lijkt een scenario dat de Tour-directie in werkelijkheid slechts zeer zelden zal volgen. Traditioneel strijden de sprinters in de eerste week om de ereplaatsen en komen de klassementsrenners pas in een later stadium van de wedstrijd naar voren.
De alpenetappe in Het kostbare kader voert het peloton achtereenvolgens over de Col du Glandon, Col du Télégraphe en de Col du Galibier, gevolgd door een afdaling naar de meet. Al deze bergen zijn regelmatig in de route van de Ronde opgenomen geweest. De laatste keer dat de coureurs deze bergen echter in de hiervoor genoemde volgorde kregen voorgeschoteld was in 1993. De Zwitser Tony Rominger wist de etappe naar Serre Chevalier toen te winnen.
Uitzonderlijke prestaties
De sportieve prestaties van Suske en Lambik mogen overigens gerust enige verwondering wekken. Voor een man van middelbare leeftijd, zoals we Lambik toch wel mogen beschouwen (hoewel hij het er zelf wel niet mee eens zal zijn) mag het een medisch wonder heten dat hij op topniveau kan meedraaien in de zwaarste wielerwedstrijd van het jaar. Het feit dat zijn goede prestaties vooral blijken te zijn veroorzaakt door doping doet aan die verwondering niets af. Zelf met de stimulerende kracht van testosteron in zijn lijf zou Lambik normaal gesproken de grootste moeite moeten hebben om aan de staart van het peloton mee te kunnen rijden.
Bovendien hebben we Lambik nog maar één keer eerder in actie gezien op de racefiets. Aan het begin van De kleine postruiter komt zijn, fanatiek gereden, toertocht tot een abrupt einde als hij tegen Jo Borlez, directeur filatelie, oprijdt.
Suske is naar mijn weten zelfs nog nooit eerder op een koersfiets gesignaleerd. Waar de leeftijd van Lambik voor een Tour-deelnemer aan de hoge kant lijkt te zijn is die van Suske juist weer erg laag. Hij pakt al snel de gele trui en niets wijst erop dat hij die niet tot aan Parijs zou hebben kunnen verdedigen wanneer hij er niet voor zou hebben gekozen om op zoek te gaan naar zijn oudere vriend. Aangenomen dat Suske een jaar of 14 is levert dat een aantal merkwaardige feiten op. In de eerste plaats zou Suske normaal gesproken nog bij de junioren moeten rijden, en die categorie is uitgesloten van deelname aan de Tour de France. Bovendien is de jongste winnaar van de Tour tot nog toe Henri Cornet geweest die ten tijde van zijn zege, in 1904, pas 19 jaar oud was. In de edities van de laatste decennia is Laurent Fignon de jongste winnaar geweest. Hij was in 1983 nog net geen 23 jaar.
Alles wijst er dan ook op dan aan Suske een groot en veelzijdig sporttalent verloren is gegaan. In "De goalgetter" was hij al de beste voetballer van de wereld. Daar had hij toen overigens nog wel de magische krachten van de voetbalster voor nodig. Als wielrenner heeft hij genoeg aan een niet al te langdurige training onder de leiding van professor Barabas. Wie weet in welke sporten Suske in de toekomst nog meer zal kunnen schitteren?
Auto
In enkele recente afleveringen van Versus is er de nodige aandacht besteed aan de auto's waarin onze helden rijden. Het viel mij op dat Sidonia, in haar rol van official, de beschikking heeft over een Citroën. Aangezien Fiat al jaren alle volgauto's levert die in de Tour worden gebruikt is dat op zijn minst wat merkwaardig.
Tenslotte
Mijn slotconclusie na bestudering van dit alles is dat "Het kostbare kader" een leuk album is waar veel wielerfeiten in zijn verwerkt. Dat hier en daar een andere draai aan de realiteit van de Tour de France wordt gegeven komt het verhaal alleen maar ten goede. Hierdoor konden vele grappen in het scenario worden verwerkt die anders niet mogelijk zouden zijn geweest.