Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De stierentemmer


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 132 (1e druk: 1972)
Voor het eerst in album verschenen in 1950

De stierentemmer De aankondiging van dit verhaal stond op 5 januari 1950 in De Standaard. Een dag eerder werd ook al een aankondigingsplaatje afgedrukt. Op 6 januari startte de voorpublicatie en eindigde op 15 mei 1950. Het album verscheen ook in hetzelfde jaar.

In De stierentemmer gaan Suske en Wiske naar Spanje. Spanje had in 1950 een roerige periode achter de rug. De Spanjaarden waren weliswaar niet betrokken geweest bij de gevechten tijdens de Tweede Wereldoorlog, echter hadden ze enkele jaren voor de Tweede Wereldoorlog te kampen gehad met een vreselijke burgeroorlog, uitgelokt door de ontevreden generaal Francisco Franco y Bahamonde. De regering van Spanje destijds werd geleid door een coalitie van socialisten, linksburgerlijke republikeinen en communisten. Grootgrondbezitters, conservatieve militairen, industriëlen, maar ook grote gedeeltes van de Rooms-Katholieke geestelijken en natuurlijk de fascistische Falange-partij begonnen generaal Franco openlijk te ondersteunen. Het volk was hierna niet meer te houden en ging op de straat tegen aanhangers van de regering te vechten. Dit alles begon 17 juli 1936 in Spaans-Marokko en greep over naar het Spaanse vasteland.
Franco zag in Adolf Hitler en Benito Mussolini medegenoten, omdat zij ook een felle houding bezaten tegen socialisten en communisten en zond brieven waarin hij om hulp vroeg in vorm van oorlogsmateriaal en vliegtuigen. Hitler hapte gretig toe omdat het in zijn plannen van pas kwam. Weliswaar niet openlijk voor de rest van de wereld, begon hij oorlogsmaterieel richting generaal Franco te sturen. Ondertussen stroomden vele buitenlandse socialisten en vrijheidslievende mensen Spanje naar binnen om de legale socialistische regering te helpen in hun open strijd tegen Franco. ( onder deze buitenlanders was ook de wereldvermaarde Amerikaanse auteur Ernest Hemingway *21.07.1899 - +02.07.1961 als oorlogscorrespondent aanwezig. Diep onder de indruk van het gruwelijke gebeuren schreef hij de roman "For whom the bell tolls" ) Hitler verbood openlijk voor de gehele wereld, dat er Duitsers richting Spanje zouden gaan om er te vechten (!).
Onder het voorwendsel, dat Spaanse rebellen een Duits oorlogsschip zouden hebben aangevallen, en nu de vergelding niet op zich kon laten wachten, liet hij op 26 april 1937 een eskader met bommenwerpers het stadje Guernica platbombarderen.
Diep onder de indruk van de weerzinwekkende gevolgen van dit bombardement en de oorlog in het algemeen creeerde Pablo Picasso ( * 25.10.1881 - + 08.04.1973 ) één van zijn beroemdste schilderijen, "De dood van Guernica" in 1937. Dit schilderij werkt bij beschouwing afschrikkend door de vervormde ledematen van mens en dier en door de ogenschijnlijke pijn, die in de groot opengereten monden en ogen te zien valt.
Het einde van de Spaanse burgeroorlog werd bezegeld door de intocht van de Nationaal-Spaanse troepen onder generaal Franco in Madrid op 28.03.1939.
In de tijd na de oorlog richtte de nieuwgebakken dictator Franco zijn ogen op de wederopbouw van het geschonden Spanje en vooral na de Tweede Wereldoorlog zorgde hij ervoor dat het toerisme begon te bloeien. Het mocht niet baten, in 1975 werd Spanje weer een democratie met een koning als representant, een constitutionele monarchie!

Samenvatting

Tijdens een autorit zien Lambik, Suske en Wiske hoe een auto gedwongen word te stoppen. De belagers stelen een hoedendoos. Deze hoedendoos is van de befaamde operazangeres Carmensita Falasol. Sidonia vindt tijdens een schouwburgbezoek uit dat deze operazangers haar nichtje Net de Anker is. Ze is destijds naar Spanje gegaan en heeft daar een man leren kennen, Don José del Rondello. Ze trouwde met hem en kreeg een kind, Sprotje. Tijdens de burgeroorlog verloor Net haar man uit het oog en zat er met het kind. Om het hoofd boven water te kunnen houden begon ze, vanwege haar orkaanachtig stemgeluid, een carriere als operazangeres. Waarvoor de bandieten haar de hoedendoos met Sprotje erin, ontvoerd hebben, weet ze niet. Suske, Wiske, Lambik en Sidonia besluiten haar te helpen en vliegen naar Spanje om Sprotje te vinden. Door een ongeluk raken Lambik en Wiske uit het vliegtuig. De twee komen in een herberg terecht en 's nachts ziet Wiske een kans in het netwerk van de kinderrovers binnen te sluipen als kinderverzorgster. Lambik is intussen een loopbaan begonnen als matador, een stierentemmer.
Wiske vlucht met Sprotje naar een oude burcht en in deze burcht houdt zich tevens Don José del Rondello, de verloren gewaande vader van Sprotje schuil . Hij is uitvinder en wil het het afslachten van de arme stieren in de arena's tegengaan door zijn nieuwe uitvinding. Nu wordt duidelijk, dat de bende, die Sprotje ontvoerd hebben stierensmokkelaars zijn, die aan de corrida's een flinke smak geld verdienen. Door de uitvinding zouden ze geruïneerd zijn en ontvoerden daarom Sprotje. Aan de vooravond van het stierengevecht probeert Don José, geholpen door de gemaskerde Suske en Sidonia, tevergeefs Lambik te bewegen niet tegen de stieren te vechten. Daarbij vallen Sidonia en Suske in de handen van de bandieten. Met dit feit wordt Lambik nu door de bandieten gechanteerd om toch aan het gevecht deel te nemen.
De dag erna in de arena weigert Lambik om de stier te doden. Suske, die aan de bandieten ontsnapt is, Wiske en Sprotje komen plots met de uitvinding opdagen. Het is een mechanische stier!
De machteloos geworden bandieten vluchten met Sprotje het bergland in en worden daarbij belagerd door de Spaanse politie, de carabinieri. Carmencita, echter is het die de oplossing brengt. Ze zingt de bandieten buiten westen.
Don José, Carmencita en Sprotje zijn nu weer als familie gelukkig verenigd. Na deze volbrachte taak keren onze vrienden weer huiswaarts.

Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'