Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De Witte Uil


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 134 (1e druk: 1972)
Voor het eerst in album verschenen in 1950

De Witte Uil De aankondiging van De Witte Uil viel voor het eerst op 29.07.1948 te bewonderen en het verhaal zelf liep dan vanaf de 30.07.1948 tot en met 07.12.1948 als voorpublicatie in De Standaard. Het album verscheen eerst 1950.

Het land China beleefde in de eerste vijftig jaren van de 20e eeuw verschillende omwentelingen. Het begon de 20e eeuw als keizerrijk. Door diverse binnenlandse politieke verwikkelingen en mede door de al te jonge leeftijd van de keizer, het was namelijk nog een klein kind bij de troonopvolging, werd het keizertje van de troon verdreven.
Daarna volgde roerige periodes, waarin het imperialistische keizerrijk Japan, destijds nog Nippon genoemd, grote delen van China bezette als protectoraat. Japan trachtte door enkele, zelf beraamde aanslagen uiteindelijk China legaal bij het keizerrijk Japan in te verlijven, echter mislukte dit en de bevolking van het geprotecteerde gedeelte van China kreeg het zwaar te verduren.
Het prachtige De blauwe lotus met de stripfiguren Kuifje en Bobbie van de Belgische auteur Hergé liet ongewild zien, hoe de toestand in het geprotecteerde China was. Als men de stripbiografie met name De avonturen van Hergé van de auteuren Stanislas, Bocquet en Fromental geloven mag, ontsnapte Hergé een aanslag, beraamd door Japanse agenten, omdat hij met zijn De blauwe Lotus te dicht bij de waarheid lag.
Na de Tweede Wereldoorlog, na de val van het Japanse keizerrijk, viel China ten prooi aan een burgeroorlog tussen nationalisten, aangevoerd door Tsjiang-Kai-Shek, en communisten met Mao-Tse-Toeng aan het hoofd. De nationalisten moesten uiteindelijk het veld ruimen en vluchtten naar een eilandengroep bij China voor de kust : Taiwan.
Heden ten dage nog is Taiwan een begeerd object voor de Volksrepubliek China dat het koste wat het kost wil annexeren.

In die tijd waar De Witte Uil voor het eerst als voorpublicatie verscheen, 1948, was de burgeroorlog tussen communisten en nationalisten in volle gang, maar buiten enkele naamverwijzingen, nam Willy Vandersteen geen notitie van deze gruwelijke burgeroorlog.
In dit verhaal verschijnt ook Arthur, de broer van Lambik (zie De vliegende aap), voor de tweede keer in de reeks.

Samenvatting

Een achterbakse Chinese bende gebruikt Lambik om Arthur, de vliegende aap en tevens Lambik´s broer, te ontvoeren. Zij gaan om het doel te bereiken letterlijk over lijken en laten Lambik opium schuiven. De Salamander, de bendeleider verdwijnt via een duikboot met Arthur aan boord. Suske en wiske willen erachter aan met de Gyronef, maar ontdekken eerst dat Lambik van de Pijp der Dwazen gerookt heeft. Hij ziet er nu uit als een halve Chinees en heeft een splaakgeblek.
Na een woeste achtervolging met de Gyronef komen zij in een deel van China terecht, vergeten door de buitenwereld, waar de oude waardes in ere gehouden worden. Het volk wordt geregeerd door een wrede mandarijn, die thee voor de blanken ruilt voor opium. Deze heeft vroeger het prinsesje Tsji-tsji van de troon gestoten. De vader van Tsji-tsji had op zijn sterfbed nog een wens bij Boeddha vrij en als er gevaar dreigt voor het prinsesje, zou een vreemde vogel haar komen helpen.
Om te verhinderen dat de belofte van Boeddha uitkomt laat de wrede mandarijn alle zeldzame vliegende wezens ontvoeren, waaronder Arthur. Ze bevrijden Arthur, door o.a. een geheim wapen van Lambik en laten een vredesduif vrij, die een bom laat ontploffen, waaruit gouden harten regenen op de tegenstanders van de prinses en veroorzaakt ook, dat  Lambik´s splaakgeblek verdwijnt. Bekeerd door de regen van gouden harten zien de  tegenstanders de fouten van hun handelingen in en zetten het prinsesje weer op de troon.

Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'