Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De snoezige Snowijt - Het vliegende hart


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 188 (1e druk: juni 1982)

De snoezige Snowijt, Het vliegende hart In de jaren 80 is er een drietal albums verschenen, waarin steeds twee kortverhalen werden opgenomen. Deze waren al eens verschenen, of als voorpublikatie in een katholiek weekblad, of als reklameverhaal e.d.
De reden, dat deze kortverhalen nu als albums verschenen, zal wel te zoeken zijn in het feit dat volgens de uitgeverij tussen het verschijnen van de nieuwe verhalen een te lange tijd verstreek.

Dit album, nr. 188 in de reeks, met de twee kortverhalen verscheen juni 1982.

Het eerste verhaal De snoezige Snowijt verscheen voor de eerste keer in het Winterboek 1973.
Duidelijk is dat voor dit verhaal het Kerstverhaal, de geboorte van Jezus Christus, model heeft gestaan.

Lambik krijgt van Suske en Wiske een sneeuwman, die precies op Lambik lijkt, cadeau. Deze smelt echter.
Professor Barabas onderzoekt om de treurige Lambik op te beuren, via het scherm van de teletijdmachine de legende van de sneeuwkoningin Hiverna, die in de 16e eeuw het Brabantse dorp Kerstebeek tegen de Spanjaarden beschermde.
Per ongeluk hevelt Lambik een sneeuwbaby, Snowijt, naar het heden. Hiverna, doodongelukkig over het verlies van haar baby, kan nu Kerstebeek niet meer beschermen. Nadat Barabas de ontregelde teletijdmachine weer gerepareerd heeft flitsen ze Snowijt weer terug. Per abuis is Schanulleke meegeflitst.
Suske en Wiske flitsen zich terug in de tijd naar de 16e eeuw nabij Kerstebeek om Schanulleke weer terug te vinden. Ze vinden de sneeuwbaby en maken kennis met Flip, het winterkoninkje. Deze heeft Schanulleke naar Hiverna gebracht. De kinderen willen nu Snowijt terugbrengen, maar worden door de Spanjaarden achtervolgd. Dezen willen de sneeuwbaby bemachtigen om Hiverna buiten schot te zetten. Jerom en Lambik komen de kinderen te hulp. Na enkele hachelijke avonturen krijgt Hiverna haar baby terug en stuurt onmiddelijk de drie ijskoningen, Wind, Hagel en Sneeuw om de Spanjaarden voorgoed te verdrijven. Na de goede afloop wil Lambik een bijzondere beloning afhalen bij Hiverna, namelijk... een kus, maar Sidonia steekt hier een stokje voor.


Het tweede verhaal, Het vliegende hart, liep exclusief als voorpublikatie in het katholieke weekblad De Bond van 14 december 1952 tot 27 december 1953. Daarna werd het nog eens heropgenomen in het Vakantieboek 1973.

Voor de derde keer presenteert Willy Vandersteen hier ons in dit verhaal een avontuur op het eiland Amoras. De vorige verhalen waren Op het eiland Amoras en De stalen bloempot. Ook na deze verhalen bleef het eiland Amoras bij uitstek geschikt om er avonturen te beleven, zoals in Amoris van Amoras en meer recentelijk De verdwenen verteller.

Door een sprekende papegaai, met een hart op zijn borst, komen onze vrienden te weten, dat op Amoras prins Koenhart, zijn gemalin en dochtertje betoverd zijn. Lambik, Sidonia en de kinderen gaan meteen op weg met de Gyronef naar het eiland. Aangekomen op Amoras vinden onze vrienden uit, dat de plaatselijke herbergier en de notaris valsaarden zijn. Na enkele avonturen bevrijden ze het gevangen prinsesje. Ze zegt dat de valse notaris en een heks haar ouders ontvoerd hebben en dat ze blind is geworden. Alleen een trouwe papegaai was in deze treurige tijd haar metgezel. Plots was deze weg en is nu weer terug bij haar. Wiske belooft het prinsesje dat ze de verantwoordelijken te pakken zullen krijgen. Zo is het ook! Ze krijgen de heks en de notaris te pakken. Prins Koenhart wordt onttoverd en de papegaai met het hart op de borst is niemand anders als de moeder van het prinsesje. Nadat ook zij haar gedaante weer teruggekregen heeft, kan het prinsesje weer zien.


Tekst: Alain Stienen