Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De stenen broden


Eerste uitgave: 1981

Het Suske en Wiske-verhaal De Stenen Broden verscheen voor het eerst in het eerste deel van Plezier met Suske en Wiske in 1981. Deze nieuwe bundeling was bedoeld als de opvolger van Vakantieboek, dat als bundeling van Vandersteenverhalen begon in 1973 met o.a. het Suske en Wiske-verhaal De rammelende rally.
De Stenen Broden kende daarna nog vele hernemingen, o.a. als uitgave voor het waspoedermerk DASH en als tweetalige uitgave voor Gervais Danone BeNeLux, beide in 1984; in combinatie met het Suske en Wiske-verhaal De zilveren appels voor Hema in 1986, als Dubbelstrip met De Gouden Bloem in 1987 en in combinatie met de Lambik-verhalen Circus Zere Knie en De lek in het dak in het Familiestripboek van 1997.

Als locatie diende Zwitserland. In dit land, gelegen in de Alpen, keerden Suske en Wiske later nog eens terug om Lambik in het verhaal Het slapende goud (2005) uit de penarie te helpen. Dit verhaal was tevens het begin van een nu, anno 2010, uiterst vlot verlopende samenwerking van de heren Peter Van Gucht (*1963) en Luc Morjaeux (*1960).
Zwitserland is een confederatie, bestaande uit 26 kantons (vergelijkbaar met provincies). Officieel heeft het land géén hoofdstad, maar in het algemeen heeft de stad Bern deze functie.
In het jaar 1815, tijdens het Congres van Wenen, waar Europa na de nederlaag van Napoleon (*1769 - +1821) herordend werd door de overwinningsmachten Rusland, Pruisen, Oostenrijk en Het Verenigd Koninkrijk, kreeg Zwitzerland haar neutraliteit, die tot op heden voortduurt. Zelfs de gruwelijke dictator Adolf Hitler (*1889 - +1945) respecteerde dit vóór en tijdens de tweede wereldoorlog (1940/45) en liet het land ongemoeid. Daardoor is en wil het ook niet tot de EU behoren.
De laatste tijd viel dit land in de internationale media op door het minaretverbod en de ruzie met het Noord-Afrikaanse land Libië. Het laatste gebeurde door de arrestatie, wegens mishandeling van hotelpersoneel, door de zoon van de dictator Moammar al-Gaddaffi (*1942) uit Libië. Dit had tot gevolg dat al-Gaddaffi, ziedend van woede, de zakelijke betrekkingen tussen beide landen op koud ijs legde en enkele Zwitserse zakenlieden in de gevangenis liet smoren.

Brood is één van de belangrijkste voedingsmiddelen der mensheid. Eender waar op de wereld en wanneer in de geschiedenis, brood speelde altijd een grote rol voor ons mensen!!!
In de informatieve strip (een combinatie uit lappen tekst en stripplaatjes) van het Suske en Wiske-verhaal De Blijde Broodeters ( 1982) wordt op de geschiedenis van het brood ingegaan.
In het begin van strook 13 spelen de twee kinderen spelletjes in het Vakantieboek!!!! ...niet in Plezier met Suske en Wiske! Opmerkelijk, maar dat zal men beslist bij het ter druk gaan van de eerste bundeling van verhalen met de naam Plezier met Suske en Wiske bij de uitgever over het hoofd hebben gezien.

In het midden van strook 4 heeft men het over heimatmuziek. Dit is muziek, zoals de naam al zegt uit de heimat, het Duitse woord voor vaderland. Dit soort muziek wordt natuurlijk op muziekinstrumenten gespeeld die daar typisch zijn en prompt zien we in het begin van dit verhaal al zo'n instrument, ...namelijk de Alpenhoorn!
Andere landen waar heimatmuziek gespeeld word is in Noord-Italië (Zuid-Tirol), Oostenrijk en de Duitse deelstaat Beieren.

In strook 56 zen we een koekoeksklok, maar dat is fout want de koekoeksklok wordt traditioneel alleen maar in Schwarzwald (Het Zwarte Woud) vervaardigd. Het Zwarte Woud ligt in het zuidwesten van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg, dus hélemaal niet in Zwitserland, waar dit verhaal zich afspeelt.

Ook een ander beroemd stripduo heeft Zwitserland al eens in van hun vele verhalen bezocht, namelijk Astérix en Obelix in het verhaal Astérix en de Helvetiërs (1973).

Samenvatting

Suske en Wiske zijn dit jaar met Lambik en Jerom op vakantie gegaan in Zwitserland. Met volle teugen genieten zij van dit prachtige land. Vanuit een naburig dorpje horen ze vrolijke muziek en daar gaan ze op af. In het dorpje wordt flink feestgevierd, maar er wordt ook een wedstrijd gehouden. Grote sterke mannen moeten om de beurt grote zware keien die er uitzien als broden zover werpen als ze kunnen. Een kolfje naar Jerom's hand en even later staat hij met een geleende kei tussen de deelnemers. Natuurlijk wint hij, want hij smijt de steen tot ver achter een naburige berg.
De eigenaar van de steen is echter niet zo blij, want dat ding had historische waarde voor hem. Jerom belooft de man, dat hij die steen gaat zoeken en is vertrekt.

Jerom blijft weg en de twee kinderen en Lambik besluiten om naar hun chalet te gaan. De avond en de nacht verlopen rustig, tot bij het gloren van de ochtend een formidabele kei in de vorm van een brood door het dak valt en bij Wiske in de slaapkamer terechtkomt.
Wiske, die denkt, dat het een oudbakken brood is, trapt ertegen en doet zich geweldig pijn.

Het raadsel blijft onopgelost en enkele uren later zijn ze op stap in de buurt. Wiske blijft echter piekeren over het mysterie van het stenen brood.
In de verte zien zte ze een ruïne van een kasteel. Nieuwsgierig als ze zijn, gaan ze erheen en ontdekken een stenen standbeeld uit het jaar 1645, wat nogal grimmig kijkt.
Een plaatselijke inwoner vertelt hen, dat het standbeeld Hans Waldenburg is, maar meer weet hij er ook niet over. Wiske ontdekt plots sporen aan de voet van het beeld en beweert dat die wel eens van Hans Waldenburg zouden kunnen zijn. Wiske wordt na deze bewering getrakteerd op spotgelach van Suske en Lambik, maar het voorval wordt snel vergeten.

De volgende dag sprint Wiske vol vreugde over het begin van een stralende dag het chalet uit en valt over een stenen brood! Suske stelt voor in het naburige dorp informatie te gaan vragen. Behalve dat iederen zegt dat dit al eeuwen zo is weet niemand echter meer over de stenen broden.
Die nacht kan Wiske de slaap niet vatten en wil op onderzióek gaan bíj het beeld van Hans Waldenburg. Bij het standbeeld ontdekt ze iets wat het bloed in haar aderen laat stollen.
De volgende dag merkt Suske, dat Wiske er niet is en door haar voetstappen in de dauw van het gras te volgen, worden ze naar het standbeeld geleid. Van Wiske valt echter niets te zien of te ontdekken. Uit woede trapt Suske ergens tegenaan en ontdekt dat het Schanulleke, Wiskes voddepopje, is. Wiske is dus bij het standbeeld geweest, maar waar is ze nu?
Na een tijdje ontdekken de twee een geheime gang aan de voet van het standbeeld. Ze lopen door een lange gang en vinden, behalve Wiske, ook een middeleeuwse broodoven.
Wiske vertelt hen dat ze gezien heeft hoe de stenen Hans Waldenburg van zijn voetstuk af kwam en probeerde om de broden te bakken, Maar wat hj ook deed, ze kwamen allemaal versteend uit de oven. Uit woede en vertwijfeling smeet hij de versteende broden ver in het rond.
Wiske heeft foto´s van het gebeuren kunnen maken en inderdaad, dat wat zij beweert is op de foto´s te zien.

Ze bellen professor Barabas en die besluit het verhaal te onderzoeken met de teletijdmachine. Hij besluit Sidonia naar het kasteel Waldenburg in het jaar 1645 te flitsen om het raadsel te ontsluieren. Met tegenzin stemt Sidonia toe.
Bij het kasteel Waldenburg aangekomen ziet ze hoe het tot dat drama gekomen is. De op goud beluste kasteelheer Waldenburg bespot een arm oud vrouwtje, dat om een stuk brood bedelt, door haar een zak vol stenen te geven. Daarop vervloekt ze de man. Na zijn dood zal zijn ziel eerst rust vinden als hij één echt brood kan bakken.
Barabas moet snel ingrijpen en flitst Sidonia terug, want zij dreigt aan de lansen van de kasteelbewakers geregen te worden. Kort daarna licht hij per telefoon onze vrienden in Zwitzerland in.

Suske en Wiske willen de arme sukkelaar helpen, maar Lambik interesseert het niet, hij maakt liever een bergtocht. Tegen de avond slaat het weer plots om en Lambik is gedwongen in een berghut te overnachten. Rond dezelfde tijd besluiten Suske en Wiske ondanks het gure weer naar het standbeeld te gaan. Tegen middernacht zien ze hoe de stenen Hans Waldenburg van het voetstuk afdaalt en Wiske grijpt in. Dit heeft fatale gevolgen, want de stenen Hans schrikt zich te pletter en probeert met een boot te vluchten over het nabijgelegen meer. Daarbij wankelt hij en valt met al zijn stenen gewicht in het meer. Met veel moeite haalt Suske hem eruit en Hans Waldenburg biecht zijn schanddaad op in de bakkerij onder het voetstuk. Na de biecht weet Wiske raad, maar het moet wachten, omdat de dag nadert.

Tijdens het ochtendgloren besluit Lambik af te dalen en merkt dat er een enorme barst is ontstaan in een overhangende rots. Als dat loskomt dreigt het dorp verpletterd te worden door een steenlawine. In een soort zelfgemaakte bobslee met kaaswielen rijdt Lambik onstuimig de berg af, maar verongelukt en blijft bewusteloos aan een boom liggen. De enige getuigen zijn Alpenkoeien.

Die avond gaan de twee kinderen weer op pad en onder in de bakkerij graven ze het goud van Hans Waldenburg op en verhitten het tot het edelmetaal vloeibaar wordt. Daar waar normaal het hart van een mens zit, boort Suske een gat in de stenen Hans en Wiske giet het vloeibare goud via een trechter in de hartstreek. Nadat het goud is gestold laten ze Hans een brood bakken en zie aan... het brood blijft een brood en smaakt zelfs nog lekker ook.
Plots verschijnt de geest van het oude vrouwtje. Hans schenkt haar het brood en zij vergeeft hem, maar rust zal hij pas kennen als zijn stenen broden zijn medemensen kunnen helpen!

Vol woede en verdriet neemt Hans weer plaats op het voetstuk. Beteuterd gaan Suske en Wiske weer naar huis. Daar aangekomen bonkt plots iets op de voordeur. Het zijn de Alpenkoeien die de nog steeds bewusteloze Lambik naar huis brengen. Als Lambik weer bij bewustzijn is vertelt men elkaar wat er gebeurd is.
Suske stelt voor meteen het dorp te laten ontruimen, maar Jerom duikt plotseling weer op. Eindelijk heeft hij de waardevolle steen gevonden. Het pleit is nu snel beslecht. Ze verzamelen al de stenen broden die Hans Waldenburg gebakken heeft in een ossekar en Jerom plaatst de kar met stenen onder de overhangende rots.
Het dreigende gevaar is nu geweken en de dorpbewoners vieren de volgende dag dankbaar feest met onze vier vrienden. Maar ook iemand anders is nu gelukkig! Hans Waldenburg heeft door deze actie zijn rust gevonden en zijn standbeeld heeft nu een zalige glimlach op zijn gelaat.


Tekst: Alain Stienen