Suske en Wiske op het WWW - Versus

Schanulleke leeft!

(vervolg op het artikel uit no. 36)


Dit artikel is voor het eerst verschenen in Versus no. 37 (maart 1997).

De rinoramp
Een magische dans van de Masai zorgt ervoor dat Suske en Wiske en hun vrienden met de dieren kunnen praten. Een onverwacht neveneffect van de dans is dat ook Schanulleke plotsklaps weer tot leven komt. Hierbij behoudt ze, net als in het vorige avontuur wel haar eigen formaat. Dit stelt haar in staat om te rijden op Dikdik, een kleine antilope. Tijdens hun tocht, op zoek naar de stropers die het gemunt hebben op de zwarte neushoorn, bekent Dikdik dat hij wel met Schanulleke wil trouwen. Daar blijkt het popje echter niets voor te voelen. Ze zegt: "... Vergeet het maar, Dikdik, ik zal Wiske nooit verlaten! Al jaren zorgt ze voor mij, wij zijn onafscheidelijk! ..." Dit is voor het eerst dat Schanulleke zo duidelijk te kennen geeft dat ze bij Wiske hoort. In Poppenland had ze welliswaar ook heimwee naar haar poppenmoeder, maar toch beantwoordde ze de liefde van Pierrot. Ook haar "broertje" had genoeg aantrekkingskracht op haar om het verlangen naar Wiske naar de achtergrond te dringen.
Nadat Schanulleke en Dikdik getuige zijn geweest van de dood van een neushoorn is haar rol grotendeels uitgespeeld. Ze is verder alleen nog als figurant op enkele plaatjes te zien. Als Tante Sidonia aan het eind van het verhaal een telefoongesprek voert met baron Van Halbertsveld houdt Wiske haar popje vast als ware ze alweer levenloos. Dat dit niet het geval is wordt een strook later aangetoond waarin Schanulleke, samen met haar vrienden, de handen juichend opsteekt wanneer ze de plannen verneemt die bedoeld zijn om het stropen van neushoorns tegen te gaan.
In de laatste stroken van het avontuur probeert Lambik nog met een paar honden te spreken, wat hij niet meer kan omdat de betovering is uitgewerkt. Over Schanulleke wordt verder niet meer gesproken.

De mysterieuze mijn
De heks Leyn Wecks gooit een flesje met een magische vloeistof naar Tobias om hem weg te jagen. Zowel het boompje waar hij zich achter verschuilt als Schanulleke, die hij in zijn bek heeft komen daarop tot leven. Bovendien kan hij zelf praten.
In de strijd tegen de heks bewijzen de drie betoverde wezens hun moed en waarde als ze de mijn intrekken om Suske, Wiske en Lambik te zoeken. Zij weten hun vrienden van de dood te redden en dragen ook in hoge mate bij aan de uiteindelijke overwinning op hun tegenstandster.
In de laatste strook van het avontuur heeft Wiske haar popje in de hand. Net als in de Rinoramp het geval was lijkt Schanulleke op dat moment nog te leven. Ze heeft tenminste een verbaasde uitdrukking op haar gezicht als ze ziet dat Lambik zich als boom voordoet om van de Heilige Barbara een krullebol te vragen.
Wanneer de betovering precies is uitgewerkt vermeldt de historie niet. In de volgende verhalen waarin ze te zien is leeft ze echter niet meer.

Het kostbare kader
Suske voorziet Schanulleke van een, inwendig, mechaniekje waardoor ze kan lopen. Dit komt goed van pas als Wiske haar vriend wil laten weten dat ze aan hem blijft denken hoewel ze samen met tante Sidonia is vertrokken bij de Tour de France-equipe waar Suske deel van uitmaakt. Aan het eind van het verhaal gebruikt Suske het lopende popje om het buisje met uranium buiten bereik van Grandcru te brengen. Voordat zij met het buisje in een diepe en smalle kloof stort wordt ze echter neergeschoten. Ondanks deze tegenslag komt het buisje uiteindelijk toch in goede handen terecht. In het ziekenhuis wordt de schotwond die ze opliep gehecht en Schanullekes portret verschijnt in de krant. Op de foto zwaait ze naar de lezers. Vreemd, dat zwaaien. Het mechaniekje zorgde er immers alleen voor dat ze kon lopen, de pop werd niet echt levend. Toch lijkt dat op de foto anders te zijn. Bovendien valt ze niet gewoon neer als ze wordt neergeschoten maar zakt ze huilend en aangeslagen in elkaar. Zou Schanulleke in tijden van nood dan toch vanzelf levend kunnen worden?

Het grote gat
Schanulleke gaat een digitaal leven leiden nadat ze voor de geschokte ogen van Wiske in het niets lijkt te zijn verdwenen. De poppenmoeder is zeer ontdaan over dit voorval en maakt veel misbaar. Na een tijdje heeft Suske er genoeg van en besluit om even wat te gaan spelen met Internet. Nauwelijks heeft hij de toetsen van de computer aangeraakt of daar verschijnt Schanulleke op het beeldscherm. Vanuit Cyberspace vertelt zij dat ze in goede handen is en dat ze een belangrijke taak heeft te vervullen in verband met het voortbestaan van de aarde. Vijftig dagen later verschijnt Schanulleke opnieuw op het beeldscherm om haar vrienden op te roepen om, samen met een groep belangrijke personen, naar het eiland Mangareva te komen. Wanneer het gezelschap daar aankomt krijgt het van een aantal voormalige aardbewoners te horen een waarschuwing voor de milieurampen die zich op de wereld dreigen te gaan afspelen. Deze buitenaardsen hebben Schanulleke gekozen als hun boodschapper omdat zij "een popje zonder ras of stand, huidkleur of geslacht" is.
Het leven van Schanulleke speelt zich in dit verhaal geheel en al op het beeldscherm van een computer af. Wanneer Wiske haar lieveling weer in de armen kan sluiten is het alleen nog maar een levenloze pop.
Er zijn in het verhaal geen aanwijzingen terug te vinden over hoe Schanulleke levend is geworden en ook niet of ze tijdens haar hele verblijf in het ruimteschip leefde of alleen tijdens haar optredens op Internet.

Eigen reeks
Sinds 1986 heeft Wiske's popje een eigen reeks waarin ze altijd leeft. In een eigen wereldje speelt ze met de clown Dudul aan haar zijde de hoofdrol in een lange reeks grappen. Deze verhaaltjes hebben echter weinig tot niets te maken met de lotgevallen van Schanulleke in de reeks Suske en Wiske. Wiske zelf wordt wel regelmatig genoemd maar speelt geen rol in de gags. In feite kan worden geconstateerd dat hier slechts gebruik is gemaakt van de bekend heid van Schanulleke om hier een nieuwe reeks rond op te bouwen. Evenals bij de serie Jerom-verhalen het geval was ontbreekt elk verband met de hoofdreeks waar beide figuren uit afkomstig zijn.
Veel meer over deze serie gags valt te lezen in het artikel van Jack Moonen in Versus no. 35.

De gouden friet
Dit korte verhaaltje was gratis verkrijgbaar bij het aanschaffen van OZO frituurvet in 1990. Uiteraard draait alles om de goede kwaliteit van dat produkt waarmee de patat een gouden aanzicht krijgt. Schanulleke loopt in dit verhaal levend rond zonder dat daar een verklaring voor wordt gegeven. Ze werpt zich, gewapend met mes en vork en voorzien van een servet, enthousiast op een, voor haar enorm groot, stuk patat. Voordat ze een hap kan nemen proberen handlangers van Krimson de frietpot te stelen. Na deze ontdekking van de poging tot diefstal zien we Schanulleke niet meer terug, behalve dan op de rug van het boekje waar ze de lezer samen met Suske en Wiske toezwaait.

Zuivelstrips
In 1988 verschenen er gedurende enige maanden korte strips op de zuivelverpakkingen van Albert Heijn. De bedoeling van deze verhaaltjes was om mensen te waarschuwen voor de gevaren die, met name kleine kinderen, in en om het huis bedreigen. Schanulleke speelde in deze strips een belangrijke rol. In de meeste gevallen is zij degene die een ongeluk krijgt of veroorzaakt. Er blijft haar eigenlijk niets bespaard. Zo valt ze van de trap, steekt ze haar vingers in het stopcontact, komen haar vingers tussen de deur, stikt ze bijna in een pinda en loopt ze brandwonden op als ze met lucifers speelt. En dit is nog maar een greep uit alle rampspoed die haar overkomt.
Hoewel ook de andere hoofdfiguren uit de reeks Suske en Wiske aan bod komen in deze strips is Schanulleke heel duidelijk voorsprong het voornaamste slachtoffer. Ze wordt in deze verhaaltjes feitelijk niet gezien als pop maar als kleuter die veel gevaarlijke streken uithaalt. Aan de hand van de ongelukken die haar overkomen worden tips gegeven om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Gelukkig heeft Schanulleke geen blijvend letsel opgelopen als gevolg van alle ellende die ze in deze avontuurtjes moet doorstaan.

De musical
Wiske hoopt dat ze met behulp van de sterrentapper haar popje levend kan maken. Zodra ze het apparaat daarvoor wil gebruiken verdwijnt deze echter. Vervolgens raakt Wiske onder sterrenhypnose en hoort van Schanulleke dat zij zich bevindt bij de sterrenkoningin. Van de koningin heeft ze gehoord dat er drie sterretjes verdwaald zijn op aarde en ze smeekt haar vrienden om die babysterren te gaan zoeken. Zelf moet ze bij de vorstin te blijven om haar te troosten.
In de Vlaamse versie van de musical hoort alleen de gehypnotiseerde Wiske de stem van Schanulleke. In de Nederlandse versie verschijnt de laatste echter op de Teletijdmachine en kunnen ook de anderen haar zien.
Nadat Wiske en haar vrienden de sterretjes hebben weten op te sporen, ondanks de tegenwerking van Krimson, komt Schanulleke weer terug bij haar "moeder". Het Vlaamse publiek zag de sterrenkoningin uit de hemel afdalen met het popje van Wiske in haar armen. In Nederland kwam Schanulleke zelf uit de Teletijdmachine gestapt en bleef ze nog gedurende een sterrenuur leven. Aangezien dat uur echter inging aan het eind van de voorstelling is niet bekend wat ze in die tijd allemaal gedaan heeft.

Conclusie
Samenvattend kan worden gesteld dat Schanulleke over het algemeen erg moedig is, gehecht aan Wiske, soms wat wispelturig maar altijd met het hart (van zaagsel of centaurhaar) op de juiste plaats.
Vreemd is eigenlijk wel dat er, als ze weer eens tot leven komt, nooit wordt gerept over eerdere avonturen die ze heeft beleefd. Elk verhaal waarin ze een actieve rol speelt komt op deze manier geheel los te staan van de andere verhalen.
Wanneer er geen leven in Schanulleke zit behandelt Wiske haar als een gewone pop, waarbij ze zich absoluut niet bewust schijnt te zijn van het feit dat deze ook wel eens op eigen benen staat.