Schanulleke leeft!
(vervolg op het artikel uit no. 36)
De rinoramp
Een magische dans van de Masai zorgt ervoor dat Suske en Wiske en hun
vrienden met de dieren kunnen praten. Een onverwacht neveneffect van
de dans is dat ook Schanulleke plotsklaps weer tot leven komt. Hierbij
behoudt ze, net als in het vorige avontuur wel haar eigen formaat. Dit
stelt haar in staat om te rijden op Dikdik, een kleine antilope.
Tijdens hun tocht, op zoek naar de stropers die het gemunt hebben op
de zwarte neushoorn, bekent Dikdik dat hij wel met Schanulleke wil
trouwen. Daar blijkt het popje echter niets voor te voelen. Ze zegt:
"... Vergeet het maar, Dikdik, ik zal Wiske nooit verlaten! Al jaren
zorgt ze voor mij, wij zijn onafscheidelijk! ..." Dit is voor het
eerst dat Schanulleke zo duidelijk te kennen geeft dat ze bij Wiske
hoort. In Poppenland had ze welliswaar ook heimwee naar haar poppenmoeder, maar toch beantwoordde ze de liefde van Pierrot. Ook haar
"broertje" had genoeg aantrekkingskracht op haar om het verlangen naar
Wiske naar de achtergrond te dringen.
Nadat Schanulleke en Dikdik getuige zijn geweest van de dood van een
neushoorn is haar rol grotendeels uitgespeeld. Ze is verder alleen nog
als figurant op enkele plaatjes te zien. Als Tante Sidonia aan het
eind van het verhaal een telefoongesprek voert met baron Van Halbertsveld houdt Wiske haar popje vast als ware ze alweer levenloos. Dat dit
niet het geval is wordt een strook later aangetoond waarin Schanulleke, samen met haar vrienden, de handen juichend opsteekt wanneer ze de
plannen verneemt die bedoeld zijn om het stropen van neushoorns tegen
te gaan.
In de laatste stroken van het avontuur probeert Lambik nog met een
paar honden te spreken, wat hij niet meer kan omdat de betovering is
uitgewerkt. Over Schanulleke wordt verder niet meer gesproken.
De mysterieuze mijn
De heks Leyn Wecks gooit een flesje met een magische vloeistof naar
Tobias om hem weg te jagen. Zowel het boompje waar hij zich achter
verschuilt als Schanulleke, die hij in zijn bek heeft komen daarop tot
leven. Bovendien kan hij zelf praten.
In de strijd tegen de heks bewijzen de drie betoverde wezens hun moed
en waarde als ze de mijn intrekken om Suske, Wiske en Lambik te
zoeken. Zij weten hun vrienden van de dood te redden en dragen ook in
hoge mate bij aan de uiteindelijke overwinning op hun tegenstandster.
In de laatste strook van het avontuur heeft Wiske haar popje in de
hand. Net als in de Rinoramp het geval was lijkt Schanulleke op dat
moment nog te leven. Ze heeft tenminste een verbaasde uitdrukking op
haar gezicht als ze ziet dat Lambik zich als boom voordoet om van de
Heilige Barbara een krullebol te vragen.
Wanneer de betovering precies is uitgewerkt vermeldt de historie niet.
In de volgende verhalen waarin ze te zien is leeft ze echter niet
meer.
Het kostbare kader
Suske voorziet Schanulleke van een, inwendig, mechaniekje waardoor ze
kan lopen. Dit komt goed van pas als Wiske haar vriend wil laten weten
dat ze aan hem blijft denken hoewel ze samen met tante Sidonia is
vertrokken bij de Tour de France-equipe waar Suske deel van uitmaakt.
Aan het eind van het verhaal gebruikt Suske het lopende popje om het
buisje met uranium buiten bereik van Grandcru te brengen. Voordat zij
met het buisje in een diepe en smalle kloof stort wordt ze echter
neergeschoten. Ondanks deze tegenslag komt het buisje uiteindelijk
toch in goede handen terecht. In het ziekenhuis wordt de schotwond die
ze opliep gehecht en Schanullekes portret verschijnt in de krant. Op
de foto zwaait ze naar de lezers. Vreemd, dat zwaaien. Het mechaniekje
zorgde er immers alleen voor dat ze kon lopen, de pop werd niet echt
levend. Toch lijkt dat op de foto anders te zijn. Bovendien valt ze
niet gewoon neer als ze wordt neergeschoten maar zakt ze huilend en
aangeslagen in elkaar. Zou Schanulleke in tijden van nood dan toch
vanzelf levend kunnen worden?
Het grote gat
Schanulleke gaat een digitaal leven leiden nadat ze voor de geschokte
ogen van Wiske in het niets lijkt te zijn verdwenen. De poppenmoeder
is zeer ontdaan over dit voorval en maakt veel misbaar. Na een tijdje
heeft Suske er genoeg van en besluit om even wat te gaan spelen met
Internet. Nauwelijks heeft hij de toetsen van de computer aangeraakt
of daar verschijnt Schanulleke op het beeldscherm. Vanuit Cyberspace
vertelt zij dat ze in goede handen is en dat ze een belangrijke taak
heeft te vervullen in verband met het voortbestaan van de aarde.
Vijftig dagen later verschijnt Schanulleke opnieuw op het beeldscherm
om haar vrienden op te roepen om, samen met een groep belangrijke
personen, naar het eiland Mangareva te komen. Wanneer het gezelschap
daar aankomt krijgt het van een aantal voormalige aardbewoners te
horen een waarschuwing voor de milieurampen die zich op de wereld
dreigen te gaan afspelen. Deze buitenaardsen hebben Schanulleke
gekozen als hun boodschapper omdat zij "een popje zonder ras of stand,
huidkleur of geslacht" is.
Het leven van Schanulleke speelt zich in dit verhaal geheel en al op
het beeldscherm van een computer af. Wanneer Wiske haar lieveling weer
in de armen kan sluiten is het alleen nog maar een levenloze pop.
Er zijn in het verhaal geen aanwijzingen terug te vinden over hoe
Schanulleke levend is geworden en ook niet of ze tijdens haar hele
verblijf in het ruimteschip leefde of alleen tijdens haar optredens op
Internet.
Eigen reeks
Sinds 1986 heeft Wiske's popje een eigen reeks waarin ze altijd leeft.
In een eigen wereldje speelt ze met de clown Dudul aan haar zijde de
hoofdrol in een lange reeks grappen. Deze verhaaltjes hebben echter
weinig tot niets te maken met de lotgevallen van Schanulleke in de
reeks Suske en Wiske. Wiske zelf wordt wel regelmatig genoemd maar
speelt geen rol in de gags. In feite kan worden geconstateerd dat hier
slechts gebruik is gemaakt van de bekend heid van Schanulleke om hier
een nieuwe reeks rond op te bouwen. Evenals bij de serie Jerom-verhalen het geval was ontbreekt elk verband met de hoofdreeks waar beide
figuren uit afkomstig zijn.
Veel meer over deze serie gags valt te lezen in het artikel van Jack
Moonen in Versus no. 35.
De gouden friet
Dit korte verhaaltje was gratis verkrijgbaar bij het aanschaffen van
OZO frituurvet in 1990. Uiteraard draait alles om de goede kwaliteit
van dat produkt waarmee de patat een gouden aanzicht krijgt. Schanulleke loopt in dit verhaal levend rond zonder dat daar een verklaring
voor wordt gegeven. Ze werpt zich, gewapend met mes en vork en voorzien van een servet, enthousiast op een, voor haar enorm groot, stuk
patat. Voordat ze een hap kan nemen proberen handlangers van Krimson
de frietpot te stelen. Na deze ontdekking van de poging tot diefstal
zien we Schanulleke niet meer terug, behalve dan op de rug van het
boekje waar ze de lezer samen met Suske en Wiske toezwaait.
Zuivelstrips
In 1988 verschenen er gedurende enige maanden korte strips op de
zuivelverpakkingen van Albert Heijn. De bedoeling van deze verhaaltjes
was om mensen te waarschuwen voor de gevaren die, met name kleine
kinderen, in en om het huis bedreigen. Schanulleke speelde in deze
strips een belangrijke rol. In de meeste gevallen is zij degene die
een ongeluk krijgt of veroorzaakt. Er blijft haar eigenlijk niets
bespaard. Zo valt ze van de trap, steekt ze haar vingers in het
stopcontact, komen haar vingers tussen de deur, stikt ze bijna in een
pinda en loopt ze brandwonden op als ze met lucifers speelt. En dit is
nog maar een greep uit alle rampspoed die haar overkomt.
Hoewel ook de andere hoofdfiguren uit de reeks Suske en Wiske aan bod
komen in deze strips is Schanulleke heel duidelijk voorsprong het
voornaamste slachtoffer. Ze wordt in deze verhaaltjes feitelijk niet
gezien als pop maar als kleuter die veel gevaarlijke streken uithaalt.
Aan de hand van de ongelukken die haar overkomen worden tips gegeven
om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Gelukkig heeft Schanulleke geen blijvend letsel opgelopen als gevolg
van alle ellende die ze in deze avontuurtjes moet doorstaan.
De musical
Wiske hoopt dat ze met behulp van de sterrentapper haar popje levend
kan maken. Zodra ze het apparaat daarvoor wil gebruiken verdwijnt deze
echter. Vervolgens raakt Wiske onder sterrenhypnose en hoort van
Schanulleke dat zij zich bevindt bij de sterrenkoningin. Van de
koningin heeft ze gehoord dat er drie sterretjes verdwaald zijn op
aarde en ze smeekt haar vrienden om die babysterren te gaan zoeken.
Zelf moet ze bij de vorstin te blijven om haar te troosten.
In de Vlaamse versie van de musical hoort alleen de gehypnotiseerde
Wiske de stem van Schanulleke. In de Nederlandse versie verschijnt de
laatste echter op de Teletijdmachine en kunnen ook de anderen haar
zien.
Nadat Wiske en haar vrienden de sterretjes hebben weten op te sporen,
ondanks de tegenwerking van Krimson, komt Schanulleke weer terug bij
haar "moeder". Het Vlaamse publiek zag de sterrenkoningin uit de hemel
afdalen met het popje van Wiske in haar armen. In Nederland kwam
Schanulleke zelf uit de Teletijdmachine gestapt en bleef ze nog
gedurende een sterrenuur leven. Aangezien dat uur echter inging aan
het eind van de voorstelling is niet bekend wat ze in die tijd allemaal gedaan heeft.
Conclusie
Samenvattend kan worden gesteld dat Schanulleke over het algemeen erg
moedig is, gehecht aan Wiske, soms wat wispelturig maar altijd met het
hart (van zaagsel of centaurhaar) op de juiste plaats.
Vreemd is eigenlijk wel dat er, als ze weer eens tot leven komt, nooit
wordt gerept over eerdere avonturen die ze heeft beleefd. Elk verhaal
waarin ze een actieve rol speelt komt op deze manier geheel los te
staan van de andere verhalen.
Wanneer er geen leven in Schanulleke zit behandelt Wiske haar als een
gewone pop, waarbij ze zich absoluut niet bewust schijnt te zijn van
het feit dat deze ook wel eens op eigen benen staat.