Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De poenschepper


Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 67 (1e druk: maart 1967)

De poenschepper Normaal gesproken verschijnen de meeste Suske en Wiske-verhalen als voorpublicatie in De Standaard en die worden de dag van tevoren aangekondigd. Zo dus ook met het verhaal De poenschepper. Op zaterdag 2 juli 1966 las men de eerste informatie over de inhoud van het verhaal. Op 4 juli 1966 begon het en het eindigde op vrijdag 11 november 1966.
De eerste druk van het verhaal in albumvorm verscheen in maart 1967.

Wat opvalt bij de aankondiging is dat Jerom er in een gewaad met engelenvleugels gepresenteerd wordt. In het verhaal zelf is er er niets van te bekennen!
Toch zullen we veel later ooit eens Jerom zien met vleugels, namelijk in het verhaal De hippe heksen (1983).

Deze eerste druk was een novum, want vanaf nu verschenen de (her)publikaties van de Suske en Wiske-verhalen in vier kleuren!

Ook dit verhaal is als zovele van de Suske en Wiske-verhalen uit de jaren 50 en 60 een document uit de tijd waarin de auteur, Willy Vandersteen, toen leefde.
Tijdens een van vele kroegtoeren in Antwerpen op de rituele maandag maakte hij kennis met bedrijfsmensen, die zich The Young Executives noemden en kon hij beluisteren hoe men heden ten dage zaken doet, kortom hoe moderne bussines van stapel loopt!
Dat was genoeg voor Willy om een verhaal speciaal voor Lambik te maken en de lezers een spiegel van de samenleving voor te houden.
De titel laat niets te wensen over : De poenschepper!!!!! Het heilig maken van het creëren van geld.
Willy gebruikt echter niet het woord geld, maar dat van de omgangstaal (en daarmee een synoniem van geld), namelijk: Poen! Daarmee wil hij het belangrijke aan het geld naar beneden halen om te tonen dat er belangrijkere zaken bestaan als geld, want dat heb je nodig om te leven! En niet omgekeerd!

Het personeel van Lambik bestaat uit robots De jaren 60 was het decennium van economische voorspoed voor de westerse wereld. Industrie- en kantoorcomplexen schoten als paddestoelen uit de grond en werden zodoende financiële Mekka's. Geen stad kon en kan nog steeds zonder zulke complexen overleven. Zij zijn de broodwinning voor miljoenen mensen. Toch is die jacht naar fortuin ook de oorzaak van veel ellende, want het reduceert de mens zelf tot een radertje in een grote machine, een nummer in een systeem. Functioneert die niet, dan wordt hij zonder meer vervangen!!!! Het persoonlijke is weg!
Ook dit maakt Willy Vandersteen ons op een drastische manier duidelijk, door het personeel van Lambik als robots te presenteren!!! Of wil hij ons zijn visie presenteren, dat het bedrijfsleven ook zonder mensen functioneert?
Eender hoe, als men dit verhaal leest en vergelijkt het met de situatie van nu, dan ziet men dat er niets is veranderd. Het verhaal is daarmee tijdloos geworden.

In het begin van het verhaal zien we aan de haven het café Het Gouden Kalf. Door een blikseminslag verdwijnt het gebouw. Toch wordt het weer opgebouwd, want jaren later duikt het nog eens op in de verhalen De Krimson-Crisis (1988) en De koppige kluizenaar (2004). Wel ziet men dan ook duidelijk dat de tijd niet stil is blijven staan, want de Antwerpse haven heeft zich sinds De poenschepper enorm uitgebreid en niet altijd ten voordele van mens en natuur!
De bewoners van Doel kunnen hier een klaagliedje over zingen!

Lambik bezit schilderijen van niet bestaande meesters Lambik heeft in zijn kasteel twee schilderijen van ene Peter Paulus Van Looy en ene Toulouse Planckaert hangen. Deze schilders hebben nooit bestaan, maar zijn verwijzingen naar de vermaarde schilders Pieter Paul Rubens (*1577 - +1640) en Henri de Toulouse-Lautrec (*1864 - +1901).
"Dus zijn die twee namen voor die schilders maar een verzinsel of een grapje van Willy geweest.", zou men kunnen denken.
Het is in ieder geval geen verzinsel, eerder een knipoog naar een van zijn favoriete sporten, namelijk het wielrennen!

Peter Paulus Van Looy :

Toulouse Planckaert :

Om dit te kunnen ontleden moet men eerst weten wie Planckaert is.

Jef Planckaert (*1934 - +2007) was een Belgische wielrenner die vooral eind jaren 50/begin jaren 60 niets fout kon doen en toen als een van de beste wielrenners ter wereld gold. In de Tour de France 1958 werd hij in de 15e etappe van Luchon naar Toulouse 2e.
Jef is overigens geen familie van het bekende wielergeslacht Planckaert met bekende telgen als Walter, Willy, Eddy, Jo en Francesco.

Lambik heeft ook een staande klok, die nog aan Cleopatra toebehoord heeft. Dat kan natuurlijk niet want dat zou een anachronisme zijn. Cleopatra VII  (* 69 v. Chr. - +30 v. Chr.) was de laatste vrouwelijke farao van Egypte. Haar macht was tanende omdat de Romeinen Egypte hadden veroverd. Zodoende werd ze de geliefde van o.a. Julius Caesar (*100 v. Chr. - +44 v. Chr.) en Marcus Antonius (*83 v Chr. - +30 v. Chr.)
Er waren in de Egyptische geschiedenis meerdere Cleopatra's, maar zij was de bekendste!
Het meten van de tijd d.m.v. mechanische uurwerken onstond veel later , nl. omstreeks de 13e eeuw, dus in de middeleeuwen. Staande klokken kwamen bij vooral rijke lui omstreeks de 16e eeuw in de mode.

Als laatste presenteert Lambik onze vrienden een Stradivariusviool en dit keer klopt het, want Antonio Giacomo Stradivari (*1648 - +1737) was een vioolbouwer. Door zijn geslaagde experimenten met verschillende diktes van het hout en diverse lakken, kregen zijn instrumenten een buitengewoon zuivere klank. Nog heden ten dage zijn muziekinstrumenten van hem uiterst begeerd bij muzikanten en alleen de rijksten kunnen zich deze permitteren.

Om Fantamoer, de landloper, die Lambik kan helpen te vinden, verkleedt Sidonia zich als Provo. Wat is een provo? Het woord verraadt het eigenlijk al, want provo stamt af van het woord provoceren!
Provo was anarchistische protestbeweging uit Nederland. Het doel was door geweldloze acties gewelddadige reacties uit te lokken van instanties en autoriteiten.
Sidonia als provo De beweging werd opgericht op 25 mei 1965 door de niet-roker, activist en kunstenaar Robert Jasper Grootveld (*1932 - +2009), de anarchistische filosoof (en later politicus voor GroenLinks) Roel van Duin (*1943), de industrieel ontwerper Luud Schimmelpenninck (*1935) en de drukker Rob Stolk (*1946 - +2001).
Vooral de Nederlandse monarchie en de leden ervan waren voor de provo's de symbolen van het door hun gehaatte "establishment" en daardoor waren zij ook het doelwit voor satirische aanvallen van de provo's.
Zo verspreidde de beweging ooit eens een vervalste verklaring van koningin Juliana van Oranje-Nassau (*1909 - +2004), waarin zij bekend maakte dat ze anarchiste geworden was en de macht overdroeg aan de Provo's!
De beweging werd echter wereldwijd bekend op 10 maart 1966 bij het huwelijk van prinses Beatrix van Oranje-Nassau (*1938) en de Duitse diplomaat Claus von Amsberg (*1926 - +2002).
Claus von Amsberg was toendertijd omstreden omdat hij vroeger lid geweest was van de Hitlerjugend. Het lukte de Provo's tijdens het defilé meerdere rookbommen te laten ontploffen. De enorme rookontwikkeling en het gewelddadige ingrijpen van de politie, waar ook enkele journalisten bij betrokken raakten, werden wereldwijd uitgezonden. De week na het huwelijk vond er een fototentoonstelling over politiegeweld plaats. Eenheden van de politie drongen het gebouw naar binnen en ranselden de bezoekers af. Dit was te veel van het goede en velen verlangden opheldering over deze zaak.
In juni 1966 werd tijdens een staking een arbeider gedood door de politie. Volgens het conservatieve dagblad De Telegraaf was dit echter niet zo en werd de arbeider gedood door zijn eigen collega's.
Als gevolg hiervan kwam het tot hevige protesten en daarna bestormde de Provo-beweging het redactiegebouw van De Telegraaf. In de daarop volgende weken werden honderden mensen bij demonstraties en happenings gearresteerd. Zelfs een demonstratieverbod hielp niets en had juist een averechtse werking op de meeerheid van de Nederlandse bevolking.
In augustus 1966 voerde een comité van het parlement een onderzoek uit naar de oorzaak met als gevolg dat de grote baas van het politiekorps zijn ontslag moest nemen. Er vielen nog verdere slachtoffers, waaronder ook de toenmalige burgemeester van Amsterdam! Hij mocht "eervol" zijn ambt verlaten in mei 1967.
Als een verrassing kwam een week daarna de mededeling, dat de Provo-beweging zich had opgeheven. Dit kwam o.a. door de groeiende symphatie vanuit de bevolking, de doelen waren bereikt, maar ook door het uiteen drijven van de idealen van Stolk en Grootveld!
Uit de omgeving van de Provo-beweging ontstond in 1969 de Kabouter-beweging!

In de provokroeg zingt Sidonia het lied "We shall overcome".
Dit lied is van oorsprong een gospel en is vermoedelijk door de dominee Charles Tindley (*1851 - +1933) in het jaar 1903 in Philadephia geschreven en heette toen "I'll overcome some Day".
In 1946 werd het door stakende arbeiders (en dan vooral door Afro-Amerikaanse vrouwen) van de American Tobacco Company gezongen.
Daarna werd het lied nog vaker als protest gezongen en veranderde langzaam tot "We shall overcome". Dit hebben we vooral te danken aan de folk-muzikant Pete Seeger (*1919). Hij veranderde de tekst nogmaals en vanaf eind jaren 50 was dit lied vooral een hymne voor vakbondsbewegingen, totdat de folkzangeres Joan Baez (*1941) het gebruikte als strijdlied en daarmee als protest voor burgerrechtenbewegingen, zoals die van Martin Luther King (* 1929 - +1968).
Sidonia rookt waspoeder De hippies gebruikten dit lied vooral als protest tegen de 2e Vietnamoorlog (1965/75) en ook in Europa was het onder de studenten in Europa tijdens de rellen in o.a. Polen, Duitsland en Frankrijk in 1968 een graag gebruikt lied.

In de provokroeg rookt Sidonia(!) een sigaret, waarvan zij beweert dat het gedroogd waspoeder is!
Daarmee was Sidonia in die tijd beslist niet hip bij de provo's, want net zoals nu rookten zij vroeger liever marihuana, heroïne en ander geestverruimend spul.
Aangezien Suske en Wiske toch eerder een strip is voor de vrij jonge kinderen is het dan niet verwonderlijk, dat Willy Vandersteen het liever bij gedroogd waspoeder houdt, alhoewel er ook mensen bestaan die dat roken!!!

De zwerver Fantamoer is geen nieuw vertelelement van Willy Vandersteen. Zwervers komen vaker voor in zijn verhalen zoals De sterrenplukkers (1952), De straatridder (1956) en Het brommende brons (1972).
Vele jaren later presenteerde Marc Verhaegen Jerom eens als zwerver in zijn verhaal De slimme Slapjanus (1993).

Samenvatting

Lambik is verdwenen!
Hij heeft gespeculeerd in een exportzaak van paardentrams en heeft daardoor al zijn spaarcenten verloren en is nu failliet. Ondanks de plenzende regen in de Antwerpse haven proberen tante Sidonia, Suke en Wiske hem naar huis te krijgen, maar het lukt niet. Lambik zweert dat hij pas terug komt als hij een fortuin vergaard heeft en verlaat het drietal.
Lambik ontmoet Fantamoer Even verderop treft hij een zwerver, Fantamoer. De man was vroeger beeldhouwer maar al zijn scheppingen waren mislukkingen. Lambik geeft de man zijn laatste kleingeld en ziet daarna en grote geldbundel liggen. Deze geldbundel vliegt plots weg en boven een herberg valt het in de schoorsteen.
Lambik stormt het gebouw in en teft er Mazoetan, schijnbaar de waard. Onze vriend verklaart de waard dat er een bundel bankbiljetten door de schoorsteen gevallen moet zijn en inderdaad ligt er in het haardvuur een bundel biljetten. Mazoetan haalt de bundel met blote handen uit het vuur zonder zich te verbranden en krijgt als beloning een pan tegen zijn hoofd, waarop de bundel biljetten verdwijnt!
Het is Belzabel, de vrouw van Mazoetan, die zich daarmee aangekondigt heeft. Mazoetan vertelt haar dat Lambik rijk wil worden. Kort daarna tekent Lambik een contract met het tweetal.
Plots!!! Een bliksemflits!!! De herberg incluis Mazoetan en Belzabel is verdwenen! Ontgoocheld verdwijnt Lambik nu aan de horizon zonder een spoor achter te laten!

Zes maanden later bezoekt Jerom Sidonia en de kinderen. Het blijkt, dat Sidonia Lambik nog steeds niet vergeten kan en een soort van altaarkamer voor hem heeft gemaakt. Jerom leest tot zijn grote verrassing in de krant dat Lambik in het buitenland een groot zakenman geworden is en huiswaarts komt.
De volgende dag zien we onze vrienden al op hem wachten bij het vliegveld. Aangekomen wil Lambik echter onze vrienden niet meer kennen. ze besluiten hem te volgen. Bij Lambiks reusachtige kantoor buiten de stad stoppen onze vrienden en Sidonia besluit hem nu eens ongezouten haar mening te zeggen.
Ondertussen maakt Lambik zijn entree in het kantoor en in zijn bureau treft hij verrassenderwijze Belzabel weer. Zij is vanaf nu Lambiks secretaresse. Sidonia kondigt zich aan in het gebouw, maar Belzabel weet haar eruit te gooien en dwingt Lambik tot werken. Sidonia is het beu, maar door Fantamoer besluit Jerom nu eens zijn geluk te proberen om tot Lambik zijn kamer door te dringen, maar ook hij faalt!
Nu besluiten onze vrienden te wachten om Lambik naar zijn woning te kunnen volgen. Na lang wachten wordt hun geduld beloond en een schijnbaar doodvermoeide Lambik wordt door zijn chauffeur afgehaald. Lambik ontdekt in de auto dat de chauffeur niemand anders is als Mazoetan!
Mazoetan ontdekt, dat hij gevolgd wordt en kan met succes onze vrienden afschudden.

Suske en Wiske laten het echter er niet besluiten het kantoor binnen te dringen. Jerom doet ook mee en rijdt hen naar Lambiks kantoor. Via de riolering sluipen ze het kantoorgebouw in en verstoppen zich bij Lambik onder een bureau.
Die morgen komen Lambik en Belzabel binnen en Lambik begint als een bezetene de hele dag via de telefoon zaken te doen over de hele wereld. s'Avonds maakt Belzabel de brandkast voor Lambik open en miljoenen Francs (tegenwoordig natuurlijk Euro's!) aan bankbiljetten vallen naar buiten.
Tevreden besluit Lambik nu om naar zijn kasteel in Pulderwezel te rijden. Belzabel waarschuwt echter voor Fantamoer, de landloper, want Mazoetan wil niet dat Lambik hem ontmoet.
De kinderen weten nu genoeg, verwittigen Jerom en willen het kantoorgebouw verlaten, maar Wiske stoot per ongeluk tegen een van de bedienden. Verbaasd merken de twee dat alle bedienden in het kantoorgebouw robots zijn.

Jerom rijdt met de kinderen naar het kasteel van Pulderwezel. Daar aangekomen zijn onze vrienden verbaasd als ze zien hoe groot het domein van Lambik is. Lambik laat trouwens juist het zwembad vollopen met Champagne om er in te kunnen zwemmen. Nou ja, bij wijze van spreken, want hij laat zich door Zybsko, zijn bediende, door het zwembad trekken, terwijl hij op zijn rug ligt te lezen.
Lambik is bang Hierna ontvangt Lambik onze vrienden op zijn domein. Hij laat hen diverse kunstschatten zien en ook zijn jacht. Opeens rennen zijn bedienden angstig het kasteel uit, want er spookt een vliegend vuil hemd rond. Lambik is hierdoor totaal overstuur, want hij vreest de eenzaamheid.
Jerom krijgt het vuile hemd te pakken en laat het Lambik zien. Die zegt dat het van Fantamoer is, maar waarom hij zo bang is voor Fantamoer verraadt hij niet.
Onze vrienden willen nu gaan, maar door een blik uit het venster ziet Jerom Fantamoer staan voor een bord met een leuze erop. Dit laat Jerom inzien dat hij toch verplicht is zijn vriend te helpen en blijft daarom. De kinderen willen meer weten over de landloper en gaan hem aan de tand voelen. Fantamoer waarschuwt de twee dat Lambik in groot gevaar verkeert. Fantamoer wil wel helpen, maar Mazoetan en Belzabel zijn zijn vijanden en daarom moeten onze vrienden op Lambik passen.
Op dat ogenblik komen Mazoetan en Belzabel in een zwarte wagen het domein opgereden. Op het laatste nippertje weet Fantamoer te vluchten.

Lambik verklaart zijn twee compagnons dat hij Jerom en de twee kinderen als huispersoneel heeft aangenomen en verlaat het kasteel weer met Mazoetan en Belzabel, want hij moet weer gaan werken.
Tot laat in de nacht werkt hij in zijn kantoor en doet weer fantastische zaken, maar wat niemand weet is dat Sidonia, verstopt in een paraplubak, alles meekrijgt.
Lambik is weer dood en doodmoe! Nadat de brandkast weer open is gegaan en de miljoenen aan biljetten eruit vallen kikkert hij weer zienderogen op. Mazoetan en Belzabel slepen daarna de doodsbange Lambik naar het gewelf van het gebouw. Sidonia volgt en ziet hoe de twee Lambik naar een zonderlinge machine slepen, maar hierbij wordt ze bijna ontdekt. Ongezien weet Sidonia uit het kantoorgebouw te komen en licht onze vrienden in op het kasteel in Pulderwezel.
Meteen hierop valt ook de doodvermoeide Lambik als het ware zijn kasteel binnen.

Onze vrienden willen er nu het fijne van weten en sturen Sidonia op zoek naar Fantamoer, de landloper. Ze weet hem te vinden maar Mazoetan en Belzabel slapen niet en sturen hun mannen op Fantamoer af om voorgoed van hem af te zijn. Fantamoer kan vluchten en belooft Sidonia dat hij ondanks alles Lambik zal helpen.
Fantamoer maakt zijn belofte waar en dringt het kantoor van Lambik binnen, waar hij hem dan ook ontmoet.
Lambik wijst hem de weg naar het gewelf, waar de zonderlinge machine staat en vindt er tevens de handleiding. Fantamoer wordt echter ontdekt door Belzabel tijdens zijn vlucht uit het kantoorgebouw. Stilletjes vertelt Lambik Jerom wat er aan de hand is in zijn gebouw. Meteen rijden Jerom en de kinderen naar het kantoorgebouw, waar men ondertussen Fantamoer gevangen houdt. Juist als de handlangers van Belzabel hem willen afranselen, komen Jerom en de kinderen opdagen en maken korte metten met Belzabel en haar kornuiten. Terwijl Jerom de zware jongens afranselt laten Suske en Wiske Belzabel de lift in duikelen, die meteen naar het gewelf gaat. Beneden aangekomen licht ze Mazoetan in over wat er boven gebeurd is.
Lambik voelt zich nu vrij en wil het contract met de twee verbreken, maar daar heeft hij buiten de waard gerekend. Een valluik klapt open en Lambik is verdwenen.
Jerom laat zich door de liftschacht vallen naar het gewelf, maar de vogel inclusief de vreemde machine is gevlogen.

Hierop breekt Jerom het kantoorgebouw af en de vrienden rijden naar het kasteel.
Ze vinden er Lambik, maar die is weer als vanouds en begint nu in het kasteel big business te maken. Op dat moment wil Fantamoer onze vrienden de handleiding laten lezen, maar het licht gaat plotseling uit! Een klap! Het licht gaat weer aan, Fantamoer ligt op de grond en de handleiding is... verdwenen!
Lambik wordt aan de machine gekoppeld Lambik heeft genoeg van de herrie en wil verdwijnen, maar Sidonia moffelt hem iets in zijn achterzak van de broek.
Door een geheime gang wordt Lambik door Mazoetan en Belzabel ontvoerd en naar de geheimzinnige machine gevoerd. Het is tijd voor Lambik om het contract na te leven. Hij wordt op de machine aangesloten en het lijkt dat het apparaat iets met zijn hartslag te maken heeft.
En inderdaad! Fantamoer weet de handleiding weer te bemachtigen en onze vrienden lezen dat de machine een computer is die telefonisch zaken aanbrengt, tegelijk koper en verkoper is, de zaken berekent en afsluit. Ze houdt boek en keert direct erna de winst uit. Kortom, het is HET apparaat voor de verwoede zakenman. Echter.... de computer moet gevoed worden door hartslagen. Beetje bij beetje zal de computer bij de zakenman het kloppen van zijn hart wegnemen.

Terwijl Jerom in de kelder van het kasteel de schuilplaats van de computer tracht te vinden, vliegen er in het kasteel plots stenen engeltjes, die Lambik met pijlen willen doorboren.
De kornuiten van Mazoetan en Belzabel schieten op bevel van de twee stuk voor stuk de stenen beeeldjes met bazooka's aan diggelen, totdat Jerom hen tegenhoudt.
Inmiddels hebben Sidonia en Wiske een oud paviljoen ontdekt. Ze zien er hoe Fantamoer de beeldjes maakt om Lambik zijn hart te redden. Sidonia maant hem het beeldje af te maken, omdat de anderen al gesneuveld zijn.
Ondertussen ontvoeren Mazoetan en Belzabel Lambik weer door de geheime gang. Ze vergeten echter de gang te sluiten en Fantamoer laat het beeldje er door heen vliegen. Het stenen engeltje schiet haar pijl af en treft Lambik midden in het hart. Jerom schiet met een bazooka de helse computer stuk. Het leed schijnt voorbij te zijn, want Lambik voelt zich weer de oude.
Mazoetan en Belzabel willen echter dat het contract wordt nageleefd, desnoods met de dood van Lambik. Mazoetan pakt de bazooka, die Jerom aan de kant gelegd heeft, en richt het op Fantamoer. Fantamoer loopt recht op het wapen af en Mazoetan schiet.
Fantamoer verdwijnt nu in het niets en op de plaats waar hij verdween verschijnt een kruis op de grond! Door het offer van Fantamoer kan het contract niet meer worden uitgevoerd en Mazoetan scheurt het in tweeën. Daarop verdwijnen de twee met een rossige vlam in de grond.
Het avontuur is voorbij en het leven van onze vrienden begint weer als vanouds.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'