Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De hippe heksen


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 195 (1e druk: september 1983)

De hippe heksen Maandag 14 februari 1983 presenteerde De Standaard de aankondiging van De Hippe Heksen. De dag daarna begon men met de voorpublicatie van het verhaal. Het eindigde op zaterdag 25 juni 1983.
Opvallend is dat de aankondiging in de krant anders was dan die in het album!!!
Uit navraag bij Paul Geerts blijkt dat deze afwijking een gevolg was van tijdgebrek. De uitgeverij had zo snel mogelijk een aankondiging nodig voor de krant, dus werd die zonder er lang over na te denken gemaakt. Achteraf bleek de in de krant gepubliceerde versie niet zo geslaagd te zijn. Paul was er niet tevreden over een tekende een nieuwe versie, die uiteindelijk in het album is opgenomen.

Heksen en de jacht er op staan centraal als thema in dit verhaal.
Het geloof, dat er heksen en tovenaars bestaan, is zo oud als de mensheid zelf. Héél vroeger waren heksen en tovenaars naast het stamhoofd zelf mensen met macht. Ze hadden de positie van een sjamaan, wat te vergelijken is met een medicijnman. Later tijdens het tijdperk der Romeinen tot ongeveer de 8ste eeuw waren het de druïdes, die voor het spirituele en ook gezondheidsmatige evenwicht van volksstammen zorgden.
Met de komst van het christendom in Europa verloren deze druïdes meer en meer hun functie, want voor het geloof was nu niet meer de druïde verantwoordelijk, maar een priester.
Men kan zich goed voorstellen, dat in die tijd vele druïdes niet op de komst van priesters stonden te wachten. Moord en doodslag op zulke priesters waren het gevolg. Maar het mocht niet baten, want het christendom zette zich door en de druïdes trokken zich terug in de wouden. Ze werden paria´s, uitgestotenen!
Door hun uitgebreide kennis over de natuur en haar werking waren ze echter voor het normale volk mensen waarvoor men ontzag had. Geleidelijk aan sprak men niet meer over druïdes, maar over heksen en tovenaars.
Men liet ze met rust, totdat de pest, de zwarte dood dus, als epidemie tussen 1347 en 1351 de kop opstak. Of men nu koning of priester was of tot het gewone volk behoorde, de ziekte kon iedereen treffen. De vroegere druïdes waren nu weer gevraagd en dat was een aanval op het christendom zelf.  Zoals vroeger de druides, zagen nu de priesters hun macht verdwijnen! Er moest een oplossing komen en heel erg dringend!
De pest was het werk van de duivel! En wie had daar profijt van? De Joden, die Christus vermoord hadden, want zij stierven niet aan de pest (dat dit kwam door hun reinigingswetten uit het Oude Testament, zag niemand in die tijd in) en natuurlijk de heksen en de tovenaars!
Als gevolg van deze gedachten ontstonden de eerste jodenprogroms en de eerste heksenjachten.

In 1486 verscheen het boek Malleus Maleficarum (Heksenhamer), geschreven door de Dominicaan Heinrich Kramer (*1430 - +1505) en mede-auteur Jacob Sprenger.
Het boek bestaat uit drie delen: Het bewijs dat hekserij bestaat, over de vormen van hekserij en hoe men heksen herkent.
Terwijl de inquisities, de kerkelijke rechtbanken, dit boek negeerden waren het vooral de niet kerkelijke rechtbanken waar dit werk vaak toegepast werd.
De zwaarste heksenvervolgingen waren tijdens de 30-jarige Oorlog (1618 - 1648) in Duitsland. In deze tijd, waarin vooral het gewone volk onder de oorlog leed, moest iemand de zondebok zijn! Dat waren dan de heksen!
Paranoïa is het trefwoordwoord, want iedereen verdacht iedereen en zo verloren vele arme (oude) vrouwen het leven op een brandstapel. Een bekend voorbeeld van zulk paranoïa waren de heksenprocessen van het stadje Salem in Massachusetts (Verenigde Staten) in het jaar 1692.

Lambik herkent een heks

Hoe herkende men heksen?

Konden heksen vliegen op een bezem?
Er zijn drie verklaringen, nl.:
  1. Levitatie
    Dat wil zeggen, dat mensen door uiterste concentratie voorwerpen kunnen bewegen, dus niet door het aan te raken.
  2. Vruchtbaarheidsritueel.
    Personen lopen met een bezem tussen de benen rond een veld met gewassen.
  3. Heksenzalf
    Door het smeren van deze zalf (velen noemen het ook vliegzalf) ontstaat de illusie dat men vliegt. Het is dus gif met een hallucinogene werking.
Bestaan er nu nog heksen?
Het antwoord hierop is "Ja!".
Er zijn vele mensen, die van zichzelf beweren een heks te zijn en hun aantal groeit gestaag. Zij beoefenen de zogenaamde witte magie en willen hun omgeving helpen met hun kunsten of gaven.

Op de cover van dit verhaal ziet men de als witte heks verkleedde Sidonia met op de achtergrond de Maantempel, de hippe heksjes en onze twee vrienden, We zien echter ook een vreemd teken op de grond en dat is een pentagram!
Een pentagram geldt in de volksmond, mits op een deurdrempel getekend, als bantekeken tegen boze geesten en demonen.

In de nu meer dan 60 jaar oude stripreeks van Suske en Wiske zijn verhalen met heksen en tovenaars legio, zoals bv. Het Spaanse spook, De schat van Beersel, Prinses Zagemeel, De Tuftuf-club, De lachende wolf, Het bevroren vuur, Het vliegende hart, De duistere diamant, De zingende zwammen, De zeven snaren, De mollige meivis, De Efteling-elfjes, De kattige kat, Angst op de "Amsterdam", De macabere macralles, De mysterieuze mijn, Jeanne Panne en niet te vergeten de bekendste heks uit deze stripreeks de Zwarte Madam uit het gelijknamige album.
De Zwarte Madam is dermate populair, dat zij vaker opduikt in de verhalen van Suske en Wiske. Die andere verhalen, waarin zij opduikt zijn De maffe maniak, Amoris van Amoras, De verdwenen verteller en meer recent het korte verhaal De treiterende trien. Zij boezemt onze vrienden zoveel respect in dat alleen al het noemen van haar naam hen angst aanjaagt en daardoor beleeft Lambik een vreemd avontuur in De blote Belg.

Niet alleen krijgen onze vrienden in hun avonturen vaak met heksen te maken, maar ook met de Duivel zelf, zo onder andere in veel van de bovengenoemde avonturen.

De auteur van dit verhaal, Paul Geerts, speelt net zoals zijn leermeester en vriend Willy Vandersteen met grappige naamgevingen. De gouverneur van het eiland Kwakkernack heet Simpelton en de kapitein van de heksenjagers Powersik. (afkomstig van het Engelse woord powersick en vertaald naar het Nederlands betekent dat machtswellustig.)

Schildwacht met punk-kapsel Om het kasteel van Simpelton binnen te kunnen dringen vermommen Suske en Wiske zich als barbiers. Om te bewijzen, dat ze werkelijk barbiers zijn geven ze de schildwacht van het kasteel een geheel nieuw kapsel (zie strook 86)!
De schildwacht schrikt zich te pletter als hij ziet dat hij een kapsel als een stekelvarken heeft, maar Wiske zegt dat dat in is en noemt het punk!
Punk is niet alleen een mode maar ook een muzikale beweging geweest. Eigenlijk was het meer een opstand die in 1975 los barstte in Londen en New York.
De werkloosheid onder de jongeren uit de zogenaamde "working class" in Londen was ontzettend hoog. Ze baaldden van het politieke "establishment", dat steeds maar beloofde en nooit haar woord hield, ongeacht of het nu politiek rechts, links of midden georiënteerd was.
Tevens baaldden ze van het burgerlijk gegoede systeem en daarmee de muziek, die toen "hot" was, de symfonische rock en de disco-muziek! Zij wilden terug naar de eenvoud. Muziek die niet perfect maar wel eerlijk is en waar men zijn gevoelens letterlijk mee kan uitdrukken!
De songs waren meestal niet langer dan twee à drie minuten. Het moest vooral snel zijn en men hoefde niet meer als drie akkoorden op de gitaar te kennen om punkrock te kunnen spelen. Zodoende bestonden er bij punkrock ook geen ballades.
Hun leuzen waren: Punker met hanenkam

Zodoende was het dan ook bij punkers regel dat er gedronken werd tot men omviel en het drugsgebruik was sowieso een "must".
Qua kleding was alles "in" wat er lelijk of onverzorgd uitzag en stopnaalden door de wang of door de neus waren ook niet te versmaden.

De oorsprong van de punk-beweging was echter in New York en niet in Londen. Ze ontstond daar zo tegen het einde van de jaren 60 en gold als antwoord op de hippie-beweging.
Bands zoals The Ramones, The New York Dolls en Patti Smith waren daar de iconen, terwijl vanaf 1975 in Londen The Sex-Pistols, The Clash, Crass, The Slits en The Damned de scepter zwaaiden.
Zoals bij alle (nieuwe) muzikale bewegingen waren de platenmaatschappijen er als de kippen bij om er geld mee te verdienen. Zo verwaterde alles omstreeks 1978 en de New Wave ontstond. Toch was Punk niet dood te krijgen en begin jaren 80 waren er nieuwe bands zoals Dead Kennedys, Minor Threat, The Plasmatics, Slime en Black Flag, die de idealen van de punkbeweging verder droegen tot ongeveer midden jaren 80.
Heden ten dage zijn het de bands Blink 182 en Green Day, die het vaandel van de punk willen dragen, maar bij echte punkers worden ze niet geaccepteerd, omdat ze te commerciëel ingesteld zijn.

Wie goed naar de manier van inkting kijkt, ziet duidelijk, dat er twee inkters aan het werk geweest zijn. De een was Eduard de Rop (*1928 - +2007) en de andere was Eugeen Goossens (*1942)

Samenvatting

Suske, Wiske, Sidonia en Lambik zijn op vakantie op een jacht ergens op de Noordzee. Bij zonsondergang willen onze vrienden gaan slapen en Sidonia trekt de eerste wacht op. Later ziet ze hoe een houten ton over de golven zwalkt. Ze haaltt het ding aan boord en ontdekt er niets als zeewier in. Om even uit te blazen van het gedane werk gaat ze op de ton zitten en.... vliegt er pardoes op weg door de lucht. Van ontzetting schreeuwt ze. Wiske schrikt daardoor wakker en ziet op het laatste moment nog hoe Sidonia wegvliegt op de ton. Ze alarmeert de anderen en met volle snelheid gaat Lambik er achter aan met het jacht.
Na een tijd zien ze op zee een enorme sluier... de Sluier van het Verleden! Ze varen met hun jacht onder de sluier door en komen in een soort rotstunnel terecht, waar ze plots ontzettend moe worden en inslapen. Een tijd later vaart het jacht stuurloos de tunnnel uit en loopt vast op de oever.

Ondertussen is tante Sidonia geland bij een soort tempel op een eiland. Plots ziet ze hoe drie zonderling geklede vrouwen voor de tempel aan het dansen zijn. De drie dames doen dit om in gunst van de Maangodin te komen. Die laat zich echter niet zien en om haar genegen te zijn maken ze een pentagram voor de tempel. Sidonia kan het door de duisteris niet goed volgen en haalt haar zaklamp erbij. Ze schakelt het apparaat in en de drie zusters zien in haar een gezante gestuurd door de Maangodin. Ze verklaren Sidonia tot hun leidster.

Sidonia bij de tempel
Sidonia kan haar oren niet geloven en vraagt waar ze is en wie zij zijn. Tot haar grote verbazing hoort ze dat ze in de 17e eeuw beland is op het eiland Kwackernack en dat zij drie heksen zijn. Van schrik valt Sidonia van de tempel en is bewusteloos. De drie heksen besluiten snel weg te gaan uit angst voor de heksenjagers en nemen Sidonia mee naar hun dorp. Ternauwernood ontsnappen de drie met Sidonia aan de kapitein van de heksenjagers, Powersik!

Als het dag wordt ontwaken aan boord van het jacht Lambik en de twee kinderen. Ze gaan meteen van boord om Sidonia te zoeken en niet lang daarna komen ze bij de tempel aan en vinden er sporen dat Sidonia daar geweest moet zijn, namelijk de zaklamp en de houten ton.
Het drietal volgt het spoor. Als ze in het dorp aankomen horen ze een kreet uit een schuur. De patrouille van Powersik heeft het echter ook gehoord en hij beveelt zijn mannen de schuur in brand te steken.
Wiske heeft in de kreet de stem van Sidonia herkend en de drie bekogelen de patrouille met stenen. Er vallen rake klappen en de patrouille, inclusief Powersik, druipt snel af.

Het drietal maakt nu kennis met de drie witte heksen. De heksen willen graag dat Sidonia als gezante van de Maangodin Powersik verdrijft, want hij droomt ervan een leger samen te stellen om het vaste land te veroveren. Om dit doel te bereiken zuigt hij de bevolking van het eiland Kwakkernack uit en legt zware belastingen op.
Onze vrienden stemmen natuurlijk toe en gaan de strijd aan met Powersik. De heksen verklaren aan onze vrienden ook dat ze graag de Maantempel willen voltooien om er eeuwige vrede mee te kunnen krijgen.
Powersik en ook de sullige gouverneur van het eiland, Simpelton, weten er niets van!

Lambik neemt de leiding van de tempelbouw op zich en Suske en Wiske, verkleed als barbiers, gaan het kasteel van Simpelton in om er achter te komen wat de wrede Powersik van plan is. Tevens hebben de twee kinderen de opdracht gekregen om aan haarlokken en vingernagels van Simpelton te komen. De heksjes willen die in een Simpeltonpop verwerken. Aansluitend willen ze de pop bestoken met speldenprikken om Simpelton zijn karakter te verbeteren.
Sidonia heeft zich ondertussen als gezante van de Maangodin verkleed. De heksjes beginnen haar te leren toveren, tot ongemak van Lambik.
Het lukt Suske en Wiske het kasteel binnen te komen en ook krijgen ze van Simpelton haarlokken en vingernagels te pakken, maar ze worden herkend door Powersik.
Op het laatste nippertje ontsnappen ze door de toverij van de drie heksjes.

Powersik gaat meteen tot aanval over en weet de drie en Sidonia gevangen te nemen. Meteen wil hij bewijzen dat de vier vrouwen heksen zijn en laat hen met een steen aan hun voeten in het nabij gelegen meer gooien.
Suske staat niet stil en springt in het meer om ze te redden en ontdekt dat iemand hem al voor is geweest.
Natuurlijk is het Lambik die de vier gered heeft.

Suske en Wiske weten aan de hippe heksen te vertellen dat Simpelton op aandringen van Powersik nog zwaardere belastingen wil gaan heffen!
Nu word het de heksen te bont en ze proberen meteen de poppenprikkerij en het helpt, want Simpelton ziet er vanaf. Powersik krijgt daardoor de stuipen en laat Simpelton opsluiten in het gevang onder het kasteel.
Ondertussen wil Lambik eindelijk beginnen de Maantempel te voltooien en de heksen vliegen meteen weg op hun bezems om de nodige mankracht te ronselen in het dorp.

Suske en Wiske zijn weer terug gegaan naar het kasteel en ontdekken daar de gevangen genomen Simpelton. Hij verklaart de kinderen dat hij zijn leven wil beteren en dat ze de bevolking moeten waarschuwen voor Powersik.
Powersik echter wil zijn macht nog meer uitbreiden en gaat daarvoor tot het uiterste. Hij verlaat het kasteel en rijdt diep het bos in, tot hij bij een griezelig uitziende hut komt.
Suske en Wiske hebben ongemerkt de machtswellusteling gevolgd en ontdekken dat de hut van de duivel zelf is! Powersik wil namelijk zijn ziel aan de duivel verkopen om de machtigste man op aarde te worden. De duivel gaat in op het voorstel en maakt van hem de machtigste man op aarde, maar waarschuwt hem dat hij niet onoverwinnelijk is.
Meteen hierna besluit Powersik de heksen ongenadig uit te roeien en hiervoor gaat hij al zijn manschappen van het kasteel halen.
De kinderen vluchten het bos uit om de anderen te waarschuwen.

De Maantempel staat ondanks het stuntelige getover van Sidonia voor haar voltooiing, totdat de twee kinderen hen komen waarschuwen. Een van de drie hippe heksen zwaait zich meteen op haar bezem om de omgeving te verkennen. Sidonia heeft ook een plan en maakt uit klei een Jerombeeldje met vleugels om hem naar het verleden te kunnen toveren.
Ondertussen wordt de vliegende heks door Powersik ontdekt en door een brandende pijl laat hij de vrouw naar beneden halen. Natuurlijk wil ze Powersik niet verraden waar de anderen zijn, maar door goed combineren komt hij er toch achter.

De overwinning wordt gevierd De strijd begint, maar door het getover van de heksen en Sidonia kunnen de manschappen van Powersik niets doen en druipen af. De duivel uit de lugubere hut verschijnt plots en biedt zijn hulp aan. Tegelijkertijd komt Jerom aan en na een tijd wint Jerom het van Powersik en de duivel.
Simpelton wordt bevrijd en verbroedert zich met de bevolking.

Het wordt nu langzaam tijd voor onze vrienden te vertrekken en door de houten ton uit het begin van het verhaal slapen ze weer in en worden naar het gestrandde jacht gebracht. Dit loopt op onverklaarbare wijze weer vlot, vaart door de rotstunnel en komt weer onder de Sluier van het Verleden te voorschijn.
In volle zee ontwaken onze vrienden en vragen zch af of ze het avontur werkelijk beleeft hebben! Jerom lacht zich een breuk totdat hij veren van zijn vleugels ontdekt. Ze hebben het avontuur dus toch beleefd.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard' Aankondiging in het album