Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De zeven snaren


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 79 (1e druk: 1967)
Voor het eerst in album verschenen in april 1968

De zeven snaren Na het einde van de voorpublikatie van Het mini-mierennest in De Standaard op vrijdag 4 augustus 1967 begon men de dag erna met de aankondiging van een nieuw Suske en Wiske-verhaal. Het verhaal kreeg de naam De zeven snaren
. Op maandag 7 augustus 1967 begon de voorpublicatie en die stopte op vrijdag 15 december 1967.
De eerste druk van het album verscheen in april 1968 in de winkels.

In dit verhaal duiken in het Ierland van het verleden struikrovers op.
Als men de Ierse geschiedenis nakijkt, dan duiken daar werkelijk struikrovers op en die hadden niet de beste reputatie. Maar zo georganiseerd als in dit verhaal doen ze eerder denken aan de toendertijd, in de 17e eeuw, in Schotland zo gevreesde Mosstroopers, een bende van rabauwen en gedeserteerde soldaten.

In dit verhaal gaat het over de Zeven Werken van Barmhartigheid en dit zijn:

Al in 1967 klaagde Willy Vandersteen met dit verhaal steen en been over het feit dat niemand die werken nog kent. Tevens was dit door Vandersteen ook bedoeld als aanklacht tegen de door de groeiende welvaart en economie verruwende samenleving. Winstbejag wordt hoger beoordeeld als naastenliefde.
Anno 2009 is het niet veel beter geworden, integendeel...!!!
Vraag nu iemand naar de Zeven Werken van Barmhartigheid en je zult voor het overgrote deel ontwijkende antwoorden krijgen!!!

In het begin van dit verhaal spelen Sidonia, Suske en Wiske ramptoeristen, want zij bezoeken een dorp dat door een tornado is getroffen. Ten tijde van het begin van de voorpublicatie in De Standaard woedde daadwerkelijk een tornado in de dorpen Tricht, Chaam en Oostmalle en die vernielde menig huis en hof. Willy Vandersteen speelde hierop in en liet het verhaal in een door een orkaan geteisterd dorp beginnen.

Het bericht over de tornado wordt bekend gemaakt via het nieuws op de TV. In dat bulletin worden de burgers aangespoord om een donatie te doen voor de mensen die door de storm getroffen zijn. Deze oproep wordt gevolgd door een, vrolijk gepresenteerd, bericht dat de regering voor ettelijke miljoenen Zeropardtanks heeft gekocht.
Deze tanks vormen een duidelijke verwijzing naar de bekende Leopardtanks. In 1967 plaatste de Belgische overheid een grote bestelling voor deze tanks, ter modernisering van de tanks die tot dan toe in gebruikwaren,

Dit verhaal heeft als thema ook de heksenvervolging. Meer informatie hierover vindt u bij de samenvatting van het verhaal De hippe heksen (1983).

De tovenaar in dit verhaal heet Mac Monocel. Een monocle is een een-oog glas oftwewel een halve bril. Tot medio 20e eeuw werd dit soort bril gedragen door mensen die slechts aan een oog een leesafwijking hadden. Hedentendage verbindt men monocles echter eerder met aristocraten en snobs.

Wie opmerkzaam strook 23 doorleest en bekijkt herkent in de man aan wie Lambik een vraag stelt Willy Vandersteen.

Lambik ontmoet Willy Vandersteen

In strook 34 kleedt Lambik het standbeeld Het meisje met het geitje van de Franse beeldhouwer Marcel Courbier (*1898 - +1976) aan. Wie dit standbeeld wil zien in Antwerpen moet naar de Louiza-Marilei lopen. Het beeld staat er sinds 1932.

Het Meisje met het geitje Lambik kleedt het Meisje met het geitje

Samenvatting

Bijna geplet door een boom Sidonia en de kinderen kijken naar de televisie en zien een dorp, dat door een orkaan geteisterd is. Zij besluiten eens een kijkje te nemen en rijden erheen. Boven het door de orkaan geteisterde dorp trekken echter weer zware wolken samen. Als ze aankomen barst een omweer los en begint het met bakken te regenen. Snel lopen ze naar de auto en rijden weer naar huis.
Even buiten het dorp slaat een bliksemstraal in een oude eik. De boom splijt in twee stukkken, wordt daarbij ontworteld en valt op de weg, juist voor de auto van Sidonia.
Tante Sidonia kan de boom nog net ontwijken en remt. Met kloppend hart stapt het drietal uit de auto, blij dat hen niets overkomen is.

Wiske gaat naar de ontwortelde boom en ontdekt een gesloten put. Suske wil hem openen, maar het lukt hem niet. Het interesseert Sidonia niet en meteen daarop rijden ze naar huis. Wiske is Wiske niet als ze niet nieuwsgierig is, want ze heeft ontdekt dat de put een vergeetput is waar een heks, Antanneke, in opgesloten is.
Nu is natuurlijk ook tante Sidonia nieuwsgierig geworden en ze rijden weer terug naar de vergeetput. Daar aangekomen blijkt de put open te zijn en ze vinden er alleen een bezem, waarmee je blijkt te kunnen vliegen.

Na een aanvaring met een politieagent vliegt het drietal op de bezem naar Lambik en Jerom en vergeet de auto bij de put. Jerom gelooft het verhaal van de drie echter niet, want de auto van Sidonia staat op onverklaarbare wijze voor het huis. Wiske gaat snel kijken. Het is inderdaad de auto van tante Sidonia en behalve een vlieg is er niemand in aanwezig.
Wiske vindt dat alles geheimzinnig. De vlieg uit de auto is echter al het huis van Lambik en Jerom in gevlogen. Daar ziet het diertje de bezem. Plots een flits, en de vlieg verandert in de roodharige heks Antanneke. Antanneke

Niet lang daarna leren onze vrienden Antanneke kennen. Ze werd in de 16e eeuw veroordeeld om in een vergeetput te sterven, maar ze sprak een toverformule uit om te kunnen ontsnappen. Hierbij vergiste ze zich en viel in slaap. Door de bliksemflits is ze echter gewekt en nu wil ze de mensheid judassen. Ze kent vele geheimen, waaronder die van de Zeven Snaren.
Door een list van Jerom verkleint Antanneke zich en wordt in een glazen pot opgesloten.

Op dat moment loopt een norse Lambik door de stad. Zelfs thuis aangekomen verdwijnt zijn slechte humeur niet, want niemand kan hem alle zeven werken der Barmartigheid opsommen. Niemand!!!
Toch wel!!! De heks Antanneke kent ze alle uit het hoofd. Lambik vraagt haar waarom niemand ze nog beoefent. Antanneke heeft daar een antwoord op.
Een paar eeuwen geleden maakte een boze tovenaar de Harp met de Zeven Snaren buit. Het was een wonderbaarlijk instrument, want als de wind de Zeven snaren beroerde, voerden de mensen de Zeven Werken der Barmhartigheid uit. De tovenaar verstopte de harp echter in een ver land. De Zeven Snaren speelden niet meer en de mensen werden hardvochtig tegenover elkaar. De tovenaar verklapte haar het geheim. Zij alleen weet waar de harp is.

Door de goedgelovigheid van Lambik ontsnapt Antanneke uit haar glazen kooi en verdwijnt op haar bezem in de holst van de nacht. van tevoren heeft ze nog wel de bedreiging uitgesproken dat ze de harp wil vernielen.
Lambiks humeur is er niet beter op geworden en hij gaat de stad weer in om de zeven werken der barmhartigheid uit te voeren. Veel geluk heeft hij daarbij niet. Niet alleen dat hij niet wordt begrepen door de medemensen bij zijn pogingen, hij wordt daarbij ook nog eens gesard door Antanneke. Als laatste wil Lambik een dode vis begraven in de tuin van Sidonia. Antanneke, omgetoverd tot kat, verorbert daarbij de vis en laat alleen wat graten over.
Na een paar schermutselingen heeft Antanneke Suske en Wiske als gijzelaars genomen. Als Sidonia en Lambik niet aan haar eisen voldoen zal ze de kinderen met het geweer van Sidonia omverknallen. Lambik moet als een idiote aap in de boom hangen en Sidonia moet hem ter huwelijk vragen.
Nog voordat het zover komt grijpen de kort daarvoor verwittigde Jerom en Barabas in en verdoven Antanneke met een pijltje waar een slaapmiddel aan zit.

De Professor probeert bij hem thuis achter het geheim van de Zeven Snaren te komen. Veel informatie krijgt hij echter niet uit de heks ontfutseld, want plots wordt ze wakker en ontsnapt weer. Wat ze niet weet, is dat Barabas van tevoren in de hak van haar schoen een peilzender verstopt heeft. Niet lang daarna zitten onze vrienden in de Gyronef en vliegen de heks achterna. De reis voert Antanneke en haar achtervolgers naar Ierland.
Antanneke bereikt haar doel; een burcht op een berg gehuld in dichte mist. De mooie heks probeert de mist weg te toveren, maar door het slaapmiddel van Barabas mislukt alles en ze verliest haar toverkracht.
Terwijl ze de berg beklimt arriveren onze vrienden ook al met de Gyronef. Niet lang daarna treffen ze Antanneke in de burcht, maar noch de heks, noch onze vrienden weten waar ze de harp moeten zoeken.
De professor heeft onze vrienden een mini-uitvoering van de Teletijdmachine meegegeven. De twee kinderen worden naar het Ierland van de 16e eeuw gestuurd om daar naar de harp met de Zeven Snaren te zoeken. Ongemerkt heeft echter ook Antanneke zich naar het verleden laten flitsen.

Mac Monocel In de 16e eeuw aangekomen zien onze twee vrienden meteen een tovenaar die jacht op een vos maakt. Het dier doet echter niet wat de tovenaar wil, met als gevolg een verstuikte enkel en een paard op hol.
De twee kinderen helpen Mac Monocel, de tovenaar, naar zijn burcht op de berg. Door Antanneke weten Suske en Wiske dat ze bij Mac Monocel aan het juiste adres zijn voor de harp. Tijdens de beklimming van de berg ziet Suske op een tegenoverliggende bergtop een kaars branden. Deze kaars brandt voor Antanneke, want Mac Monocel was zeer verliefd op haar. Omdat hij denkt dat Antanneke dood is heeft hij gezworen zich te wreken door de harp met Zeven Snaren verborgen te houden. De twee kinderen mogen bij Mac Monocel in de burcht overnachten, maar hij stuurt ze vroeg naar bed, want hij verwacht nog bezoek: de Grootmeester der Tovenaars!

De grootmeester komt en verlangt dat Mac Monocel zonder dralen de harp moet vernielen. Doet hij dit niet binnen drie dagen, dan is hij zijn toverkracht kwijt. De grootmeester verdwijnt en al twijfelend wil Mac Monocel de harp vernielen. Op het laatste nippertje wordt hij hierbij gehinderd door Suske en Wiske, maar verliest daarbij zijn bewustzijn.
Blacksoul blokkeert de weg voor Suske en Wiske Antanneke komt nu in actie en verdwijnt met de harp uit de burcht. Tijdens de afdaling valt ze door een ongeluk, met de harp, in een afgrond. De harp blijft aan een een tak hangen. Antanneke laat daardoor de harp los en de harp zwiept tot ver achter de horizon. Antanneke zelf is er heelhuids vanaf gekomen.
De twee kinderen gaan meteen, vliegend op de bezem van Mac Monocel, op zoek naar de harp. Niet lang daarna krijgen Suske en Wiske het aan de stok met Blacksoul en zijn bende van struikrovers. Blacksoul wil ook absoluut de harp hebben en ziet nu zijn kans schoon. Toch lukt het beide partijen niet de harp in hun bezit te krijgen, want door een ontploffing van een stenen hut verdwijnt het instrument in de wolken.
Blacksoul vermoedt dat Mac Monocel er met zijn toverkunsten achter zit en rijdt met zijn bende richting burcht.

Ondertussen hebben Mac Monocel en Antanneke elkaar na al die tijd weer gevonden en vieren het samenzijn. Suske en Wiske keren terug naar de burcht en vertellen hun wedervaren aan de twee. Ondertussen probeert Jerom de twee kinderen terug te flitsen, maar de apparatuur weigert dienst. Jerom besluit nu naar Belgiƫ terug te vliegen om daar de originele tijdmachine te halen.
De harp in de ruimte Terug in het verleden valt Blacksoul de burcht aan, maar ondanks alles neemt de roverhoofdman de burcht beetje bij beetje in. Ondertussen zijn Mac Monocel en Antanneke onbewust de zeven werken van barmhartigheid aan het uitvoeren.
De burcht valt uiteindelijk in handen van Blacksoul en als de nood het hoogst is, zijn plots Jerom en Lambik daar en zij ruimen de roversbende op.

Mac Monocel en Antanneke zijn ontroostbaar omdat ze nu niet weten wat met de harp gebeurd is. Van hun toverkrachten ontdaan worden ze door de grootmeester kort daarna afgehaald om in het rijk der fantasie en legendes te vertoeven. Terwijl onze vrienden zich nog afvragen wat er met het instrument gebeurd is worden ze teruggeflitst naar het heden.
Niet lang daarna hoort men op de radio dat de Russisch-Amerikaanse satelliet vreemde klanken waarneemt in vorm van zachte muziek. Nu weten onze vrienden waar het instrument is en dat de zeven werken der barmharigheid nog verder uitgevoerd zullen worden.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'