Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De snorrende snor


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 93 (1e druk: 1969)
Voor het eerst in album verschenen in 1957

De snorrende snor Met het einde van de voorpublikatie van De spokenjagers op 8 augustus 1956 kregen de lezers van De Standaard een primeur voorgezet in vorm van een strip bestaande uit twee stroken. Willy Vandersteen kondigde aan, dat hij aan vakantie toe was en de Suske en Wiske-reeks voor een korte periode vervangen werd door een ander Willy Vandersteen - strip, nl. Bessy!
De titel van het tweestrookstripje was De vermoeiden en inderdaad verscheen vanaf 13 augustus t.e.m. 27 september 1956 het Bessy-verhaal De gevangene der Witchinoks. Nog voordat het Bessy-verhaal ten einde was keerden Suske en Wiske weer terug. Op 5, 6 en 7 september konden de lezers van De Standaard de aankondigingsplaatjes lezen van het nieuwe verhaal. De aankondiging zelf verscheen op 8 september 1956 en de voorpublikatie startte op 10 september en eindigde op 17 januari 1957.
Het album verscheen voor het eerst in de loop van het jaar 1957.

Dat een man als Willy Vandersteen, die de Tweede Wereldoorlog en diens vreselijke gevolgen meegemaakt heeft, het actuele gebeuren van toen nauwlettend bijhoudt en zich daarover zorgen maakt is heel normaal. Daarbij komt nog dat hij vroeger bij de scoutbeweging was en men hem daar respect voor de natuur en daarmee elk levend wezen geleerd heeft. Zo moet iedere oorlog, terreur en andere gewelddaden voor deze man een gruwel geweest zijn.

In 1956 was nl. de wapenwedloop (de Koude Oorlog) tussen de grootmachten USA en de Sowjetunie in volle gang en een eerste openlijke uiting van die strijd was Korea-oorlog. Alhoewel die al voorbij was tijdens de voorpublikatie van dit verhaal verwijst Willy Vandersteen diverse keren naar wat hij er van vindt.

Een vertelelement van dit verhaal is tussen twee of meerdere strijdende partijen eendracht te stichten door hen een gemeenschappelijke bedreiging te geven. In dit verhaal zijn het de robots die blindelings een bewoner van de planeet Fiksion gehoorzamen.
Een paar jaren later zou Willy Vandersteen dit vertelelement nog eens een keer gebruiken in De windmakers. Al laat hij hier geen robots meer optreden, dit keer zijn het reusachtige telegeleide slakken, waardoor Lambik, Sidonia en de Boemerangs gedwongen worden hun onderlinge strijd te staken.

Earth vs the Flying Saucers Midden jaren 50 waren het niet alleen de politiek, de Koude Oorlog en de daarmee gepaarde wapenwedloop die de mensen bezig hielden maar ook andere fenomenen, zoals de Rock 'n Roll en UFO's (lees hiervoor de verklarende inleiding van De gezanten van Mars).
Hield men de Rock 'n Roll nog voor een voorbijgaande rage met die UFO's was dat anders.
Bestaan er werkelijk vliegende schotels en zoja hoe zien de wezens die ze besturen er uit? Zijn ze vredelievend of komen ze om de Aarde te veroveren?
Vragen waarop natuurlijk niemand een antwoord kon geven. Niemand? Een plaats aan de westkust van de Verenigde Staten kon dat wel : Hollywood.
De jaren 50 waren ook het gouden tijdperk voor de science fiction-film. Nooit werden er zoveel films van dit genre gemaakt als in de jaren 50. Naast de vliegende schotels was er ook nog de angst voor de atoombom en de gevaren die er van uitgaan voor de mensheid. Zo waren reusachtige sauriërs, mieren, spinnen en sprinkhanen als gevolg van radioactieve bestraling kassuccessen. Ook kon Hollywood antwoord geven op de vraag hoe buitenaardse wezens er uit zien in films zoals War of the worlds (gebaseerd op de bekende gelijknamige roman van de Engelse auteur H.G. Wells, * 1886 - + 1946), Battle in outer space (Uchu Daisenso) van de Japanse filmmaatschappij Toho, Earth versus the flying saucers en The Quatermass Xperiment (ook bekend als The creeping unknown van de legendarische Britse filmstudio Hammer). Deze films laten niet alleen zien hoe buitenaardse wezens er uit kunnen zien, maar gaan er ook van uit dat onze Aarde een makkelijke prooi voor hen is met alle gevolgen voor de mensheid.
The day the Earth stood still, ook een film uit die tijd, gaat echter de andere kant uit en houdt de mensheid de gevaren van de atoombom voor ogen. Ook hier landt weer een UFO op de Aarde en de piloot wil met de leiders van de gehele planeet praten, maar wordt door een nerveuze soldaat aangeschoten. Hierop komt een onverwoestbare robot in actie.

In de jaren 50 werd de onthutste Westerse beschaving zich ervan bewust, dat er nog steeds slavernij bestond en dat vooral in de Arabische wereld. Men begon campagnes tegen deze barbarij te voeren, maar veel helpen deed het niet. De slavernij was en is nu nog te zeer in de Arabische wereld verworteld om het geheel uit te kunnen roeien. Naast dit verhaal bracht ook Cokes in voorraad van Hergé dit gruwelijke thema in de stripwereld ten sprake.

Gastrol van Gaby Snoek Na diverse voorouders, zoals baron van Stifrijke in De Tuftuf-club en Sidonia uit De koning drinkt, en andere familieleden zoals Rosse John, haar neef uit De lachende wolf, krijgen we nu Sidonia´s vader gepresenteerd, bijgenaamd de Snor, die tevens de aanleiding is voor de naam van dit verhaal.

Er valt hier in dit verhaal een cameo te vermelden, het optreden van Gaby Snoek, de vrouw van Stan Steur. Gaby Snoek is één van de hoofdfiguren van een andere succesreeks van Willy Vandersteen: De familie Snoek.

Samenvatting

Op een dag belt Sidonia Lambik en Jerom op en vraagt hen of ze willen komen vanwege een onbekende die het huis van Sidonia sinds een tijd staat te bespieden. Het blijkt dat deze onbekende helemaal niet zo onbekend is voor Sidonia, want het is haar vader, bijgenaamd de Snor.
Het is zo dat het tehuis voor ouderen, waar de Snor woonde, afgebroken werd. Nu is de oude man zonder woning en trekt tijdelijk bij Sidonia in. De oude man heeft echter een kleine tik. Telkens als de wind gunstig staat wil hij voor zijn bloeddruk wandelen, al regent het pijpestelen. Op zo'n avond gaat hij weer wandelen en komt een vliegende robot met tentakelachtige armen tegen.
Sidonia, die ongerust is over het wegblijven van haar vader, belt Lambik op en vraagt hem of hij niet kan gaan kijken waar de Snor uithangt. Ofschoon Lambik lekker gezellig in bed juist een boek aan het lezen is zegt hij toe om te gaan kijken. Hij vindt de Snor en die begint hem te vertellen over de ontmoeting met de robot. Natuurlijk gelooft Lambik hem niet en vertelt dit onverbloemd, waar de Snor bij is, aan Sidonia. De Snor windt zich op en Sidonia ziet zich genoodzaakt haar vader bij te staan.
Opa Snor ziet de robot Lambik neemt afscheid en besluit in een café een pintje te nemen, maar het worden er meer! Aangeschoten keert hij huiswaarts en ontmoet ook de vliegende robot, maar houdt het voor een hallucinatie omdat hij dronken is. De dag er na gaat hij weer naar Sidonia en vertelt zijn relaas, maar wordt door de Snor geplaagd. Lambik gaat woedend weg en wil nooit meer een voet in huis zetten zolang de oude man daa nog is.

Sidonia, kwaad over de uit de hand gelopen situatie tussen Lambik en haar vader, gaat het huis in en treft er de robot. Sidonia, hoe kan het ook anders, valt flauw van schrik. Nadat ze weer bij haar positieven is gekomen haalt ze de Snor en de kinderen.
De robot legt hen uit dat hij een verkenningstocht voor de bewoners van de planeet Fiksion maakt en zich graag wil verschuilen in het huis van tante Sidonia. Als dank wil de robot hen overladen met geschenken.
Zo gezegd, zo gedaan. De robot trekt in en begint met geschenken rond te strooien. Lambik, nieuwsgierig als hij is, bespiedt het huis met een telescoop en de nieuwe weelde in het huis van Sidonia valt hem natuurlijk op. Hij besluit op die avond met Jerom samen naar het huis van Sidonia te sluipen om er achter te komen wat er daar aan de hand is. Ze ontdekken dat de robot achter al die weelde steekt. Om de robot te testen, vraagt Lambik nu ook om een gunst en wil sigaren hebben. Even later keert de robot terug met de sigaren.
Tot zijn verbazing meent Lambik nu het geheim van de vliegende robot te kennen!

De Snor, die een bromstoel van de robot gekregen heeft, krijgt het ondertussen aan de stok met agent 17. De agent wil weten hoe hij aan dit voertuig is gekomen en Snor begint te vertellen over de planeet Fiksion en de robots. De ongelovige agent neemt hem mee naar het bureau, maar ook daar wil niemand het verhaal van de Snor geloven en ze laten hem gaan. Even later krijgt de commissaris van het politiebureau een telefoontje van het ministerie van Landsverdediging en die nemen het gevaar dat van de robot uitgaat wel ernstig.
Agent 17 begint nu een klopjacht op de snorrende Snor te houden om meer over die robot te weten te komen. Tevens beginnen de regeringen, niet alleen die van België, nerveus te worden en verlangen informatie omtrent de vliegende robot. Suske en Wiske helpen de Snor om agent 17 te ontlopen maar worden gepakt. Nu komt de robot plots in actie en demonstreert de onthutste agent zijn macht door een stuk beton te verpulveren. De agent loopt van angst weg.

De robot vraagt om geduld, maar wil wel dat niemand contact opneemt met anderen. Ondertussen heeft agent 17 verslag uitgebracht en de regering besluit de klopjacht op de Snor uit te breiden.
De robot begint nu Sidonia, de Snor en de kinderen te sarren. Ze overmeesteren de robot, doen hem in een zak en gooien hem in een grote beek. Thuis merken ze echter dat de robot niet klein te krijgen is, want hij is weer daar! Nu dreigt de robot en Sidonia besluit de kinderen voor de zekerheid bij Lambik en Jerom te laten logeren. Al snel ontdekken Suske en Wiske dat Lambik en Jerom 's nachts met een lasapparaat aan de robot aan het knoeien zijn. Suske verwittigt hierop heimelijk Sidonia en de Snor. Dezen gaan meteen op weg naar Lambik en Jerom. Ze merken echter niet dat ze door de wakende agent 17 gezien worden. Die zet hierop het hele politieapparaat in beweging om de Snor te pakken te krijgen.
Sidonia wil Lambik en Jerom ter verantwoording roepen maar ze worden gestoord door een vermomde bewoner van de planeet Fiksion. Deze komt zijn robot halen. Lambik houdt dit voor een grapje want hij weet, zoals hij meent, de ware oorsprong van de robot te kennen. De bewoner van Fiksion bedwelmt Lambik en Jerom en ontvoert de twee.
De politie is ondertussen bezig met het omsingelen van Lambiks huis en valt uiteindelijk binnen. Ze worden bedwelmd en de bewoner van Fiksion verdwijnt met Lambik en Jerom.

Sidonia zet de achtervolging in met de Gyronef. Na een lange rit en een paar avonturen landen ze in de woestijn dichtbij de Arabische grens. Ze krijgen het daar aan de stok met slavenhandelaars maar weten ze te verschalken. Eén van de vrijgelaten slaven weet de basis te liggen van de bewoner van Fiksion. Onze vrienden vliegen er meteen heen en merken dat de regeringen op de Aarde zich hebben verenigd om iets te doen tegen een dreigende invasie van de robots van de planeet Fiksion.
De boodschap van Fiksion Sidonia en de kinderen worden nu op hun beurt ook ontvoerd door de robots. In de basis ontdekken ze dat Lambik en Jerom gedwee de robots helpen. Ze saboteren de boel en de bewoner van Fiksion wil al opgeven. Buiten de basis wil het verenigde leger aanvallen, maar de Snor verhindert dit door op de basis te klimmen. Hij wil nl. verhinderen dat er iets met Sidonia en de kinderen gebeurd. Dat geeft Lambik, Jerom en de bewoner van Fiksion de nodige tijd om alles te repareren. Ze halen de Snor naar binnen en het leger begint zijn ongenadige aanval. De basis blijkt echter onverwoestbaar door een elektromagnetisch schild. Rond middernacht laten Jerom en Lambik grote aantallen robots in de liftkoker van de basis en de bewoner van Fiksion begint op de koepel zijn voorwarden te stellen aan het leger van de verbonden naties der Aarde. Daarop laat hij de robots vrij die metalen vormen met zich mee laten vliegen en er woorden mee vormen die een duidelijke boodschap laten zien: BEMINT ELKANDER!

De zogenaamde bewoner van Fiksion is... professor Barabas. Hij was de oorlogstokerij van de laatste tijd zo moe dat hij besloot de wereld een spiegel voor te houden.
De professor vernietigt de basis met de robots. Thuis gekomen horen onze vrienden door de radio dat Barabas de Nobelprijs voor goede bedoelingen zal krijgen. Na een tijd verlaat de Snor onze vrienden om in een nieuw opgbouwd bejaardentehuis te gaan leven.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'