Het geheim der gladiatoren

Willy Vandersteen heeft voor dit schitterende verhaal, met prachtige scènes die zich in en rond Rome afspelen, waarschijnlijk inspiratie gezocht bij de legende over beroemde opstandelingenleider Spartacus.

Het verhaal begint, uitzonderlijk voor een Vandersteen-verhaal, zonder verklaring in het verleden, Daardoor omzeilt de auteur de moeilijkheid van het reizen in de tijd. Lambik is een oersterke Galliër, die samen met zijn vrienden Suske en Wiske door het Romeinse leger naar Rome wordt gebracht, om er in de arena als gladiator voor zijn leven te vechten. Tijdens een opstand redt hij keizer Nero het leven, zodat hij hoofd wordt van de Pretoriaanse wacht van de keizer. Hij valt echter uit de gratie van Nero, wanneer hij de keizer geen goud kan bezorgen dat nodig is om de Romeinse legioensoldaten te betalen die nieuwe gebieden moeten veroveren.

Vandersteen zet in dit sfeervol avontuur de traditie van verpersoonlijkte dieren in de Blauwe Reeks-verhalen voort met het optreden van de leeuw Titus, die Lambiks vriend wordt nadat die hem leert worstelen en boksen. Verder spreekt het duel tussen de geheimzinnige ‘man met de purperen mantel' en de Schim, de leider van een opstandelingenleger van gladiatoren, tot de verbeelding. De schranderheid van Lambik in de Kuifje-verhalen blijkt hier eens te meer door zij bijzonder knappe dubbelrol als Galliër én diens tegenstander, de Schim.