De dappere duinduikers
Eerste uitgave: 1988
De dappere duinduikers is het enige korte verhaal uit de Suske en Wiske- reeks dat een voorpublicatie in een krant mocht genieten. Het kende zelfs een aankondiging, wat eigenlijk buitengewoon is voor een kort verhaal!
In diverse Nederlandse kranten werden naast deze strip nog andere korte verhalen, zoals Knokken voor Knossos en Pezige Peekah, gepubliceerd maar hierbij ging het om verhalen die eerder al in album waren verschenen.
De aankondiging verscheen in De Standaard op 14 maart 1988.
De voorpublicatie begon de dag er na op 15 maart 1988 en eindigde op 20 mei 1988.
Daarna verscheen het verhaal voor het eerst in een bundeling met andere strips, zoals De Rode Ridder, Boes, Bessy en Nero in het Familiestripboek, jaargang 1988.
De auteur Paul Geerts steekt hier de draak met vele mistoestanden van toen, die ook nu eigenlijk nog geldig zijn.
Hij laat bijvoorbeeld op een strand Lambik naar blote dames gluren (mag dit eigenlijk volgens het testament van Willy Vandersteen!!! Toen in 1988, JA! Willy leefde namelijk toendertijd nog en zag er zeker geen probleem in! Nu, in het heden, anno 2005, is een verhaal rond een Joods meisje een probleem en een reden tot ontslag!), de wantoestanden op een strand en mannen die door werkloosheid tot georganiseerde criminaliteit gedwongen worden.
Paul Geerts gaat hierbij ver en laat twee politieagenten de volgende een dialoog voeren:
Strook 109 tekening nr. 2 "Dat is je geraden ook. als de werkloosheid moet leiden tot criminaliteit, dan is dat de schuld van..."
In het volgende plaatje van strook 109 vraagt de commisaris aan zijn collega : "Van wie is dat eigenlijk de schuld?", waarop zijn collega antwoordt: "Van het beleid, commisaris."
Meteen in strook 110 antwoordt de commisaris als antwoord op zijn collega: "Van het beleid!" Waarop de commisaris in het volgende plaatje vraagt: "Is dat echt waar?" De collega antwoordt in hetzelfde plaatje: " Echt waar, commisaris! "
In het volgende plaatje plaatje van strook 110 antwoordt de commisaris: "Neem hem mee... De arme drommel!"
Onze vrienden, Suske, Wiske, Sidonia, Lambik en Jerom gaan met twee caravans met vakantie aan de Belgische kust. Ze merken dat ook professor Barabas in de buurt is met opgravingen omtrent een Spaans galjoen, dat daar in de 16e eeuw gezonken is.
Aangekomen worden er op het strand dingen gestolen, zelfs Schanulleke, Wiskes hartedief!
In de buurt is een verlaten vuurtoren en ondanks de waarschuwingen van tante Sidonia gaan Suske en Wiske op onderzoek uit. Ze vinden er een opgezette meeuw en nemen die mee.
Door toeval vinden ze in het opgezette dier een soort brief met de mededeling dat er een dwergvolkje, Duinduikers geheten, bestaat.
Het is hun taak de duinen te verzorgen zodat de zee het achterliggende land niet kan veroveren.
Suske en Wiske gaan professor Barabas bij zijn opgravingen bezoeken en vragen hem naar de duinduikers. De professor vindt dat allemaal maar lariekoek en wimpelt hun vragen af.
Een bende gemaskerde mannen met meeuwenkoppen, trouwens de oorzaak van de diefstallen op het strand, ontvoeren eerst Suske en saboteren daarna de opgravingen van professor Barabas. Ze gebruiken hiervoor de duinduikers, want de gemaskerde meeuwen hebben de koningin der duinduikers ontvoerd.
Natuurlijk helpen onze vrienden de duinduikers en hun koningin. Door de vernietiging van de "verlaten" vuurtoren weten onze vrienden met de hulp van de duinduikers de bende van de meeuwenkoppen op te ruimen.
Samenvatting: Alain Stienen
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |