De belangrijkste personages in de avonturen van Suske en Wiske
Een korte beschrijving van de vele personen die regelmatig voorkomen in de avonturen van Suske en Wiske aangevuld met de familieleden van de helden.
Suske
De naam van Suske is afgeleid van "Sus", de vlaamse roepnaam van Franciscus.
Suske wordt door Tante Sidonia en Wiske ontdekt op het eiland Amoras in het gelijknamige verhaal. Suske wordt uiteindelijk als een zoon aangenomen door Tante Sidonia, de tante van Wiske, en hij gaat mee naar België.
Hij vormt in veel verhalen het tegengewicht voor de bokkesprongen en vaak ongecontroleerde uitbarstingen van Wiske.
Wiske
Wiske treedt al een verhaal eerder op dan Suske. Samen met haar broer Rikki en tante Sidonia komt ze voor het eerst voor in De avonturen van Rikki en Wiske. Officieel heet Wiske Louise en zo af en toe spreekt ze zichzelf dan ook zo aan. Wiske is vooral nieuwsgierig. Haar nieuwsgierigheid samen met haar koppigheid brengt haar, en dus ook Suske, regelmatig in de nesten. De soms wat dromerige Wiske blijkt vaak wel het gelijk aan haar kant te krijgen. Voor haar pop Schanulleke is Wiske als een moeder. De band is dan ook erg hecht. Volgens Tante Sidonia zal de band met Schanulleke nog eens de wereld redden.
In Op het Eiland Amoras schopte ze het heel ver. Ze werd er koningin van de tropische middeleeuwse stadstaat. Bovendien ontmoette ze er haar boezemvriendje Suske, waarmee ze ondertussen reeds meer dan een halve eeuw lief en leed deelt.
Sidonia
Willy Vandersteen vond dat een gezaghebbende ouderfiguur in de strip noodzakelijk was om hem enige bijval te laten genieten in het conservatieve Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog. Een echte ouderfiguur kon volgens hem echter ook niet omdat deze nooit de capriolen zou toelaten die hij voor zijn geesteskinderen had weggelegd. Daarom kwam hij met een tante op de proppen die weliswaar het oudelijk gezag vertegenwoordigde, maar toch voldoende soepel was om niet elk spannend of gevaarlijk avontuur te verhinderen.
Sidonia, vroeger Tante Sidonie, stamt af van Koning Poefke der Kannenkijkers. Veel koninklijks is er niet meer te bespeuren aan de "huissloor" Sidonie die zij is in de beginjaren van de strip. Tante Sidonia is herkenbaar aan haar hyperslanke lijn, ze kan zichzelf achter een boompje verbergen! Haar prachtige kuif, haar grote voeten, waarvan de maat ligt tussen 46 en 64, haar neus en haar kin zijn ongeëvenaard.
Vaak wordt Tante Sidonia belachelijk gemaakt om haar uiterlijk. Vooral Lambik maakt zich hieraan regelmatig schuldig. Toch blijft Tante Sidonia Lambik zien als haar ware Jacob. Lambik blijkt een andere mening toegedaan.
Tante Sidonia heeft de zorg voor Suske en Wiske op zich genomen. Ook Rikki viel ooit onder haar zorg. O, ja pas op als Tante Sidonia haar bril afzet, dan dreigt er storm!
Lambik
Vandersteen had de figuur Lambik al in de winter van 1944-1945 op papier gezet (die figuur noemde hij toen Pukkel) maar hij wist nog niet wat hij er mee moest beginnen. Toen de figuur in 1946 zijn definitieve gestalte gaf, woonde Vandersteen in Ganshoren, in de uitlopers van het Pajottenland, waar de naam van het Vlaamse bier De geuze Lambic op ieders lippen ligt.
In het verhaal De sprietatoom, dat in 1946 na Op het eiland Amoras in de krant verschijnt, verschijnt dan een loodgieter-detectief ten tonele. De wat slonzige man heet Lambik.
In korte tijd evolueert Lambik tot de grote held in de verhalen, al beleeft hij in de jaren zeventig diverse dieptepunten.
Lambik is soms ijdel, onnozel of lomp maar altijd heeft hij het hart op de goede plaats. Willy Vandersteen zei al: "Feitelijk lijk ik nog het meest op Lambik, zo ene gewone man met al zijn goede en slechte dingen". Ook zijn dochter Leentje Vandersteen bevestigde de gelijkenissen in een interview.
Lambik is een man van inmiddels 50 met exact 6 haren, waarvan er drie aan elke zijde zitten. Hij heeft een onopvallende snor. Hij draagt altijd een zwarte broek en een wit overhemd. Een zwart vlinderstrikje rondt zijn kledingcombinatie af.
Lambik heeft oog voor de vrouwen. Maar blijft uiteindelijk de eeuwige vrijgezel. Dit tot groot verdriet van Tante Sidonia.
Jerom
Jerom verscheen pas in 1953. Voor de krantenlezers is dit meteen een schok Jerom is namelijk een oermens. De onbeschaafde Jerom wordt echter al snel bijgeschaafd. Spreken in volledige zinnen zal hij echter nooit leren. Schrijven evenmin. Jerom's opvallendste kenmerk is zijn enorme kracht. Bergen splijten is geen probleem en ook een volledig schip optillen is een peulenschil.
Vandersteen heeft het intreden van de krachtpatser Jerom later wel betreurd. Met Jerom erbij zijn alle problemen zo door kracht opgelost. Jerom wordt daarom regelmatig op reis gestuurd. Paul Geerts vond het vooral jammer dat Jerom is geëvolueerd van oermens tot moderne mens. Een oermens in een moderne maatschappij zou hem beter hebben gepast. Hoewel Vandersteens geestelijk testament wijzigingen verbiedt, keert Jerom in Amber tijdelijk terug in zijn oude gedaante.
Barabas
Professor Barabas is een geniaal wetenschapper. Hij werd ooit uitgeroepen tot geleerde van het jaar vanwege zijn studie naar de oorsprong van de mens op aarde. Verder heeft hij heel wat uitvindingen gedaan, zoals de teletijdmachine, de terranef, de gyronef, de tastoscoop, de snelgroeier, de IJslandsuite en veel meer. De ijzeren schelvis hoort hier echter niet bij!
Professor Barabas eerste optreden is in Op het eiland Amoras. Wiske vist een vaas uit het water en tante Sidonia smijt deze op het hoofd van de professor. In dit zelfde verhaal doen ook de gyronef en de teletijdmachine, de uitvindingen die Barabas' het
beroemdst maakten hun intrede in de strip.
Schanulleke
Schanulleke, vroeger Schalulleke en Schabolleke genoemd is de lappenpop van Wiske. Haar oorspronkelijke naam Schalulleke stamt af van het Vlaamse volkswoord voor sjalotje. In de meeste verhalen is Schanulleke's rol passief, slechts in een enkel verhaal komt ze tot leven. Toch brengt Wiske zichzelf en haar vrienden nog weleens in de problemen omdat ze Schanulleke is vergeten en er achter aan wil om haar terug te vinden. Zo zorgt Schanulleke soms voor belangrijke wendingen in de verhaallijn.