De gouden bloem
Eerste uitgave: 1975
Het verhaal De gouden bloem werd in het jaar 1975 als promotie voor Tide als dubbele editie uitgegeven: Nederlands - Frans en omgekeerd.
Daarna volgden nog diverse hernemingen van dit verhaal, zoals bv. in X-Large 4, welke in juni 2006 verscheen.
Het meest vreemde aan dit verhaal is, dat er zonder verklaring een nieuw personage wordt ingevoerd, namelijk die van Lambik's eend Kwak! Dit personage wordt zodanig op de voorgrond geplaatst dat het een hoofdpersonage lijkt, gelijkwaardig aan Suske, Wiske, Lambik, Sidonia, Jerom en professor Barabas.
„Ach, wat geeft dat nu! Tobias, het straathondje, en Schanulleke nemen soms ook een belangrijke rol naast onze vrienden in!“ zullen velen denken, maar de achtergrond van deze twee bijfiguren zijn wel, in tegenstelling tot die van Kwak, uitgelicht!
Heeft men getracht met Kwak terloops een nieuw personage aan de stripreeks toe te voegen?
Kennelijk is Kwak niet goed aangekomen bij ofwel de uitgeverij en/of het grote publiek, want hierna is Lambik's eend nooit meer in de avonturen van Suske en Wiske opgedoken.
In de laatste tekening van strook 9 heeft Wiske het over Bonny en Clyde.
In de tijd van de grote recessie (begin jaren 30 van de 20e eeuw) beroofde dit gangsterpaartje, samen met hun bende, tussen 1931 en 1935 op brutale manier banken. Een mensenleven was voor hen niets, maar dan ook helemaal niets waard. Uiteindelijk werden ze dan toch opgepakt.
Het nietsontziende optreden van dit duo bleef echter in het Amerikaanse geheugen hangen, zodat vele jaren later, nl. in 1967, er zelfs een film over dit duo in de bioscopen kwam, nl Bonny and Clyde met Warren Beatty (*1937) en Faye Dunaway (*1941) in de hoofdrollen.
Samenvatting
Suske en Wiske brengen tuinartikelen naar Lambik thuis. Een half uur later komen ze bij Lambik aan. Jerom verlaat net het huis en waarschuwt de kinderen dat Lambik de laatste tijd weer last van kuren heeft.Op dat moment gaat Lambik, alsof hij gehypnotiseerd is, naar zijn serre. Kwak, zijn tamme eend, probeert de aandacht van hem te krijgen. Het lukt het dier echter niet. Ondertussen brengen Suske en Wiske de tuinartikelen achter het huis en ontmoeten Kwak, die hen verraadt, dat Lambik naar zijn serre is gegaan.
De kinderen betrappen Lambik met zijn voeten in een bloempot vol teelaarde. Diep in gedachten begiet hij zichzelf met water en meet zijn lengte op om te zien of hij nog niet gegroeid is. Wiske probeert met hem te praten. Dit lukt echter niet, zo diep is hij in gedachten verzonken. Zo blijft haar niets anders over als te schreeuwen. Lambik merkt nu dat hij niet alleen is, maar geeft absoluut geen verklaring over zijn vreemd gedrag.
Onverrichterzake gaan onze twee vrienden naar huis en vertellen tante Sidonia wat er aan de hand is. Die belt professor Barabas op met de vraag of hij misschien iets weet. Tot Sidonia's verbazing weet de professor ervan, maar ook hij wil niets loslaten, buiten het feit dat er deze nacht iets zou gebeuren.
's Nachts sluipen Suske en Wiske naar buiten om uit te vinden wat Lambik nu in zijn schild voert. Nauwelijks zijn ze bij hem, of ze horen hoe Kwak en hels kabaal maakt bij de serre. De kinderen zien hoe Lambik zijn haarpracht met een heggeschaar aan het bewerken is. De twee lokken Lambik het huis in en sluiten hem op. Lambik vraagt hen om hem te vertrouwen en zegt dat hij later uitleg zal geven.
Hierna vertelt Suske tante Sidonia per telefoon waar ze zijn. Wiske gaat naar bed en Suske wil de wacht houden, maar slaapt door oververmoeidheid in. Lambik ziet zijn kans nu schoon en wil verdwijnen. Kwak wekt de kinderen en op het laatste nippertje kunnen Suske en Wiske ongezien meerijden in de kofferbak. Lambik stopt bij Barabas en gaat bij hem naar binnen. De kinderen klimmen door een raam naar binnen en ontdekken het geheim: Een lieftallige gouden bloem, waarop Lambik verliefd is!
In een stuk meteoor, afkomstig van de planeet Flowurnus, ontdekte de professor een boon. Hij plantte haar in schone teelaarde en er kwam een gouden bloem uit, die hij de naam Fleurine gaf. De professor vertelt ook dat de bloem met volle maan kan praten. Wiske vindt dit een smakelijke grap en begint luidkeels te lachen. Natuurlijk verraadt ze zichzelf en Suske hierdoor. De professor wil Wiske om uitleg vragen, maar door de maneschijn begint de plant inderdaad te praten.
Zij legt uit dat ze van Flowurnus komt en dat de planten daar vroeger konden lopen, denken en praten. Ze bezaten allerlei kleuren en leefden gelukkig naast elkaar, totdat het virus Powerlust de bloemen begon aan te tasten. De bloemen werden ziek en vochten om de macht.
De Grote Wijze Bloem overwon het virus door de bloemen wortels te laten schieten. Ieder kreeg zijn plaats en hinderde de anderen niet. Hierdoor stierf Powerlust uit en de vrede was weer hersteld.
Fleurine begint na deze monoloog moe te worden en wil gaan slapen, maar geeft Lambik wel nog een compliment.
Plots hoort Suske een geluid, dat uit de kast van professor Barabas komt. Ze openen de deur en de secretaris van de directeur van de meststoffenfabriek komt er uit. Hij wilde weten waarom Barabas meststof bestelde met goudpoeder er in en nu weet hij het geheim. Woedend schopt lambik hem de deur uit.
Even later beraamt de valse secretaris met enkele boeven in een kroeg een plan om Fleurine te ontvoeren en aan de directeur te verkopen. Ze ontvoeren de gouden bloem en de secretaris belt de directeur op, maar die wil er niks van weten.
Ondertussen heeft Lambik gemerkt dat zijn geliefde Fleurine ontvoerd is. De jaloerse Kwak ziet dit, maar wil niet dat Lambik verdrietig is en vliegt de boeven achterna. Slim als het dier is, laat ze een spoor achter door eieren te leggen. Suske, Wiske en Lambik volgen het spoor en komen uit bij een verlaten huis. Ondertussen hebben de bandieten Kwak ontdekt en willen haar doden. Lambik trapt de deur in en werpt zich op een van de bandieten. Door een schampschot geveld valt Lambik neer. De kinderen en Kwak vluchten met Fleurine.
De bandieten merken dit en willen de grens over om te kunnen vluchten, maar de secretaris wil zich wreken op de directeur. Hij vertelt de tot zijn positieven gekomen Lambik het smoesje dat hij handelde in opdracht van de directeur en geeft hem een tijdbom om de meststoffenfabriek op te blazen. Lambik gelooft dit en gaat op weg.
De bandieten lachen in hun vuistje en willen wegrijden maar hebben buiten de waard gerekend met Kwak. Kwak vliegt boven de auto en laat een ei op de voorruit vallen zodat de bandieten verongelukken. Daarna belt ze zo goed als het gaat de politie op en deze lokaliseert aan de hand van haar gekwaak de telefooncel om de boeven in te kunnen rekenen.
Lambik dringt de fabriek binnen, plaatst de bom en belandt bij de directeur. Meteen begint Lambik de man te beschuldigen, maar die zweert er niets vanaf te weten! Integendeel, hij wilde er niets van weten! Lambik gelooft hem, maar valt door heftige emotie flauw. De directeur vindt het nummer van Jerom en belt hem op en legt de situatie uit. Vliegensvlug stormt Jerom naar de fabriek en maakt de bom onklaar.
Het wordt onze vrienden duidelijk, dat Fleurine hier op onze aarde niet kan overleven en dat ze terug moet naar Flowurnus! Terwijl Lambik ontroostbaar is ziet Kwak dit met leedvermaak aan, want dan is Lambik eindelijk voor haar alleen. Lambik neemt afscheid van Fleurine en de professor flitst haar met de teletijdmachine terug naar haar planeet.
Uit het oog, uit het hart! Lambik draait zich om en begint Kwak te knuffelen. Tevreden glimlacht het dier tot over haar met veren bedekte oren.
Tekst: Alain Stienen
|
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |
