Het onbekende eiland
Eerste uitgave: 1981
Het onbekende eiland verscheen voor het eerst in het jaar 1981 als publikatie in het tweede deel van Plezier met Suske en Wiske, een bundeling van strips en geschreven verhalen.
Wie bekend is met de filmgeschiedenis weet dat de auteur Paul Geerts zich bij dit verhaal heeft laten inspireren door een klassieker uit 1933, nl. de moeder aller monsterfilms: King Kong!
Alhoewel er al voor King Kong diverse succesrijke monsterfims op celluloid vastgelegd werden, zoals Gertie, the dinosaur, een mix van echte opnames en animatie uit 1914, en The lost world uit 1925 naar motieven van Sir Arthur Conan Doyle (*1859 - +1930), was het toch echter King Kong, die als legende de (film)geschiedenis inging.
Begin jaren 30 van de vorige eeuw kwam de regisseur Merian C. Cooper (*1893 - +1973) onder contract bij RKO, de filmmaatschappij die King Kong leven zou inblazen. Samen met de bekende engelse krimi-auteur Edgar Wallace (*1875 - +1932) schreef Cooper het script voor de film om daarna samen met Ernest B. Schoedsack (*1893 - +1979) het project te realiseren.
Voor de special-effects contracteerden ze de pionier op dat gebied, Willis O' Brien (*1886 - 1962). De man had eerder al gezorgd voor de, in die tijd verbazingwekkende, trucages van bewegende dinosauriërs bij de hierboven reeds genoemde film The Lost World.
O' Brien kreeg van Cooper en Schoedsack meer geld ter beschikking gesteld voor de special effects en enthousiast ging hij aan de slag.
Terwijl het in die tijd normaal was om bij special-effects 16 shots in een seconde te hebben, nu werden het 24 shots in een seconde!
Het resultaat was dat de geanimeerde kleipoppen zich vloeiender bowegen. Ook besteedde O' Brien meer aandacht aan de Glass shot-techniek. Door verschillende beschilderde glazen schijven (bv. met een er op geschilderde jungle) achter elkaar te zetten, kreeg O'Brien een veel betere dieptewerking.
De première van King Kong vond plaats op 2 maart 1933 en was een ongekend succes!
Het redde niet alleen RKO van een voor haar dreigend faillisement maar werd door veel critici ook al meteen als een meesterwerk beschouwd.
Toch kwam de film niet bij allen goed aan, want al bij de première vluchtten er enkele toeschouwers uit de bioscoop, bang geworden door de baanbrekende special-effects! Degenen die vluchtten dachten dat de monstergorilla werkelijk leefde! Anderen stoorden zich aan bepaalde scénes uit de film, zoals de drastisch in beeld gezette verplettering van inboorlingen. De aap doodt in die scéne de inboorlingen door er op te trappen. Tevens vond men het niet goed, dat de gorilla in een andere scéne de actrice Fay Wray (*1907 - +2004 ) ontkleedde. dat was duidelijk teveel bloot!
Meteen in hetzelfde jaar draaide Schoedsack een vervolg met de titel Son of Kong. O'Brien was ook hier weer verantwoordelijk voor de special efects, maar door een duidelijk ingekort budget (hij had maar een derde van wat hij voor King Kong gekregen had) liet hij vele animaties aan zijn assistent over.
"Son of Kong" werd niet het financiële succes als bij RKO gedacht. Hierna zou het vele jaren duren voordat filmmakers zich nog eens aan een reuzenaap waagden.
In 1946 keerde Merian C. Cooper terug uit de Tweede Wereldoorlog (1939 - 1945) en hij was het die ook met een film rond een reuzenaap kwam.
Hij nam contact op met Schoedsack en de twee broedden het script uit rond Mighty Joe Young. Cooper zorgde ervoor dat de special-efects ook dit keer weer door zijn vriend Willis O'Brien gemaakt werden. De assistent van O'Brien was toen niemand minder als Ray Harryhausen (*1920). (Harryhausen zou later de door O'Brien ontwikkelde stopmotiontechniek tot eenzame hoogten brengen.)
Jammer genoeg flopte Mighty Joe Young toendertijd in 1948 in de bioscopen en eerst een paar genaraties later werd de film door het publiek herontdekt en werd deze "cult".
In de jaren 50 werd King Kong opnieuw, weliswaar gecensureerd (zie boven waarom ze dit deden), in de bioscopen overal ter wereld getoond en was wederom een enorm succes!
Deze roemruchte heropvoering was tevens de basis voor het voortdurende succes van de film King Kong. Bij elke opvoering in de bioscopen stroomden de mensen naar binnen, zij het in de Verenigde Staten of elders in de wereld.
Dit hernieuwde succes van King Kong was de Japanner Tomoyuki Tanaka (*1910 - +1997), chef van de Japanse filmmaatschappij Toho, niet ontgaan en hij wilde er ook van meesnoepen.
Willis O' Brien had namelijk een project ontwikkeld met de werktitel King Kong vs. Frankenstein en ging ermee naar de producent John Beck (* 1909 - +1993) en die verkocht O' Briens idee achter zijn rug door aan Tanaka.
Tanaka ruilde Frankenstein in voor het icoon van toho, Godzilla. In 1963 kwam King Kong vs. Godzilla (Japanse titel: Kingu kongu tai Gojira) overal ter wereld in de bioscopen. Vooral in Japan werd deze film een van de grootste hits aller tijden en dat is het, ondanks STARWARS, The lord of the Rings en The Matrix, nu nog steeds!!!
Het verhaal is zoals normaal bij Japanse monsterfilms snel verteld.
Japan wordt zoals gewoonlijk weer eens door Godzilla geteisterd en door toeval ontdekt een Japans concern een reusachtige gorilla op een verlaten eiland en sleept die mee naar Japan om er grof geld mee te verdienen. In Japan breekt de reuzengorilla uit en het komt tot een showdown tussen de twee monsters.
De special-effects zijn in deze film in de verste verte niet te vergelijjken met die van O'Brien. In tegenstelling tot hem stopte Eiji Tsubaraya (*1901 - +1970), de verantwoordelijke voor de special-effects bij Toho, acteurs in een aap- respektievelijk in een Godzillakostuum, en liet ze door een miniatuurlandschap rondwandelen en vechten. Het King Kong-kostuum zelf was ook zo lelijk dat het eigenlijk pijn deed.
Toch is het de regisseur Inoshiro Honda (*1911 - +1993) gelukt zoiets als humor in de film te krijgen en mede door de bar slechte special-effects is de film amusant geworden. Het is een film die je eigenlijk gezien moet hebben om het te geloven.
Vijf jaar later presenteerden Tanaka, Tsubaraya en Honda nog eens een keer hun versie van het originele verhaal van King Kong aan het filmminend publiek in King Kong Escapes (Japanse titel: Kingu Kongu no gyakushu ). Het gorillakostuum was nog steeds oerlelijk, maar toch kon het resultaat zich laten zien.
Ondertussen hadden ook de Britten iets te melden gehad en lieten in 1961 Konga op het witte doek los. De film zelf is ondermaats en kreeg pas de laatste jaren meer aandacht, omdat Michael Gough (*1911) er de hoofdrol in speelde. Deze acteur is bekend uit de eerste Batman-filmreeks, waarin hij butler Alfred speelde.
In 1975 werd bekend gemaakt dat de grote regisseur John Guillerman (*1925) King Kong opnieuw in beeld zou zetten. Het verhaal van de grote verliefde aap werd door hem naar het heden getransporteerd en volgens Guillerman konden de mensen een groot spektakel verwachten.
Een jaar later kwam het resultaat in de bioscopen en dit stelde teleur!
Volgens velen zater er te weinig monsters in, anderen vonden juist het einde te theatraal. Weer anderen vonden het te glad geproduceerd. De film miste dus de hoeken en kanten, die het origineel wel had. Desondanks kreeg de film toch een Academy-Award voor de beste special-effects in een film.
De hype en de daarna ingetreden flop rond de nieuwe verfilming had tot gevolg dat diverse tv-zenders de oude film gingen uitzenden. Dit had als gevolg dat de oude film uit 1933 weer een nieuwe generatie bereikte en nu voor goed de status kreeg van een "cult"-klassieker.
In hetzelfde jaar, nl. 1976, waarin de nieuwe verfilming van Kong in de bioscopen kwam, brachten de Britten een persiflage op het witte scherm, Queen Kong. Hierin komt een reusachtig gorillawijfje in Londen en maakt jacht op mannen! De korte inhoud laat niets aan duidelijkheid over en het mag dan ook duidelijk zijn, dat deze film niet het brede publiek bereikte.
Anders was het met The mighty Peking-man uit het jaar 1977.
Het verhaal is ongeveer hetzelfde als dat van King Kong. In deze film wordt in de jungle van Azië en beeldschone, halfnaakte, blonde jonge dame ontdekt, die al vanaf haar prille jeugd in de jungle samenleeft met een gigantisch, op een aap lijkend monster. Beiden worden naar Hongkong gebracht en daar breekt het beest uit. Voordat het de stad kan vernielen wordt het het dier gedood.
Deze film werd in de traditie van de Japanse monsterfilms gemaakt, dus een man in een apenpak, en het resultaat was goed om aan te zien, ofschoon ok deze film niet bepaald een succes was.
De teleurgestelde Guillerman begreep niet waarom zijn nieuwe interpretatie van King Kong het niet deed bij het publiek en wilde het nog eens proberen.
In 1986 kwam de sequel King Kong lives uit en dit was zelfs een nog grotere flop dan zijn eerste Kong-film.
Kong overleeft, zwaargewond, zijn val van het Worldtrade-Center en wordt nu door de militairen op een geheime basis verzorgd. Ondertussen vindt men in een jungle een reusachtige vrouwtjesgorilla. Men brengt haar naar Amerika en zoals dat nu eenmaal gaat raken de twee apen op elkaar gesteld en breken uit. Hierna worden ze door het legermilitair bejaagd.
Na laatstgenoemde film was het een lange tijd rustig. Men wilde geen flops meer riskeren, want het was de filmproducenten nu duidelijk dat het publiek genoeg had van monsterapen.
In 1993 vierde men het 60-jarige jubileum met een heropvoering van de zwart-wit klassieker in enkele bioscopen. Door toeval had men in een stoffig kamertje de scénes ontdekt die men er uitgesneden had voor de heropvoering in de jaren vijftig. De film werd nu gerestaureerd en zo kreeg het publiek de film weer te zien zoals bij de première in 1933.
In 1998 vond men het wel welletjes in Hollywood en men wilde het publiek weer een een echte reusachtige aap gunnen. Zo kwam Mighty Joe Young als remake in de bioscopen en deze film scoorde vrij aardig, wat men van een ander monster, namelijk Godzilla niet kon zeggen. De Amerikaanse remake van Godzilla uit het jaar 1998 was vooral artistiek gezien een ramp.
Op dat moment was Peter Jackson (*1961) bij verschillende filmmaatschappijen aan het lobbyen voor zijn droom. Hij wilde namelijk King Kong opnieuw verfilmen. Na het debacle met de Amerikaanse Godzilla lieten de maatschappijen Jackson weten, dat ze er niet in zagen. Teleurgesteld nam hij een ander project op, de verfilming van The Lord of the Rings van de auteur J.R.R. Tolkien (*1892 - +1973) en door het fenominale succes van deze trilogie kon hij in 2004 eindelijk beginnen an het verwerkelijken van zijn droom: de remake van zijn lievelingsfilm King Kong.
Einde 2005 kwam de film wereldwijd in de bioscopen en het ziet er naar uit dat Jackson de verliefde reuzengorilla met een oerknal heeft laten terugkeren in het bewustzijn van zowel de critici als de doorsnee bioscoopbezoeker.
De kubus, die Boefer tegen het einde van het verhaal in zijn handen heeft is een typsch spel uit de jaren 80, nl. de Rubick's cube!
Samenvatting
Wiske heeft op een dag een van haar nare buien en verveelt zich. Ze jent Lambik, dat hij niet meer de jongste is en Lambik trapt er met zijn grote voeten in. Beledigd druipt hij af en een paar dagen daarna leest Wiske in de krant dat Lambik in zijn eentje een wereldreis gaat maken in een zeilboot.Onze vrienden, Suske, Wiske, Sidona, Jerom en Barabas, zijn nieuwsgierig en bieden hun hulp aan, maar Lambik zwaait met een joviaal gebaar af.
Weken gaan voorbij en Lambik rondt de Kaap de Goede Hoop bij Zuid-Afrika en stevent richting de Indische Oceaan. Op zekere morgen wordt hij verrast door een storm, die hem op een eiland met scherpe rotspieken laat toevaren. Op het laatste nippertje geeft hij dit aan Barabas door, maar het baat niks. Lambik gaat met zijn zeilschip ten onder bij het strand van het onbekende eiland met de scherpe rotspieken.
Op het strand van het eiland komt Lambik bij zijn positieven en begint te wanhopen.
Thuis beginnen onze vrienden een expeditie om om Lambik te vinden en laden de de Gyronef. Ondertussen merkt Lambik, dat het eiland niet onbewoond is.
Onze vrienden starten hun expeditie en vinden het eiland. Jerom dropt zijn vrienden op het eiland en belooft later terug te komen.
Wild geworden van honger bijt Lambik Sidonia in haar been. Nadat hij heeft gegeten van het proviand dat zijn vrienden hebben meegebracht vertelt hij hen van de rare toestanden op het eiland.
Het eiland is bewoond met aapachtige bewoners, de Bitskoemers en een reuzenaap, Boeffer.
Boefer is verliefd op Sidonia en neemt haar tot vriendin, maar dit gaat niet zonder problemen. Sidonia stelt teveel eisen en Boeffer voldoet aan deze eisen. Dat maakt hem belachelijk bij de Bitskoemers. Boeffer sluit nu Sidonia op in een kooi en onze vrienden bevrijden haar hier uit.
Het komt tot een gevecht en op het laatste moment komt Jerom met de Gyronef opdagen. Hij ruimt de Bitskoemers op en nadat Jerom Boefer een "Rubick"s Cube" heeft gegeven vliegen ze naar huis.
Tekst: Alain Stienen
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |