De joviale Gille
 |
 Index |
 |
Rode reeks no. 297 (1e druk: 10 oktober 2007)
Lambik ontdekt bij het opruimen van zijn zolder een oude koffer met het dagboek van zijn voorvader Evarist en diens kostuum de Gilles van Binche. Lambik trommelt meteen zijn vrienden op om hem te vergezellen naar de stad Binche, in Wallonië: hij moet en zal meelopen in de stoet van de Gilles! Maar dat is buiten de legende van de Gilles van Binche gerekend: zij bewaken het standbeeld van de Incagod Quatch, die in ruil de stad beschermt.
Een dief slaagt er echter in om de smaragd uit het standbeeld te stelen en door een dom toeval komt dat juweel in handen van een nietsvermoedende Lambik. Die wordt ontvoerd door de dief en Suske en Wiske zetten de achtervolging in. Intussen is de god Quatsch in blinde woede ontstoken, en neemt hij wraak op de stad Binche, vastbesloten om die van de kaart te vegen.
In Binche wordt al eeuwenlang op bijzondere wijze carnaval gevierd om de lente aan te kondigen. Mannelijke leden van de plaatselijke carnavalsverenigingen verkleden zich tijdens het feest als "Gille".
De Gilles zijn traditioneel gekleed in een linnen pak met kleurrijke leeuwen en kronen, dat wordt opgevuld met stro, zodat vooraan en op de rug een bult ontstaat. Ze dragen klompen en een witte kraag. Op hun gezicht dragen ze een masker . Als hoofddeksel wordt soms een grote hoed met struisvogelveren gedragen. Het is een dergelijke hoed die door Lambik wordt gevonden.
Tijdens het carnaval stampen de Gilles met hun klompen op de aarde om de grond vruchtbaar te maken. Ze dragen ook sinaasappels mee, die ze in het publiek gooien.
Dit verhaal werd aanvankelijk aangekondigd met de titel De gulle Gilles. Later is dit gewijzigd in De joviale Gille.
|
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |
