Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

Het gouden paard


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 100 (1e druk: 1969)

Het gouden paard Na de voorpublicatie van De groene splinter in het weekblad Kuifje moesten de lezers een half jaar lang wachten voordat er een nieuw verhaal verscheen. Het nieuwe verhaal, Het gouden paard, zou ook tevens het laatste zijn wat Willy Vandersteen voor het weekblad creëerde en is hiermee het einde van een tijdperk. De befaamde blauwe reeks, het visitekaartje van Willy Vandersteen, hield op te bestaan! Weliswaar werd er nog aan een ander verhaal gewerkt voor het weekblad maar dit zou nooit het daglicht zien, maar hierover onder meer.
De start van de voorpublicatie in Kuifje begon op 26 februari 1958 en zou eindigen op 23 april 1959. De eerste albumuitgave liet lang op zich wachten, namelijk eerst in het jaar 1969! Dit kwam door meningsverschillen tussen Lombard en De Standaard omtrent het copyright van het verhaal. De in 1969 verschenen versie van De Standaard was trouwens voor liefhebbers van de reeks een ergernis, want het was een verkorte versie! De integrale, dus de complete, versie werd pas in 1988 uitgegeven.

De redenen waarom Willy Vandersteen in 1959 stopte met het weekblad Kuifje zijn veelvuldig.
Een van de redenen is de uitbouw van Studio Vandersteen. Die uitbouw was nodig want Karel Boumans (*1931 - +2003), degene die de tekeningen van de normale Suske en Wiske-reeks in inkt zette, zegde in maart 1959 zijn medewerking op. Willy had tevens tegen die tijd drie (eigenlijk vier, als je de Suske en Wiske-verhalen uit het weekblad Kuifje apart rekent) enorm goedlopende reeksen, Suske en Wiske, Bessy en 't Prinske, en Willy wilde nog meer nieuwe reeksen lanceren. Hij speelde met het idee Jerom een eigen reeks te geven en hij had van Leopold Vermeiren (*1914 - +2005) de toestemming gekregen zijn creatie De Rode Ridder als beeldverhaal uit te brengen.
Een andere reden is, dat hij er op uitgekeken was. Hij voelde de nodige "thrill" niet meer en het was voor hem enkel een job. Zoiets is dodelijk voor een man met een creatieve geest! Men merkt het ook aan de tekeningen in dit verhaal. Ze zijn vlakker en minder dynamisch! Een duidelijk teken van grafisch verval! Iets wat ook bij de gagreeks 't Prinske te merken was. Een ander teken van verval was de andere vorm van inkting. Willy liet dit verhaal en de laatste gags van 't Prinske door Karel Boumans en Eduard de Rop (*1928) in inkt zetten. Deze beiden hadden een andere stijl en die paste niet bij de fijnere, gedetailleerdere stijl van de voorgaande verhalen.
Zeker heeft ook het gekuip achter de schermen van het weekblad Kuifje nog meegespeeld! Het was algemeen bekend dat Suske en Wiske bij de door het weekblad in opdracht gegeven polls over het succes van enkele reeksen bij de lezers met grote regelmaat de eerste plaats haalde. Iets wat artistiek directeur Hergé (*1907 - +1983) niet altijd even leuk vond. Hij was het die Kuifje gecreëerd had en uitgerekend de naamgever van het weekblad haalt het niet op de eerste plaats!
Schets voor De sonometer Ook waren er artistieke en persoonlijke meningsverschillen. Zo kon E.P. Jacobs (*1904 - +1987, de auteur van o.a. het meesterlijke Het Gele Teken) Vandersteen niet uitstaan. Volgens Jacobs had Vandersteen het plot voor zijn verhaal Het raadsel van Atlantis ontvreemd. Echter hierover meer bij de samenvatting van Het statige standbeeld.
Ondanks de twisten werden er ook onderling vriendschappen gesmeed. Willy Vandersteen hield tot aan zijn dood een hechte band met collega en tevens ook gevierd striptekenaar Bob De Moor (*1925 - +1992).
Met al deze gegevens voor ogen, kan men zich maar al te goed voorstellen, dat Willy Vandersteen het na dit verhaal het voor gezien hield bij het weekblad Kuifje! Er zouden namelijk nieuwe taken op hem wachten. Dat de beslissing bij Kuifje te stoppen toch een snelle beslissing moet zijn geweest, bewijzen de voorbereidingen en de eerste tekenplaten van een nieuw verhaal voor het weekblad Kuifje, na Het gouden paard. Het nieuwe verhaal had als titel De sonometer. In dit verhaal zou alles draaien om geluidsoverlast, met als decor één van de steden van Japan, waarschijnlijk Tokio. In de tekeningen die al voor dit verhaal waren gemaakt ziet men een vrouw in typisch Japanse klederdracht rondlopen en op diezelfde tekening ziet men een reclamebord met het Japanse merk Sony. Naast Suske, Wiske en Lambik zou ook een zekere professor Tellenbol een centrale rol krijgen. Deze is ook te zien in het fragment.
Helaas voor ons... slechts enkele tekenplaten werden van dit verhaal uitgewerkt alvorens Willy Vandersteen besloot te stoppen met zijn bijdragen voor het weekblad Kuifje.

Schets van het gouden paard Achteraf gezien zijn de verhalen, die Willy Vandersteen schiep voor het weekblad Kuifje stuk voor stuk meesterwerken die terecht een plaats in de annalen van de Europese stripgeschiedenis hebben verworven.

Medewerker Karel Verschuere (*1924 - +1980) heeft ooit eens als blijk van waardering van Willy Vandersteen de magnifique studieschetsen voor Het gouden paard cadeau gekregen.

Tegen het einde van dit verhaal wordt de Spaanse conquistador Hernan "Fernando" Cortez (* 1485 - +1547) als een vriendelijke man gepresenteerd. Niets van alles is waar, integendeel... de ware Cortez was een wrede man die niets zag in die voor hem vreemde Indiaanse cultuur en hun bewoners. Het waren allemaal barbaren, want ze brachten Cortez ontmoet Montezuma o.a. mensenoffers! Het enige waar hij oog voor had waren het goud, zilver en edelstenen van de Azteken.
In 1519 kwam de eerste ontmoeting tot stand tussen de Spanjaarden en de Azteken. De toenmalige heerser Montezuma II (*1466 - +1520) zag in Cortez de vlees gewordene oppergod Quetzalcoatl.
Vreemd genoeg zou men zeggen! Dit komt echter doordat volgens de legende een verdreven blankhuidige koning met baard, genaamd Quetzalcoatl (Indiaanse mannen hebben nauwelijks een baard) belooft naar zijn land terug te keren om zijn volk te verlossen. Quetzalcoatl werd door de Azteken en ook door de Maya's veelvuldig afgebeeld als een reusachtige, gevleugelde, slang met mensengezicht.
Hedendaagse wetenschappers gaan er van uit, dat Noormannen of Vikingen omstreeks 700 na Chr. één van deze indianenculturen bezocht hebben en daarmee hun samenleving hebben beïnvloed. Deze mannen waren ruig van natuur, hadden zeker een baard en waren blank van huid en zodoende...
Hierdoor waren de Azteken op alles voorbereid, maar niet op de Spanjaarden! In het jaar 1520 was alles voorbij! Montezuma II was dood en het glorierijke Azteekse rijk was verleden tijd!

Men kan Willy Vandersteen nu geschiedvervalsing verwijten vanwege zijn milde veroordeling van Cortez, maar hij deed dit omwille van het verhaal. Hij wilde iets vertellen omtrent de ontdekking van het Azteekse rijk en bediende zich daarbij van romantische elementen om de lezer het gebeuren nader te verklaren. Wie Willy Vandersteen kent weet dat hij dit mensenverachtende gedrag der Spanjaarden tijdens de verovering van Midden- en Zuid-Amerika nooit goedgekeurd zou hebben.
Trouwens Willy Vandersteen heeft in zijn verhalen al eens eerder geschiedvervalsing gepleegd, nl. in De Tuftuf-club!

Vele jaren later geeft Paul Geerts de godheid Quetzalcoatl een rol als De Gevederde Slang.

Het gouden paard

Samenvatting

We bevinden ons in de 16e eeuw. Het tijdperk der grote ontdekkingsreizen.
Lambik oefent het beroep uit van chirurgijn-barbier, geholpen door zijn twee vriendjes, Suske en Wiske. Zij wonen in een kuststadje der Nederlanden.
Cortez de conquistador heeft het rijk der Azteken ontdekt. Volgens eerste berichten bezitten de Azteken fabelachtige rijkdommen. Dit zit de gouverneur van Cuba, Diego Velasquez, dwars. Sindsdien dwarsboomt hij Hernan Cortez waar het maar kan. Cortez wil naar de hoofdstad der Azteken oprukken, maar wil ook de vrede bewaren. Om dit doel te bereiken liet hij in de Nederlanden een paard vergulden. Het paard heet Pepita en wordt aan de keizer der Azteken, Montezuma, geschonken. De Azteken hebben nog nooit paarden gezien, laat staan een verguld paard! Zo wil Cortez indruk maken op Montezuma.
Helaas voor Cortez zitten de agenten van de Cubaanse gouverneur niet stil. Ze verwonden Don Alvarez, een medewerker van Cortez en tevens een vriend van Lambik, om de overgave van Pepita te verhinderen.
Ontvangst bij de Azteken Onze vrienden springen nu voor Don Alvarez in de bres en landen na enige avonturen op zee met Pepita op Yucatan, midden in het rijk der Azteken. Na heftige strijd geleverd te hebben met mannen van Diego Velasquez en de Tabascanen landen onze drie vrienden met Pepita in Tenochtitlan, de hoofdstad der Azteken. Zij worden er uitbundig verwelkomd door de inwoners, maar niet iedereen is gelukkig met de komst van Pepita en onze vrienden.
Axaya, de hogepriester, ziet alles met lede ogen aan en probeert het paard te doden. Ongewild raken onze vrienden meer en meer verwikkeld in een opstand tegen keizer Montezuma en ontmaskeren de aanvoerder. Het is niemand anders als Axaya. Deze heeft Montezuma laten opsluiten omdat hij vrede sluiten wil met Cortez.
Ondertussen zijn Pepita en Mitlo, een Azteekse jongen, onderweg om de troepen van de keizer te halen die de opstandelingen moeten bedwingen.
Onze vrienden en de bevrijde keizer verschansen zich in een gebouw en na enkele hevige gevechten worden ze ontzet door de keizerlijke garde. Axaya en de rebellen worden gevankelijk afgevoerd.
Kort daarop verschijnt Cortez in de hoofdstad en de eerste kennismaking verloopt hartelijk. De keizer schenkt Pepita aan Lambik, omdat hij zoveel van het dier houdt. Onze vrienden keren nu weer huiswaarts, waar ze begroet worden door de genezen Don Alvarez

Tekst: Alain Stienen
Eerste complete albumuitgave Uitgave uit de reeks 'Suske en Wiske Klassiek' Hertekende cover