De gezanten van Mars
 |
 Index |
 |
Rode reeks no. 115 (1e druk: 1971)
Voor het eerst in album verschenen in 1956
We bevinden ons midden jaren 50 en twee fenomenen houden de wereld bezig en laten even vergeten, dat de koude oorlog in volle gang is. De rock ´n roll begint z´n zegetocht en een jonge vrachtwagenchauffeur met name Elvis Presley zal de onbetwiste koning van deze muziekstijl worden en ... UFO´s, beter bekend als vliegende schotels, werden plots overal op de wereld gezien!
Een van de eerste waarnemingen was Juni 1947 in het het luchtruim van de staat Washington door een zekere Kenneth Arnold. Deze zakenman was onderweg in zijn Callair, een klein soort vliegtuig, en berichtte, dat hij boven Mount Rainier een 9tal vliegende schijven zag. Hetzelfde jaar, een maand later zag een farmer nabij het woestijnstadje Rosswell, hoe een groot brandende object over z´n farm vloog en in de woestijn neerstortte. Echter voordat iemand en vooral de journalisten de neus eraan kon krijgen wat er werkelijk neergestort was, was het Amerikaanse leger al daar en deed het af met de bewering, dat er een weerballon was neergestort. De farmer, de plaatselijke sherrif en een paar andere bewoners van Rosswell meenden echter wrakgedeeltes van metaal ( ! ) gezien te hebben!
Al deze berichten leidden ertoe, dat de kranten en tijdschriften bol stonden van artikels over vliegende schotels, waarnemingen en zelfs contacten met buitenaardsen, zoals in 1952 een zekere George Adamski beweerde, dat hij contact had met bewoners van de planeet Venus. ( ! )
Willy Vandersteen pikte hier handig alle gegevens op om het als verhaal te gebruiken. Zodoende kun je "De gezanten van Mars" ook als spiegel zien van de samenleving van destijds.
Samenvatting
Onze drie vrienden brengen hun vakantie door aan de Cote d'azur, het Franse gedeelte van de Middellandse zee. Lambik is echter gefascineerd door vliegende schotels en buitenaardse wezens en verwaarloost hierdoor zijn vrienden iets. Door een toevallige kennismaking met Costo, kommandant van de Franse zeemacht, mag Lambik duiken naar een Grieks wrak, waar kruiken te vinden zijn met afbeeldingen van ruimteschepen. In een van die kruiken, die Lambik licht, zit een document. Die avond landt een ruimteschip bij Lambik in de buurt en onze vrienden gaan er heen om foto´s als bewijsmateriaal te maken. Thuisgekomen maken ze kennis met het jongetje Tony, die allerlei technisch speelgoed bezit, omdat zijn vader ingenieur is.
Petaritz, bendeleider van een internationale spionnenbende, luistert onze vrienden af en meent dat Lambik in bezit is van plannen voor de bouw van vliegende schotels. Onze vrienden worden die nacht ontvoerd door de Martianen, die beweren, dat ze in vrede komen en willen hun techniek aan de beste geleerden ter wereld openbaren. Teruggekomen organiseert Lambik een ontmoeting met de Franse regering in Parijs. Petaritz wil het ruimteschip opblazen, maar op het laatste nippertje wordt dit verijdeld.
De Martianen echter blijken ook heel normale schurken te zijn, die van plan waren de geleerden te ontvoeren, maar ook dit wordt na een lange jacht verijdeld.
Maar wie is dat kereltje in het ruimtepak, wat onze vrienden steeds helpt? Is het Tony, of... wie is het?
Tekst: Alain Stienen
|
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |
