Bibbergoud

Rode reeks no. 138 (1e druk: 1973)
Voor het eerst in album verschenen in 1950

Bibbergoud startte als voorpublicatie in De Standaard vanaf 18 april 1949 en eindigde op 24 augustus 1949. Om de lezers nieuwsgierig te maken verschenen vantevoren twee aankondigingsplaatjes op 12 april 1949 respectievelijk 14 april 1949. De aankondiging zelf was op 16 april 1949 te bewonderen.
Het album zelf verscheen eerst in 1950.

Voor het eerst in de reeks werd als locatie Het Wilde Westen genomen. Voor Willy Vandersteen een dankbare bron van inspiratie, kon hij zich hier eens echt uitleven! Er uit kwam een spannend verhaal, gespikt met actie, spanning en vooral de typische Vandersteense humor.

Samenvatting

Lambik raakt in de ban van een Wild-West-Circus en krijgt er door een oude Indiaan een plan van een goudmijn, ...de bibbergoudmijn. Lambik gaat meteen door goudzucht gedreven naar Noord-Amerika, gevolgd door Suske en Wiske.
Aangekomen in Het Wilde Westen waagt Lambik zich door de woestijn en komt in drijfzand terecht. Hij wordt door Suske en Wiske gered. Een veraderlijke Indiaan wil echter Wiske´s Schalulleke vernietigen, maar een slang dreigt de Indiaan te bijten en een gier wil Schalulleke als prooi meenemen. Wiske, nobel als ze is, redt de Indiaan. De gier met Schalulleke vliegt weg de horizon tegemoet. De Indiaan, onthutst over zoveel karakter, verraadt, dat hij door de stam van Indianen met name de Flatfeets, gedwongen werd onze vrienden te verraden. Onze vrienden moeten zich op het territorium van de Flatfeets begeven, omdat zich daar ook de bibbergoudmijn bevindt. Onderweg worden onze vrienden belaagd door de Flatfeet-Indianen en hun gemaskerde opperhoofd. Vooral Lambik krijgt het te verduren, hij moet trouwen met een oude Indiaanse maagd van de Flatfeets, Sitting Flower ( !!! ). ( Slik!!! De arme Lambik! )
Geholpen worden onze vrienden door de oude Kid Karbonkel met zijn locomotief en een sprekende beer op sokken.
Na enige avonturen vinden Lambik en de kinderen de goudmijn, maar worden gehinderd door de gemaskerde sachem. De gemaskerde sachem blijkt de op levengrootte getoverde Schalulleke te zijn. De veroorzaker van deze toverij is de totempaal die de bibbergoudmijn bewaakt. Lambik, door goudlust gedreven, wil het goud innen en dreigt onder het plotseling uit de mijn rollende goud te stikken. De beer op sokken komt plotseling met een kist vol brandende dynamiet te voorschijn en legt het onder de totempaal. Deze explodeert en alles wordt weer normaal; Schalulleke krijgt haar normale grootte terug en het bibbergoud verdwijnt. De betovering is gebroken! De beer op sokken maakt zich bekend en is niemand anders als tante Sidonia!!!
Onze vrienden keren weer huiswaarts en Sitting Flower heeft uiteindelijk de man voor het leven gevonden, nl. Kid Karbonkel.

Tekst: Alain Stienen

Lezers-recensies

Wat vinden de lezers van dit verhaal?
Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal.
Schrijf zelf een recensie.