Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

Het statige standbeeld


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 174 (1e druk: juni 1979)

Het statige standbeeld Donderdag 28 september 1978 was in De Standaard de aankondiging van het nieuwe Suske en Wiske-verhaal te bewonderen met de titel Het statige standbeeld.
De dag daarna begon de voorpublicatie, die zou eindigen op donderdag 28 februari 1979.
Als eerste druk in vier kleuren verscheen het verhaal in boekvorm in juni 1979.

Het mag voor ons, lezers, duidelijk zijn dat de auteur van dit verhaal, Paul Geerts, de mythe rond het verloren continent Atlantis als aanleiding zag om onze vrienden naar de eilandengroep van de Azoren te sturen, het zogenaamde centrum van dat vermaarde rijk!
Paul Geerts was echter niet de eerste die onze helden in verbinding bracht met het legendarische Atlantis en al zeker niet in de stripgeschiedenis van het duo!
Het was Willy Vandersteen (*1913 - +1990) zelf die zijn stripcreaties Suske en Wiske in verbinding bracht met het legendarische Atlantis! Dit gebeurde in het Suske en Wiske-verhaal De IJzeren Schelvis (1955), waarin onze helden op de zeebodem tussen de Griekse Eilanden het onderwaterrijk Alanta van Krustax vinden. In de toelichting van dit verhaal is de bespreking te vinden, waarin de vermaarde oceanoloog Jacques Yves Cousteau (*1910 - +1997) stelt dat volgens hem Atlantis het Griekse eiland Santorini is geweest, omstreeks 1630 v. Chr.!
Dit album is trouwens ondertussen onder de fans en de stripliefhebbers één van de klassiekers van de nu meer als zestig jaar durende Suske en Wiske-reeks. Het puilt namelijk uit van onvergetelijke momenten van spanning, sfeer en humor!

Paul Geerts echter situeert Atlantis in dit Suske en Wiske-verhaal daar waar het volgens velen moet zijn, namelijk op de eilandengroep de Azoren, midden in de (met de veelzeggende naam) Atlantische Oceaan!

Het was de Oud-Griekse filosoof, inwoner van de toenmalige stadstaat Athene, Plato (*427 - +347 v. Chr.), die uit de Oud-Egyptische bibliotheek van Alexandrië informatie gewonnen had over een verloren gegaan rijk van Atlantis.
Volgens de filosoof was het een zeemacht, gelegen achter de "Zuilen van Herakles" (Gibraltar), namelijk een groot eiland dat destijds grote delen van het bekende Afrika en Europa in haar bezit had.
Na een aanval op Athene, ca. 9600 v. Chr. , is Atlantis door middel van een ongelooflijke natuurcatastrofe ten onder gegaan en dat „binnen een enkele dag en een onheilzame nacht!
Al in de Antieke Oudheid was deze theorie omstreden, want de Romeinse filosoof Plinius (*ca. 23 n. Chr. - +n. 79 Chr.) beweerde dat het onzin was, terwijl de Griek Strabon (*63 v. Chr. - +23 n. Chr), (Strabo betekent in Oud-Grieks - De Schele) het tegendeel beweerde.
Pas tijdens de Renaissance kwam het verloren gegane keizerrijk Atlantis weer terug in de gedachten van de mensen, zoals veel later in een utopisch werk van 1627 van Francis Bacon (*1561 - +1626). Daarna bleef het tot op heden de belangstelling van de mensen houden. De Rode Ridder: Reis naar Atlantis

De Rode Ridder, een andere stripcreatie van Vandersteen, heeft ook in zijn nu al bijna vijftigjarig bestaan Atlantis gevonden. Karel Biddeloo (*1943 - +2004) liet de dolende ridder het rijk vinden in de albums 164, Reis naar Atlantis en 165, Magiërs van Atlantis.

Niet alleen in de verhalen van Vandersteen zijn striphelden op zoek naar het vermaarde Atlantis en haar schatten, maar ook bij andere stripauteurs is dit eiland een dankbare inspiratie voor weergaloze verhalen.
Een ander voorbeeld is Het Raadsel van Atlantis (1957) uit de reeks Blake en Mortimer van Edgar P. Jacobs (*1904 - +1987).
Natuurlijk is er ook nog de stripreeks Atlantis zelf van François Marcela-Froideval (* 1958) en Fabrice Angleraud (*1968).

Velen hebben getracht Atlantis te vinden via de aanwijzingen van Plato. Zoals boven reeds geschreven dacht Jacques Cousteau dat het Griekse eiland Santorini het verloren gegane Atlantis geweest moet zijn. Zo zijn er anderen die beweren dat het tot Duitsland horende eiland Helgoland Atlantis geweest moet zijn, of mensen die beweren dat het eveneens mythische eiland Avalon Atlantis moet zijn geweest!
Wanneer gevraagd wordt waar Atlantis gelegen zou moeten hebben, dan zeggen velen: "Hé, is dat dan niet bij de Azoren geweest?"
De Azoren zijn een archipel van negen grote en verscheidene kleinere eilanden midden in de Atlantische Oceaan, gelegen tussen het Europese vasteland en Noord-Amerika. Officieel zijn de Azoren een deel van Portugal, maar de eilanden handelen autonoom. Toch zijn de Azoren ook een deel van de EU en hebben daardoor de euro als officieel betaalmiddel.
Het grootste eiland is São Miguel en daar ligt ook de hoofdstad Ponta Delgada.

Aan het begin van de 19e eeuw begon de economische bloei van de Azoren. Door het milde klimaat werden er sinaasappels, tabaksplanten, thee en ananas geteeld. Ook de ongeremde walvisvangst had een groot aandeel aan deze welvaart en door de goede verbindingen met de handelaren in Noord-Amerika bleef deze welvaart voortduren tot in de 20e eeuw.
Door de toenemende invloed van de techniek op de scheepvaart ontstonden er stoomschepen en de Azoren waren een schakel tussen Noord-Amerika en Europa. In de havens van de grotere eilanden van de Azoren werden steenkoolbunkers aangelegd om er de stoomschepen mee te verzorgen.
In het jaar 1903 werd het vliegtuig geboren door de historische vlucht (al waren het in het begin maar 37 meter) met een motorisch aangedreven propellervliegtuig van de gebroeders Orville (*1871 - +1948) en Wilbur (*1867 - +1912) Wright. Daardoor werden de Azoren in de jaren 30 van de vorige eeuw ook belangrijk voor de zogenaamde Trans-Atlantische vluchten tussen Europa en geheel Amerika.
Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw werd ook het toerisme belangrijk voor het archipel en dit duurt voort tot het heden.

Sete Cidades
Een belangrijk toeristische trekpleister van nu is ondertussen op het hoofdeiland São Miguel de vulkaankrater met het dorp Sete Cidades (Zeven steden). In de buurt van dit dorp is een in tweeën gedeeld vulkaanmeer te zien. Op zich niets bijzonder, zij het niet dat het ene meer groen van kleur is en het andere blauw!
Het is ook daar waar de heren Geerts en Jacobs de striphelden Suske en Wiske respectievelijk Blake & Mortimer hun avonturen laten beleven!

Het beeld beeldje van Suske en Wiske in de Zoo van Antwerpen De aanleiding voor dit verhaal was het Suske en Wiske-standbeeld in de Antwerpse Zoo. Dit standbeeld werd ontworpen door de beeldhouwer René Rosseel (*?). Het standbeeld werd ter ere van de 65e verjaardag van geestelijk vader Willy Vandersteen feestelijk onthuld op 19 mei 1979. Dit standbeeld komt een paar albums verder weer even aan bod in het verhaal De adellijke ark (1980).

Samenvatting

We vinden Lambik op een mooie dag aan de Belgische kust ergens op een terras, genietend van een pilsje. De twee kinderen zijn ondertussen op een kartbaan aan het crossen. Lambik leest de krant en ziet dat Suske en Wiske een eigen standbeeld krijgen in de Antwerpse Zoo. Verbolgen hierover wil hij de twee kinderen drop aanspreken en veroorzaakt op hilarische wijze natuurlijk een ongeluk!
Wiske vindt het normaal dat ze een standbeeld krijgen, maar Lambik ziet dat niet zitten en druipt verbolgen af.
Een slanke zwartharige knappe dame volgt Lambik en knipt vanuit een auto een foto van hem. Lambik, de ijdeltuit, voelt zich natuurlijk geëerd.
Bij een duur hotel stopt de dame en laat de foto aan de gouverneur van de Azoren zien. Deze bevestigd enthousiast dat hij eindelijk Lambik gevonden heeft!

De gouverneur stelt voor om een standbeeld van Lambik te maken Thuis bij Sidonia ontvangt Lambik een grote struik rozen met een mededeling.
Hij gaat hierna naar het hotel en redt de gouverneur, die in gevecht is met een gemaskerde overvaller. De bandiet slaat op de vlucht en verdwijnt uit het venster. Suske en Wiske zien dit en gaan het hotel in om polshoogte te nemen. Zij krijgen te horen dat de gouverneur een superfan is van Lambik.
Van de dankbare gouverneur mag Lambik een wens doen. Verdello de Pico, de knappe donkerharige secretaresse die van Lambik de foto gemaakt heeft, stelt voor op het hoofdeiland van de Azoren een standbeeld van hem op te richten. Het beeld moet komen te staan bij São Miguel bij Cete Cidades, een dode vulkaan met twee kratermeren,
De gouverneur stemt toe en zo gezegd, zo gedaan.

Terwijl Verdello toezicht houdt op het materiaal dat aan boord van een vliegtuig wordt gebracht zijn Suske en Wiske aan het windsurfen bij het strand. Plots maakt Wiske kennis met de hengel van de gemaskerde bandiet. Wiske herkent de man en schreeuwt. Jerom gaat tot actie over en weet de man te vangen. Hij vertelt onze vrienden, dat hij betaalt werd om de gouverneur te overvallen. Na deze bekentenis weet de bandiet te ontsnappen.

´s Anderendaags vliegen Lambik, Suske en Wiske met een KLM-machine op weg naar de Azoren.
Al op weg naar het kratermeer van Sete Cidades krijgen onze vrienden te kampen met sabotage. Ze komen er achter dat de plaatselijke bevolking niets wil weten van een vijfentwintig meter groot standbeeld.
De gouverneur grijpt in en schijnbaar geeft de bevolking toe. Maar die nacht sluipen twee donkere gestalten naar de bouwplaats en ontvoeren Verdello de Pico. Ze willen haar vrijlaten als het oprichten van het standbeeld gestaakt wordt.
Lambik is nu in alle staten, maar geeft toe. Op dat moment trilt de aarde door een aardschok. Door deze schok dreigt een enorm rotsblok op het naburige dorp te vallen. Lambik pakt de eerstbeste bulldozer en rijdt in volle vaart op het vallende rotsblok af. Met een enorme smak verplettert het gesteente het rijtuig en valt in het meer! Lambik overleeft het ternauwernood.
De vulkaan barst uit Door deze actie geeft de plaatselinge bevolking haar weerstand op, laat Verdello vrij en Lambik krijgt nu toch zijn standbeeld.

De werken worden hervat en het blijft een paar dagen rustig, totdat Suske en Wiske er achter komen, dat alles een opgezet plan van Verdello de Pico is. De valse tik wil onder de dekmantel van het oprichten van Lambiks standbeeld de schatten van Poseidopolis, de hoofdstad van Atlantis, roven!
Samen met prinses Atlanta binden onze vrienden de strijd aan met Verdello en haar kornuiten. Desondanks weet de valse Verdello bijna bij de schat van Atlantis te komen. De prinses, zedend van woede, laat nu haar bijzondere krachten vrij en daardoor komt de naburige vulkaan tot uitbarsting.
Verdello en haar trawanten kruipen ten einde raad met hun laatste krachten op het vijfentwintig meter grote standbeeld van Lambik, dat bijna klaar is.
Jerom, die ondertussen ook bij het gebeuren betrokken is, knutselt snel vier delta-vliegers in elkaar. Daarmee vliegen ze snel naar het standbeeld en pikken Verdello en haar bandieten op, want het standbeeld staat op instorten door de vulkaanuitbarsting.
De politie is al aanwezig om de bandieten in te reken en ook de gouverneur is er. Plots davert de aarde weer. Het standbeeld stort met groot lawaai ineen.
Lambik zit nu als een hoopje ellende op een rots en Wiske probeert hem op te beuren.
Jerom wil toch nog even kijken of alles goed is met Atlanta en Poseidopolis. Op de bodem van het meer is alles echter onder de lava bedolven.
Onze vrienden besluiten nu om naar huis te gaan en Lambik neemt als aandenken de neus van zijn standbeeld mee.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'