De Belhamel-bende
Index |
Rode reeks no. 189 (1e druk: september 1982)
DOp dinsdag 12 januari 1982 startte de voorpublicatie van het het nieuwe Suske en Wiske-verhaal met als titel : De Belhamelbende (zonder streepje tussen Belhamel en bende)in De Standaard. Het eindigde op 22 mei 1982 en de eerste druk van het album in boekvorm verscheen in september 1982.
Opmerkelijk hieraan is dat er bij de voorpublicatie geen aankondiging verschenen is! Zoiets gebeurde ook onlangs bij de voorpublicatie van De bangeschieters. Er verscheen geen aankondiging in De Standaard!
In het album is er wel zoiets als een aankondiging te lezen, maar heeft daar net zoals het album zelf de titel : De Belhamel-Bende!!!
In dit verhaal zijn er holbewoners in ons tijdperk terechtgekomen en die kladden de stad vol met tekeningen van dieren. Opmerkzame lezers zullen hier beslist een gelijkenis vinden met de prehistorische tekeningen uit de grot van Lascaux!
Door toeval werd de grot in september 1940 door een viertal jongens ontdekt. Niet lang daarna onderzocht de gerenommeerde archeoloog Henri Breuil (* 1877 - +1961) de grot en viel als het ware op zijn knieën, want dat wat de grot van Lascaux openbaarde zou een revolutie voor de paleontologie ontketenen.
Breuil zag namelijk realistisch getekende tekeningen van (prooi)dieren, zoals wilde paarden, oerossen en herten. Tevens zag hij getekende silhouetten van mensenhanden.
Al deze afbeeldingen vormen het bewijs dat de oermensen hun omgeving bewust waarnamen en documenteerden. Zij vertelden door middel van die tekeningen over het wel en wee van hun stam. Men kan stellig beweren, dat deze tekeningen de eerste vormen van een beeldverhaal, dus een stripverhaal, waren. De link die de auteur Paul Geerts naar zijn verhaal De Belhamelbende legde, is hiermee zodoende verklaard.
Bij nader onderzoek van de grot bleken de fresco's meer dan 17.000 jaar oud te zijn en dat was dus prehistorisch gezien in de laatste IJstijd, ten tijde van het aardtijdperk pleistoceen. (De moderne mens, wij dus, leeft paleontologisch gezien in het aardtijdperk holoceen.)
Deze fresco's gaven niet alleen inzicht in de manier hoe de oermensen hun wereld en omgeving waarnamen, maar het gaf ook prijs hoe de dieren er vroeger uitzagen. Zo weet men nu b.v. dat mammoets een rosse haarkleur gehad moeten hebben! Dit is natuurlijk waardevolle informatie voor de paleontologen, want zo kunnen zij zich beter een beeld vormen van de wereld pakweg 17.000 jaar geleden.
Niet lang na de ontdekking kwam het toerisme naar deze unieke grot op gang en dit zou fataal worden voor de rotstekeningen, want de aanwezigheid van de honderdduizenden bezoekers per jaar leidde tot schimmelvorming die de rotstekeningen aantastte.
In 1963 werd de grot gesloten voor het publiek en dit had tot gevolg dat er geen geld meer was voor verder onderzoek!
Men kwam toen met een groots plan. Op nog geen tweehonderd meter van de echte grot van Lascaux werd een grote betonnen constructie in hetzelfde kalksteenmassief gerealiseerd. In deze betonnen constructie wordt een groot gedeelte van de originele grot met de originele tekeningen in een exacte kopie nagebootst. In 1983 opende Lascaux II haar poorten en zoals verwacht stromen er sindsdien elk jaar zo rond de 250.000 bezoekers met bussen en auto's naar toe. Maar ook dit had echter weer drastische gevolgen voor Lascaux I.
De door het verkeer veroorzaakte trillingen en de daarmee gepaarde luchtvervuiling tastten het klimaat in Lascaux I aan, zodat de tekeningen weer dreigden kapot te gaan.
In juli 2002 startte men met de redding van Lascaux I door een klimatologische simulator en sindsdien is de situatie in de grot onder controle.
De grot is nu alleen nog maar toegankelijk voor kleine groepjes van wetenschappers, journalisten, studenten e.d. en dan alleen nog maar in steriele kleding.
In strook 62 tekent de sjamaan in het tweede plaatje de zogenaamde "doorsneevrouw" van Hun. De toeschouwer ziet dan een onvormige menselijke gestalte zonder duidelijk gezicht en met nogal spekrolletjes op haar heupen. Dit komt in het echt niet voor en is daarmee een vrije interpretatie van Paul Geerts, de auteur.
Volgens de archeo- en paleontologen is het een vruchtbaarheidsgodin oftewel moeder aarde zelf! Ze werden geboetseerd door de oermensen en vereerd in de hoop dat moeder aarde de mensen gunstig gezind waren en hun steeds voedsel, water en veel kinderen zou schenken.
In dit verhaal is de leider van de jeugdige bende van oermensen een sjamaan. Maar wat is een sjamaan en wat voor een functie heeft zo iemand.
Men gaat er algemeen vanuit dat het sjamanisme tijdens de laatste IJstijd onstaan is. De oorsprong ligt in Mongolië en Oost-Siberië. Van daaruit verspreidde het zich via de Aleoeten richting Amerika, maar ook naar Europa en Noord-Afrika.
Het sjamanisme houdt in dat mensen, dieren, planten en bomen, maar ook stenen, planeten, sterren en natuurelementen zoals vuur, een eigen bewustzijn hebben en dat dit alles een onderdeel van het zogenaamde Grote Geheel is! De sjamaan heeft hierin de functie het evenwicht te houden in dit Grote Geheel! Dit houdt in dat de sjamaan vroeger dus priester en medicijnman was. Of hij ook docent was voor een bende van tekenhongerige oermensen is niet bekend, maar het is zeer zeker mogelijk dat een sjamaan via tekeningen van prooidieren een goede jacht kon bezweren en het geloof hierin zal zeker menig oermens bevleugeld hebben.
In dit verhaal duikt ook het tekenteam van de Suske en Wiske-verhalen anno 1982 op!
Laten we beginnen met de geestelijke vader Willy Vandersteen (*1913 - +1990). Hij is de geheimzinnige gemaskerde en maakt zich pas tegen het einde van het verhaal bekend.
Dan presenteert het tekenteam anno 1982 zich op het tweede plaatje van strook 203. Van links naar rechts zijn dat:
- Eduard de Rop (*1928)
- Hannelore van Tieghem
- Anita Schauwvlieghe
- Paul Geerts (*1937; tevens auteur en tekenaar van dit verhaal)
- Rita Bernaers
Paul Geerts maakte in dit verhaal trouwens ook reclame! Hij bouwde de modeboetiek Dzin van Willy´s dochter Helena in dit verhaal, te zien in strook 199.
De drie oertijdbelhamels heten Krab, Beho en Kher. Hier zit de uitdrukking krabbekoker in verwerkt! Een krabbekoker is iemand die niet goed is in wat hij doet, een prutser.
In dit verhaal presenteert Paul Geerts ons ook enkele momenten uit het leven van Willy Vandersteen, zoals in strook 145. Meteen in het eerste plaatje presenteert hij ons een Antwerps stadsbeeld met een paar stevige benen in een korte broek. Dit moet Willy voorstellen tijdens zijn jonge jaren in zijn geboortestad Antwertpen!
In strook 164 zien we een bloot been met een tent en een rugzak. Paul doelt hier op Willy's gelukkige jaren bij de Scouts.
Dan krijgen we in strook 167 soldaten uit de jaren 30 te zien bij het bruggen bouwen. Willy dus in dienst van het Belgische leger bij de genie.
Aan het begin van strook 187 krijgen we een latere gebeurtenis in Willy's loopbaan te zien. Het wiel van een vliegtuig, reiskoffers, een camera met een Japanse toren in de achtergrond. Het mag hiermee duidelijk zijn dat Paul Geerts de reis naar het verre Oosten bedoelt, die Vandersteen samen met de journaliste Maria Rosseels (* 1913 - +2005) ondernomen heeft voor De Standaard.
Het laatste moment in Willy's leven (tenminste in dit verhaal) laat Paul ons meteen in het begin van strook 189 zien. We zien daar een grijsharige man midden in de heide een landschap schilderen, waarop Wiske weet wie het is! Dit is namelijk Willy, schilderend in de Kalmthoutse Heide!
Doordat Sidonia achtervolgd wordt door de belhamelbende verstoppen onze vrienden haar in een bekend recreatiepark, nl. in Brabant in Kaatsheuvel bij De Efteling, gelegen in Nederland!
Dit park werd al eens bezocht door onze vrienden, namelijk in De Efteling-Elfjes! Ook na De Belhamel-bende bezochten onze vrienden dit recreatiepark, nl. bij hun avontuur in Fata Morgana!
Er is in dit verhaal ook een cameo van de kunstenaar Anton Pieck (*1897 - +1987). Hij is een van de ontwerpers van het eerste uur voor De Efteling. Hij ontwierp o.a. vele thema´s voor het Sprookjesbos, waaronder De Indische Waterlelies! (Meer hierover bij de samenvatting van De Efteling-Elfjes.)
Sidonia wordt echter eerder al eens verstopt voor de bende bij de leeuwen in het safaripark De Beekse Bergen dichtbij Hilvarenbeek, ook in het Nederlandse Brabant.
In het jaar 2004 verscheen ter ere van de 7e stripdag te Kalmthout een extra uitgave van dit verhaal met een speciaal door voormalig tekenaar Marc Verhaegen (*1957) getekende cover van dit album.
Samenvatting
De stad wordt geteisterd door het bekladden van muren met tekeningen van dieren, zo ook bij Sidonia in huis. Een geheimzinnige gemaskerde merkt tot zijn spijt, dat dit juist ook bij Sidonia in huis gebeurd is.Intussen vragen onze vrienden zich af hoe zoiets mogelijk is en bellen ten einde raad professor Barabas op, maar die weet er niks van af. Kort daarna vindt de professor diezelfde kladtekeningen bij hem in huis. De geheimzinnige gemaskerde belt hierna Barabas op. Hij wil hem namelijk iets vertellen over de bekladdingen in de stad, bij Sidonia en bij hem thuis, maar de professor wil er niets over weten.
Even later gaat hij naar bed en wil gaan slapen, maar plots staat de geheimzinnige gemaskerde bij hem aan bed! Barabas vraagt zich af hoe hij naar binnen gekomen is en kijkt naar de muur van zijn slaapkamer, maar die lijkt door een gom weggewist te zijn.
Toevallig bereiken Lambik en Jerom op dat ogenbik het huis van de professor. Ondanks alles weet de gemaskerde te ontsnappen. Juist als Lambik de gemaskerde wil achtervolgen is plots de muur van de slaapkamer weer terug en hij loopt zich er tegen te pletter!
Ongerust over het wegblijven van Lambik en Jerom gaan Suske en Wiske even poolshoogte nemen bij het huis van Barabas en zien de gemaskerde struikelen over een hek. Ze willen de man onderzoeken, maar een bende van een drietal in lendenschorten geklede kinderen neemt de geheimzinnige mee en samen weten ze in een vrachtwagen te ontkomen.
In hun schuilplaats op een bouwplaats krijgen de drie kinderen de les gelezen van hun mentor de sjamaan. Het blijkt nu ook dat het de onbekende geweest is die het prehistorische viertal d.m.v. de teletijdmachine naar het heden gehaald heeft om hun vragen te stellen. Het viertal oermensen is er niet van gecharmeerd dat ze naar ons heden zijn geheveld en willen het liefst terug. De gemaskerde belooft hen terug te flitsen nadat hij antwoorden op zijn vragen heeft gekregen.
Later verlaat de gemaskerde de schuilplaats om de toestand te verkennen, zodat het viertal terug kan naar de prehistorie. Maar om chaos te vermijden sluit hij hen op.
De volgende morgen gebeurt echter het onvermijdelijke. Een werkploeg vernielt de schuilplaats en het viertal oermensen weet te ontsnappen. Ondertussen keert de gemaskerde terug en ziet wat er gebeurt. Meteen gaat hij achter het viertal aan, het is niet om hen te volgen want de stad is weer volgeklad met tekeningen.
Door toeval ontdekken Suske, Wiske en tante Sidonia de kinderen uit de oertijd in de verlaten metrowerken en de achtervolging kan beginnen, maar de sjamaan en de leerlingen zien in Sidonia het ideale model. Zo zijn de rollen omgekeerd en Lambik en Jerom trachten Sidonia te verbergen voor de oermensen. Een keer is het in het safaripark De Beekse Bergen en daarna in de Efteling.
Suske en Wiske zitten in de tussentijd ook niet stil en proberen achter de identiteit van de gemaskerde te komen. Wiske maakt een foto van de gemaskerde en door een nieuwe uitvinding van professor Barabas zien onze vrienden momenten uit het leven van de gemaskerde.
Uiteindelijk geeft Sidonia haar verzet op en laat zich tekenen door de prehistorische belhamelbende. Hierna gaat het viertal zonder protesteren mee naar professor Barabas.
Thuis bij de professor horen Lambik, Sidonia en Jerom dat Wiske weet wie de gemaskerde is en deze nu samen met Suske gaat opzoeken. De twee kinderen nemen de trein en rijden naar Kalmthout.
In Kalmthout zelf duurt het niet lang of ze komen op het spoor van de gemaskerde. De achtervolging eindigt bij de villa waar ook Studio Vandersteen gevestigd is. Ze gaan naar binnen en vertellen heel hun avontuur aan Paul Geerts. Plots horen de drie gestommel in werkkamer van Willy Vandersteen. De kinderen stormen naar binnen en treffen er de gemaskerde en wat blijkt nu: de gemaskerde is niemand anders als... Willy Vandersteen zelf, de geestelijke vader van Suske en Wiske.
Wiske wil weten, waarom Willy het viertal oermensen naar het heden heeft geheveld en hoe hij bij Barabas naar binnen kwam zonder deuren te openen.
Aangezien Willy tekenaar is kon hij met zijn vlakgom de muren weg wissen en opnieuw tekenen. Willy Vandersteen wilde de oorsprong van de tekenkunst achterhalen en daarom hevelde hij het viertal naar het heden. Maar de sjamaan wist het ook niet en zodoende legt Willy zich er bij neer.
De kinderen gaan weer naar huis en bij professor Barabas leggen ze aan hun vrienden uit wie de gemaskerde is, om daarna vliegensvlug het viertal naar de prehistorie te flitsen, want die waren ondertussen het laboratorium van de professor aan het ruïneren door overal tekeningen te kladden.
Tekst: Alain Stienen
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |