Studio Vandersteen
De Studio in het verleden
Intro |
Al vanaf het begin van zijn loopbaan heeft Willy Vandersteen assistenten in dienst genomen die hem hielpen bij het uitwerken van de strips die hij bedacht. Door het grote aantal reeksen die hij op poten zette kon hij het werk al snel niet meer alleen aan. Voor alle series had hij assistenten in dienst. Vaak begonnen deze medewerkers met het uitwerken van de scenario's en schetsen van Vandersteen. Na verloop van tijd kregen ze de meest getalenteerde tekenaars en scenaristen vaak de gelegenheid om de reeksen waar ze aan werkten op eigen kracht voort te zetten.
Op deze pagina staat geen compleet overzicht van alle Studio-medewerkers door de jaren heen. Vooralsnog staan hier alleen de personen die betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de avonturen van Suske en Wiske.
François Joseph Herman
Waarschijnlijk de eerste medewerker van Willy Vandersteen, hoewel dat niet met zekerheid is te achterhalen. De eerste stroken die hij heeft geinkt zijn terug te vinden aan het eind van De mottenvanger. Daarna heeft hij nog aan diverse verhalen meegewerkt, zowel voor de krant als voor het weekblad Kuifje. De medewerking van Herman beperkte zich niet tot Suske en Wiske, ook aan andere verhalen van Vandersteen heeft hij zijn steentje bijgedragen.
Karel Verschuere
Een van de belangrijkste medewerkers van Vandersteen in de jaren '50 en '60. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het succes van de reeks Bessy. De invloed van Verschuere op deze reeks is zelfs zo groot dat, voor de eerste en enige keer in de cariere van Vandersteen gebruik wordt gemaakt van een pseudoniem waarin ook de naam van zijn medewerker naar voren komt: WiRel (Een samentrekking van Willy en Karel.)Verder heeft Karel Verschuere onder andere ook nog meegewerkt aan reeksen als: De Rode Ridder en Karl May.
Aangezien zijn talenten voornamelijk op het realistische vlak lagen heeft hij over het algemeen alleen in dat genre werk verricht. Het karikaturale van een reeks als Suske en Wiske beviel hem niet zo. Toch zijn er een paar verhalen waarin werk van zijn hand is opgenomen. In De lachende wolf had hij de taak om Karel Boumans in te werken, waarbij hij zelf ook een deel van het inktwerk heeft gedaan. De belangrijkste bijdrage van Verschuere aan het Suske en Wiske-universum doet zich echter voor bij De rammelende rally. Een verhaal ter promotie van het toerisme in de provincie Antwerpen dat hij samen met Vandersteen heeft geschreven en getekend.
Karel Boumans
In september 1952 kwam deze tekenaar in dienst bij Vandersteen. Zijn eerste taak bestond uit het letteren van de tekstballonnen voor diverse verhalen. In datzelfde jaar heeft hij ook nog de achtergronden getekend voor het verhaal Het vliegende hart, dat verscheen in het katholieke blad De Bond.Na afloop van het hiervoor genoemde avontuur startte in hetzelfde tijdschrift de gagstrip De avonturen van Lambik. Karel Boumans heeft een groot aandeel gehad in het tekenwerk van deze reeks. Naarmate de serie langer liep droeg Vandersteen de verantwoordelijkheid voor dit produkt steeds meer over aan zijn medewerker.
Veel Suske en Wiske-verhalen, zowel voor de krant als voor Kuifje zijn door hem in inkt gezet. Voor de Kuifje-verhalen nam hij bovendien ook nog het inkleuren voor zijn rekening.
De medewerking van Boumans aan het oeuvre van Willy Vandersteen eindigde in 1959, vrijwel gelijktijdig met het stopzetten van het werk voor Kuifje.
Buiten Studio Vandersteen maakte hij voor het weekblad Ohee een paar eigen verhalen zoals Bert Crak en Roel Harding. Aan het begin van de jaren zeventig hielp hij Jef Nys met Jommeke. In 1977 nam hij de reeks De lustige Kapoentjes over van Hurey.
Op 3 april 2003 overleed Karel Boumans aan de gevolgen van een hersenbloeding, hij was toen 71 jaar.
Eduard De Rop
Een dag na het vertrek van Karel Boumans, op 1 april 1959 trad Eduard De Rop in dienst van Vandersteen. Het zou het begin blijken te zijn van een langdurige carrière in de schaduw van de meester.De eerste verhalen waar hij, als inkter, aan heeft meegewerkt zijn: Het vliegende bed, De grappen van Lambik en de laatste platen van Het gouden paard.
De Rop heeft zo lang bij Vandersteen gewerkt dat deze zelf niet meer precies wist wanneer de verbintenis nu precies was begonnen. Zo vertelde hij in een interview voor de Stripschrift special over Suske en Wiske dat Eduard De Rop zeker al had meegewerkt aan Het Spaanse spook. Toen dat verhaal werd getekend duurde het echter nog zo'n tien jaar voordat De Rop zijn eerste werk voor Studio Vandersteen zou verrichten.
Nadat Vandersteen de scepter had overgedragen aan Paul Geerts bleef Eduard De Rop gewoon doorgaan met het inkten van de Suske en Wiske-verhalen. Het laatste verhaal uit deze reeks waar hij aan heeft gewerkt is De hippe heksen.
Na een lange ziekte overleed Eduard De Rop op 3 december 2007, op 79-jarige leeftijd.
Eugeen Goossens
Eugeen heeft in het begin van zijn carriere bij Vandersteen, zoals zovelen voor hem meegewerkt aan de produktie van Bessy-verhalen voor de Duitse markt. In 1965 maakte hij zijn debuut bij Studio Vandersteen met het verzorgen van de verhalen van de vernieuwde reeks De familie Snoek. Na deze eerste werkzaamheden heeft hij ook nog meegewerkt aan de reeksen Jerom en Karl May.In de "periode Paul Geerts" heeft hij ook, al dan niet in samenwerking met Eduard De Rop, de inkting verzorgd van diverse Suske en Wiske-verhalen. Naast dat inktwerk is hij ook verantwoordelijk voor enkele korte verhalen zoals Suske en Wiske in het Zeeuws museum, een uitgave ter gelegenheid van een Vandersteen-tentoonstelling in Middelburg, en Fata Morgana, een speciaal album voor De Efteling.
Liliane Govers
Deze assistente van Paul Geerts werkte vanaf 1980 voor Studio Vandersteen. Haar voornaamste taak bestond uit de zorg voor de administratie en de correspondentie. Bovendien zorgde ze vele jaren voor het letteren van alle Suske en Wiske-verhalen.Naast het letteren heeft ze zich in de loop der tijd ook nu en dan bezig gehouden met het inkten van diverse verhalen. Vaak betrof dit avonturen met een speciaal karakter zoals De parel in de lotusbloem en De 7 schaken.
Bovendien heeft ze, geïnspireerd door een vakantie in Engeland, het idee geleverd voor het verhaal De krachtige krans.
In de loop van 2002 is het dienstverband van Liliane bij Studio Vandersteen beëindigd.
Walter Van Gasse
Na de pensionering van Paul Geerts in 2001 nam de werkdruk van Marc Verhaegen aanzienlijk toe. Om deze druk wat te verminderen werd eind 2002 Walter Van Gasse aangenomen om hem te assisteren bij het tekenen. Als assistent werkt hij de blauwe schetsen van Marc uit met potlood en maakt ze gereed om geïnkt te worden. Ook werd hij steeds meer verantwoordelijk voor de achtergronden in de tekeningen. Die taak is later weer overgenomen door Peter Quirijnen.Naast het uitwerken van tekeningen kreeg Walter ook de kans om zelf het tekenwerk te verzorgen. Na enkele korte verhalen maakte hij samen met Peter Van Gucht ook een avontuur op volledige lengte, De flierende fluiter.
Begin 2006 verliet Walter de Studio om te gaan werken aan een reeks animatiefilms.
Rita Bernaers
In vier kleuren. Met deze enthousiaste kreet werden vanaf de eerste druk van nummer 67 (De poenschepper) de nieuwe albums aangekondigd. Dat album betekende een breuk met het verleden waarin de verhalen ongekleurd of slechts met een steunkleur werden uitgebracht.De lay-out van de albums veranderde aanzienlijk door de introductie van de kleuren. Verantwoordelijk voor het kleurrijke uiterlijk van de meeste verhalen die sinds die tijd verschenen is Rita Bernaers. Zij is al in 1971 begonnen met het inkleuren van de tekeningen.
De gebruikte kleuren werden deels door haar zelf bepaald en gedeeltelijk ook op aanwijzen van de tekenaar en/of aan de hand van documentatie samengesteld.
In tegenstelling tot de andere personen die aan Suske en Wiske werken was Rita in dienst bij de Standaard Uitgeverij en niet bij Studio Vandersteen.
In 2006 ging Rita met pensioen.
Isabelle Van Laerhoven
Vanaf begin 2006 is er een nieuwe inkleurster, als feelancer, werkzaam bij Studio Vandersteen, Isabelle Van Laerhoven.Omdat Rita Bernaers in 2006 met pensioen gaat moest de Studio een beslissing nemen over hoe men de inkleuring van de strips voortaan wilde gaan doen. Tot dusver werden de zwart/wit stroken naar de uitgeverij gestuurd waar ze werden ingekleurd door Rita Bernaers. Voortaan zal de Studio ook de inkleuring volledig voor haar rekening nemen, hiervoor is Isabelle aangenomen.
Isabelle heeft een opleiding Publiciteit/Grafische vormgeving gevolgd aan het Sint-Maria instituut te Antwerpen. Tijdens die studie liep ze stage bij Standaard Uitgeverij. Na afronding van de opleiding kon ze bij de uitgeverij aan de slag als desktop publisher. Hier leerde ze ook van de Studio-medewerkers hoe een stripplaat wordt ingekleurd.
Na de uitgeverij werkte ze ook nog een tijdje bij Aksent (grafische projecten) waar ze haar kennis kon uitbreiden. Als volgende stap in haar carrière besloot ze om zelfstandig te gaan werken als vormgever van boeken en tijdschriften en als inkleurster van strips en kinderboeken.
Als freelancer werkte Isabelle weer voor de Standaard Uitgeverij maar ook voor andere opdrachtgevers. Bij de SU heeft ze gewerkt aan Suske en Wiske, maar ook aan andere reeksen zoals De Rode Ridder, Klein Suske en Wiske en De grappen van Lambik. Andere stripreeksen waar ze de inkleuring voor verzorgde zijn b.v. Mieleke, Melleke, Mol, van Dirk Stallaert en Urbanus en het tweede album van de serie LINK (In hart en nieren) van Steve Van Bael.
Naast strips deed ze ook de inkleuring voor de Pit en Puf kinderboeken Het spook in het bos en Kie de mus.
Het eerste verhaal van Suske en Wiske waarvoor Isabelle namens Studio Vandersteen de inkleuring verzorgde is De bangeschieters.
Charel Cambré
Toen het tekenteam na de wisseling van de wacht, begin 2005, moest worden uitgebreid kwam Charel Cambré bij de Studio werken.Cambré is illustrator en animatiefilmer. Hij werkte mee aan diverse buitenlandse tekenfilms en tekende cartoons voor een aantal tijdschriften. Ook heeft hij de strip Streetkids gemaakt, die in het Suske en Wiske weekblad werd gepubliceerd.
Hij heeft 3 jaar de de opleiding kunsthumaniora in Lier gevolgd en voltooide zijn studies in Gent waar hij nog 4 jaar studeerde aan de academie van animatiefilm.
Voor het magazine Dag Allemaal tekende Cambré de serie De Pfaffs, gebaseerd op de populaire docusoap rond ex-keeper Jean Marie Pfaff.
In 2004 begon de tekenaar namens Studio 100 ook met de verstripping van een andere tv-serie. Van de soap Spring, die in Vlaanderen wordt uitgezonden op Ketnet, heeft Cambré inmiddels al vier albums getekend. De scenario's van de eerste delen uit deze reeks zijn geschreven door Hans Bourlon waarna ze gedeeltelijk werden bewerkt door Luc Morjaeu .
Bij Studio Vandersteen kwam Charel Cambré naast Morjaeu nog een bekende tegen. Bij Studio 100 werkte hij ook al eens samen met Bruno De Roover.
In 2007 begon Charel met een eigen stripreeks, Jump. Door het werk aan deze strip kwam zijn bijdrage aan Suske en Wiske op een lager pitje te staan. Hij bleef echter nog wel een tijdje betrokken bij de reeks.
De bekendste bijdrage van Charel Cambré aan het Suske en Wiske-universum is Amoras. Deze zesdelige spin-off reeks maakt hij sinds 2013 samen met scenarist Marc Legendre.
Peter Quirijnen
In 2003 is Peter Quirijnen toegetreden tot Studio Vandersteen. Hij werkt vanaf het verhaal De breinbrekers mee aan het uitwerken van de achtergronden.Voordat Peter begon als assistent van Marc Verhaegen heeft hij al ervaring opgedaan op stripgebied. Bij Studio 100 maakte hij de strip Wizzy en Woppy. Eerder heeft hij ook, samen met Walter Van Gasse, gewerkt aan het uitwerken van de decors van diverse tekenfilms.
Na het verzorgen van de decors voor vele albums die door het team onder leiding van Morjaeu en Van Gucht zijn gemaakt vertrok Peter in september 2013 bij de Studio.
Eric De Rop
De zoon van Eduard De Rop is een waardig opvolger van zijn vader gebleken. het tekenen van het korte verhaal De bevende berken vormde voor hem de start van zijn medewerking aan de Suske en Wiske-reeks. Sinds 1986 is hij nu de vaste inkter van Suske en Wiske en als zodanig drukt hij een eigen stempel op de reeks.Zijn dienstverband bij Studio Vandersteen begon overigens al in 1970 toen hij als tekenaar van de reeksen Bessy en Jerom in Kalmthout begon te werken. Later heeft hij ook nog meegewerkt aan De familie Snoek en De Geuzen.
Vele jaren werkte hij, naast Suske en Wiske ook, samen met Patty Klein, aan de gag-strip Schanulleke.
Voor het Suske en Wiske weekblad tekende hij een aantal aflevering van de strip Ribbedebie, over de belevenissen van een tovenaarsleerling.
In het begin 2015 kondigde Eric aan dat hij bij de Studio zou vertrekken. Zijn laatste bijdrage aan het Suske en Wiske-universum was het inkten van het verhaal De fabuleuze freak.
Dirk Stallaert
Vanaf januari 2006 werkt Dirk Stallaert als tekenaar mee aan Suske en Wiske. De op 28 december 1955 in Brussel geboren Stallaert was eerder betrokken bij twee andere bekende Vlaamse stripreeksen. Als assistent van Marc Sleen tekende hij jarenlang de avonturen van Nero. Na het stoppen van die reeks stapte hij over naar Kiekeboe, van Merho.Voordat hij in 2003 ging samenwerken met Merho waren er al berichten dat Stallaert aan de slag zou gaan bij Studio Vandersteen. De overstap ging op dat moment niet door maar in de loop van 2005 werd bekend dat hij waarschijnlijk toch Suske en Wiske zou gaan tekenen.
Het tekenwerk voor Kiekeboe werd goed ontvangen en Merho was daar ook zeer tevreden over. Stallaert besloot desondanks om toch te kiezen voor Suske en Wiske. Hij bleef het zelf moeilijk vinden om de stijl van Merho in de vingers te krijgen. Omdat hij met Suske en Wiske is opgegroeid hoopt hij dat de inwerking bij deze strip hem makkelijker af zal gaan. Ook de werkdruk (drie pagina's per week) werd door hem als te hoog beschouwd omdat hij hierdoor nauwelijks tijd over hield om zijn eigen werk te maken.
Vanaf 2006 wil Stallaert zijn prioriteiten anders stellen. Zijn eigen reeksen (o.a. Plankgas en Plastronneke en Mieleke Melleke Mol) komen op de eerste plaats en daarnaast zal hij voor Studio Vandersteen werken. In het verleden vormde het studiowerk de hoofdmoot van zijn bezigheden.
De favoriete Suske en Wiske verhalen van Dirk zijn: De gouden cirkel, Het hondenparadijs, De koddige kater, De Ringelingschat, De IJzeren Schelvis, Het sprekende testament, De windmakers, De wilde weldoener, De kaartendans en De nerveuze Nerviërs. Hij zou graag terugkeren naar de stijl van halverwege de jaren '60, zowel qua verhaal als qua tekenstijl maar tekent hierbij aan dat het beleid van de studio niet in zijn handen ligt.
Hoewel Dirk officieel pas in januari 2006 bij Studio Vandersteen aan de slag gaat heeft hij ook in 2005 al wat werk voor de Studio verricht. In het vijfde album van De grappen van Lambik is een aantal gags opgenomen die al door hem getekend zijn.
Foto: Patrick Van Cleemput
Bruno De Roover
Begin 2003 begon De Roover als freelance medewerker bij Studio Vandersteen. Zijn taak bestaat in eerste instantie vooral uit het uitwerken van de blauwe schetsen die Marc Verhaegen maakt voor korte verhalen van Suske en Wiske.Bruno De Roover is op 7 september 1972 geboren in Brugge. Hij studeerde communicatiewetenschappen (pers en voorlichting) aan het Hoger Instituut voor Bedrijfsopleiding in Gent en grafische vormgeving aan het Sint-Lucas in dezelfde plaats. In 2000 begon hij als tekenaar bij Studio 100, de makers van bekende kinderprogramma's en strips van Kabouter Plop, Samson en Gert en Wizzy & Woppy. Verder maakte hij ook nog een reclamestrip voor Deceuninck, tekeningen voor een dagtrip-cd-rom bij dagblad De Morgen en ontwierp hij tekeningen en de lay-out voor diverse websites.
Met de strip Flosj in het Vlaams Parlement won De Roover in 2002 de stripontwerpwedstrijd van het Parlement.
Eind 2005 verliet De Roover Studio Vandersteen weer omdat hij meer tijd wilde hebben voor eigen projecten. In een interview met de Stripspeciaalzaak vertelt hij hierover:
"... ik ben ondertussen een vijftal maanden geleden gestopt [met het werken voor Studio Vandersteen]. Met spijt in het hart, want het was een grote eer om aan Suske en Wiske te mogen meewerken, maar de kriebels om een eigen ding te maken werden te groot. Ik tekende Sus en Wis ook na mijn vaste job bij Studio 100 en dus was er weinig of geen plaats meer voor een eigen project.
Ik blijf Sus en Wis wel nog op de voet volgen nu. Ik vind wat Luc Morjeau en PUG maken hele goeie Vandersteen-revisited-verhalen. De juiste spirit zit er weer in. Ik raad iedereen aan die Sus en Wis uit het oog is verloren om de nieuwe albums te lezen."
Het afscheid van Bruno bij de Studio was niet definitief. In 2006 werkte hij alweer mee aan de scenario's van enkel korte verhalen. Ook schreef hij samen met Peter Van Gucht aan het scenario van De kaperkoters.
Erik Meynen
De naam van Erik Meynen komt voor het eerst voor op het titelblad van De Europummel waar zijn naam wordt vermeld naast die van Marc Verhaegen.De intrede van Meynen bij de Studio had voordat het album verscheen al flink wat stof doen opwaaien.
De op 18 december 1957 in Kapellen geboren Erik Meynen heeft al diverse strips op zijn naam staan. In 1978 tekende hij als vakantiebaantje het decor van een aflevering van Kiekeboe (Kiekeboe in Carré). Vanaf 1980 werkte hij samen met Pjotr aan de avonturen van Tommy Gun & Marion Lee.
Na een korte pauze ging hij in 1987 weer aan de slag voor het blad LAVA waarvoor hij de tekeningn maakte bij scenario's die werden geschreven door Kamagurka.
Erik is echter vooral bekend geworden door de politieke cartoons die hij maakte voor de weekbladen Panorama en Het laatste Nieuws . Voor de bundeling van deze cartoons, onder de titel De jaren van Dehaene ontving hij in 1999 de Bronzen Adhemar uitgereikt, de belangrijkste stripprijs in Vlaanderen.
Naast Peter Van Gucht neemt Erik Meynen tegenwoordig in de Studio de scenario's voor zijn rekening.
Jeroen Bullaert
De op 8 januari 1981 te Brugge geboren Jeroen Bullaert volgde een opleiding grafische vormgeving en illustratie aan de Sint-Lucas Hogeschool te Gent. Na zijn afstuderen in 2006 kon hij direct aan de slag als assistent van Dirk Stallaert. Voor deze tekenaar verzorgde hij onder andere de inkting van de reeks Plankgas en Plastronneke.In 2009 werd hij aangetrokken als medwerker van Studio Vandersteen. Ook hier werkte hij vooral samen met Stallaert. Hij was verantwoordelijk voor het inktwerk en decors van veel verhalen uit TrosKompas, zoals Krimson Break, Juffertje Janboel en Taxi Tata.
In de hoofdreeks werkte hij onder meer aan albums als De zappende ziel en Suske de rat.
Voor Het vurige Vitamitje tekende hij zowel de figuren als de decors.