De nerveuze Nerviërs
Index |
Rode reeks no. 69 (1e druk: 1967)
Voor het eerst in album verschenen in 1964
Op zaterdag 21 december 1963 stond in De Standaard de aankondiging van het nieuwe Suske en Wiske-verhaal De nerveuze Nerviërs. Twee dagen later, maandag 23 december, begon de voorpublicatie en die eindigde op vrijdag 1 mei 1964.
Het album zelf kwam in de loop van het jaar 1964 in eerste druk uit en had als titel De nerveuze Nerviers.
Opvallend aan de cover is dat Jerom een donkerbruine baard heeft, in plaats van wit! Daar was iemand iets te ijverig geweest. Zelfs later bij de introductie van de Suske en Wiske-verhalen in vier kleuren, behield Jerom op de cover de bruine baard. In het verhaal zelf had hij weer gewoon de witte versie.
Het is ook in dit verhaal, dat het sappige Vlaamse moest wijken voor het ABN, het Algemeen Beschaafd Nederlands!!!
Het is tante Sidonia, die deze verandering inleidde in strook 3: "Lambik, vanaf nu spreken wij beschaafd Nederlands en daarom wil ik voortaan Sidonia heten!".
Waarom werd deze stap naar het ABN voltrokken?
De redenen hiervoor liggen voor de hand. De uitgeverij van de Suske en Wiske-verhalen, De Standaard dus, bracht niet alleen de verhalen sinds 1948 in het Vlaams uit, maar ook in het Nederlands sinds 1959. Dit werd de uitgeverij op een bepaald moment te duur. Ze rationaliseerde en hierbij stelden ze messcherp vast dat er duidelijk meer omzet viel te verdienen als de gehele reeks in het Nederlands zou verschijnen. De Vlamingen kunnen Nederlands lezen en men verwachtte ook bij de uitgeverij dat in de loop van de tijd de verhalen rond Suske en Wiske hun weg naar nog meer lezers in Nederland zouden vinden. Die redenering kwam uit want, en dat ondanks de recessie waarin de stripmarkt steekt anno 2005, Suske en Wiske is en blijft de populairste stripreeks in Nederland.
Toch bleven de grappige naamgevingen bestaan, want in dit verhaal komen ze weer veelvuldig voor, zoals Twistorix, Zanziorix en Pintorix. Het opperhoofd der Nerviërs heet bv. Santérix, afkomstig van het Vlaamse 'santé!' en dat betekent 'gezondheid!'.
In dit verhaal steekt Willy Vandersteen vaardig de draak met de uitwasemingen van onze moderne (consumptie)maatschappij. Hij situeert het geheel in de tijd waarin België zojuist veroverd werd door de Romeinen, nl. zo rond 54 v. Chr.
Willy laat bv. duidelijk zien dat streven naar bezit en rijkdom niet alles kan zijn. Het gezin moet op de eerste plaats staan en dan pas het streven naar welvaart. Degene die dit uit het oog laat verwaarloost de jeugd en hieruit ontstaan dan problemen zoals de baldadigheid enz. enz.
Hierin heeft Willy gelijk, maar toch zijn de opvoedmethodes die hier gepresenteerd worden verre van acceptabel voor de moderne pedagoog.
Toch mag men het verhaal niet als oubollig afschrijven, want het probleem dat Willy hier beschrijft is nog steeds actueel!
De Nerviers woonden in de tijd rond 54 v. Chr. daar waar later de stad Leuven (Louvain) zou ontstaan. De rivier de Dijle grensde het gebied der Nerviers af met dat van het volk der Eburonen.
Het volk der Eburonen werd vooral bekend omdat het onder leiding van Ambiorix het Romeinse leger van Julius Caesar (*100 v. Chr. tot ± 44 v. Chr.) een zware nederlaag had toegebracht. Ceasar zelf beschreef deze vreselijke slag in zijn boek De bello Gallico. Hierdoor kunnen de historici de slag die Caesar tegen de Eburonenvorst voerde precies en minutieus volgen.
Andere verhalen van Suske en Wiske, die iets te doen hebben met de Oude Belgen in het algemeen zijn: Lambiorix (Het zal nu wel duidelijk zijn waar Willy de naam voor dit verhaal vandaan gehaald heeft!), Het geheim der Gladiatoren en De boze boomzalver.
Vandersteen zou Vandersteen niet zijn als hij geen kwinkslagen uitdeelt naar de toen actuele Belgische politiek, zoals bv. tegen het einde van strook 170: "Er zijn er al genoeg, die in Dossier België een slijkfiguur slaan" of iets verder op het begin van strook 172, waar Jerom als druïde zegt: "Waar is de bon sens des belges"!
Willy Vandersteen geeft ook blijk van interesse in de muziek van toen, want in strook 179 zingt een Romeinse verkenner : "Non ho l'etâ per amandi!". Hij verwijst hier naar de toen 16-jarige zangeres Gigliola Cinquetti (*1948). Zij won in 1964 voor Italië met dit lied het Eurovisiesongfestival. Het lied heet trouwens eigenlijk "Non ho l'etâ (per amarti)". Een klein foutje dus!
Willy vond het lied schijnbaar zo mooi dat hij twee verhalen later in De koddige kater een witte poes de naam Nonoletta gaf!
Samenvatting
Lambik heeft Sidonia en de twee kinderen uitgenodigd voor een picknick. Terwijl ze gezellig in de natuur zitten, hoort Sidonia plots een gerommel in de verte en meent, dat het een onweer is. Lambik schrikt er niet voor terug en maakt zijn wandeling. Hij komt langs een steengroeve, waar de arbeiders snel weglopen.Suske en Wiske maken zich ongerust en gaan kijken waar lambik uithangt. Ze komen aan die steengroeve en zien nog hoe in de buurt van Lambik een rots opgeblazen wordt door de steengroevearbeiders. Lambik komt er gelukkig alleen met kleerscheuren vanaf. De explosie heeft ook een grot bloot gelegd en in de ingang van die grot meent Wiske iets te zien bewegen. Ze wil dit meteen gaan onderzoeken, maar Suske wil echter met Lambik naar huis. Mopperend geeft Wiske toe en ze rijden naar huis.
Wiske weet na veel moeilijkheden Suske over te halen om eens in die vrij gelegde grot te gaan neuzen. Zo gezegd, zo gedaan!
Na enige tijd ontdekken ze in de grot drie kwelduivels, Pintorix, Twistorix en Zanziorix! Na 1500 jaar opgesloten te zijn door een druïde der Nerviërs verheugen de drie kwelduivels zich er op de mensheid te kwellen met sarren, plagen, gezinnen uiteenrukken en de jeugd te bederven.
Suske en Wiske worden ontdekt, weten te vluchten, maar worden achterna gezeten door de drie kwelduivels.
Op het laatste nippertje kan Wiske de straat op vluchten, waar ze een auto tegenhoudt. Jerom en Lambik stappen uit en Wiske vertelt van de gebeurtenissen. Ondertussen hebben de drie kwelduivels Suske overmand en vastgebonden. Jerom gaat op onderzoek uit en maakt kennis met de drie duivels, maar weet ze te overweldigen. Hij maakt Suske los en ze gaan naar de auto.
Onze vrienden besluiten om raad te gaan vragen bij professor Barabas, maar merken niet, dat de kwelduivels op het dak van de auto meerijden.
Barabas neemt het geval serieus en ze proberen via de teletijdmachine om aan meer informatie te komen. Ondertussen volgen de bosgeesten verbaasd de demonstratie van professor Barabas. Plots springt een lamp in het televisiescherm van de teletijdmachine en voordat de apparatuur het weer doet zullen uren voorbij gegaan zijn. Lambik besluit nu dat Jerom de kinderen naar huis brengt.
Blij, dat Jerom weg is, dringen de drie bosgeesten het huis van Barabas binnen en weten Lambik te overweldigen door zijn zwak voor drank en spel. Barabas wordt buiten westen geslagen en door de val van Brabas op de teletijdmachine flitsen de drie kwelduivels zich terug naar het tijdperk der Oude Belgen, terug naar daar waar ze vandaan gekomen zijn. Barabas wil ze terugflitsen, maar hevelt per ongeluk een bruine beer naar het laboratorium, die Lambik te lijf wil gaan. Gelukkig komt Jerom opdagen en na een kleine krachttoer flitsen ze het beest via de teltijdmachine weer terug. Jerom laat zich ook terugflitsen naar de Nerviërs om hen te behoeden voor de drie bosgeesten.
Dit blijkt moeilijker dan gedacht, want ondanks Jeroms wilskracht, blijken niet alle Nerviërs uit hetzelfde hout gesneden te zijn als Jerom.
Jerom neemt het baantje als druïde aan om zo de Nerviërs op hun gebreken opmerkzaam te maken.
Op het laatste moment redt Barabas Jerom door hem terug te flitsen. Te laat merken ze, dat de drie kwelduivels dan toch schijnbaar een overwinning weten te behalen op de stam der Nerviërs en zo ook mede op Jerom, want ze hebben kort voordat ze door de fee Libelildis weggetoverd een Romeins garnizoen gewaarschuwd en de ligging van het dorp der Nerviërs verraden. Nu is het Romeins garnizoen op weg om het dorp te bezetten.
Jerom, Lambik, Suske en Wiske laten zich nu terugflitsen, maar ondertussen werd Santérix, de hoofdman der Nerviërs, door de Romeinen gevangen genomen.
Jerom wil hem bevrijden, maar wordt verdoofd door de verliefde fee. Onze drie vrienden komen nu opdagen, maar Libelildis neemt de benen omdat ze bang is voor Lambik's zwarte strikje en laat de verdoofde Jerom achter. Er blijft onze vrienden nu niets anders over als zonder hulp de hoofdman Santérix te bevrijden. Dit lukt, maar het garnizoen volgt hen.
Nu grijpt Sidonia in het gebeuren in en schakelt de Romeinen uit met behulp van sterke magneten. De overwonnen Romeinen beloven nooit meer terug te keren en verdwijnen.
Ondertussen probeert de Libelildis Jerom te ontvoeren maar na een verhelderend gesprek met de door haar gevreesde Lambik ziet zij er vanaf en maakt Jerom weer wakker.
Nadat onze vrienden de overwinning gevierd hebben met de Nerviërs flitst Barabas ze weer terug naar huis.
Tekst: Alain Stienen
N.B.: Dit is de 100e samenvatting die Alain voor Suske en Wiske op het WWW heeft geschreven! Op 3 april 2004 vormde De koning drinkt het begin voor een inmiddels lange reeks, vaak zeer uitgebreide, analyses van de avonturen van Suske en Wiske.
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |