De circusbaron
Index |
Rode reeks no. 81 (1e druk: 1968)
Voor het eerst in album verschenen in 1954
Zoals gebruikelijk in de jaren 50 werden nieuwe Suske en Wiske-verhalen geïntroduceerd met aankondigingsplaten, zo ook bij dit verhaal. Op 29, respectievelijk op 30 december 1953 verschenen twee identieke aankondigingsplaten. Daarna kwam op 31 december de aankondigingsstrook en op 1 januari 1954 startte de voorpublikatie die zou eindigen op 11 mei 1954.
In de loop van het jaar 1954 verscheen het verhaal als album.
Het verhaal heeft verscheidene invloeden, waarvan de Koude Oorlog tussen de Westerse landen en het communistische Oosten de belangrijkste is. In die tijd was namelijk het Westen volop bezig zich de olierijke gebieden van het Midden-Oosten toe te eigenen door verdragen met Perzië (het huidige Iran) en Egypte. Zo wilden zij zich in tijden van een open oorlog tussen de beide economische systemen er van verzekeren dat er geen gebrek aan brandstoffen zou ontstaan.
Om toch onafhankelijk van het Midden-Oosten te zijn werd er in Europa verder geboord naar mogelijk oliebronnen. Zo verschenen in de pers toendertijd plotseling berichten dat men in de Kempen olie gevonden zou hebben. Bij het lezen van die berichten zijn de radertjes in Willy's hersenen begonnen te draaien en De circusbaron is er uit gekomen, want in dit verhaal draait het rond de spionage voor petroleum in de Kempen.
Een ander sfeervol element in dit verhaal is het gebruik van het circus. Waarom Willy deze sector van amusement juist in dit verhaal ter sprake brengt is onduidelijk. Mogelijk is natuurlijk, dat hij zich heeft laten beïnvloeden door de heropening van het Brusselse Koninklijk Circus op 1 januari 1954, met als absolute superster Buster Keaton (*1895 - +1966).
Opmerkelijk is wel dat Willy Vandersteen zichzelf in de aankondigingsstrook als clown tekende, wat een goed inzicht geeft! Hij ziet zich als DE man die bij uitstek geschikt is voor het element humor.
Het circus kent een lange traditie en was al bekend bij de Oude Grieken en Romeinen. Mensen van allerlei allooi die geen werk konden of wilden vinden,
door o.a. lichamelijke gebreken, kwamen samen en voerden kunststukken op tegen betaling. Dit soort amusement werd voor de gewone mens, vooral in afgelegen gebieden, een welkome afwisseling. Graag betaalden zij ervoor om te zien wat er buiten hun wereld aan de hand was. Zij kregen niet alleen gevaarlijke stunts te zien door luchtacrobaten, maar ook volkomen onbekende wilde dieren, zoals tijgers, leeuwen en olifanten. Tijdens de pauzes tussen de shows zorgden lollig geklede mannen voor humoristische afwisselingen. Zij noemden zich clowns. Clown zijn is voor degene die het is een ernstig beroep, want niet iedereen kan zich erop beroemen om humoristisch te zijn.
Tegen het einde van de 19e eeuw begon de attractiviteit van het circus af te nemen door de opkomst van de film en met de komst van de televisie midden 20e eeuw verloor het circus zelfs aan betekenis. Om rendabel te blijven begon men de shows spectaculairder op te bouwen, meer op "action" gericht en met meer "glamour", zodat het voor het televisie-verwende publiek weer acceptabel werd.
Het Circus Althoff is op die basis zelfs buiten Europa succesrijk geworden en kan zodoende gerust in de toekomst kijken.
Net zoals in De mottenvanger wordt in het begin van dit verhaal een poppenspel opgevoerd. Het gaat hierbij om De dolle Musketiers uit het Pats Poppenspel. Wat is Pats Poppenspel eigenlijk en hoe is het ontstaan?
Een gevolg van het succes van de stripreeks Suske en Wiske in De Standaard 1945 was dat de reeks steeds in populariteit toenam. De mensen en vooral de jongeren wilden meer zien dan alleen maar het tweestrooks stripje dat elke morgen in de krant verscheen. In het najaar van 1947 zou hier iets bijkomen.
De vierendertigjarige advocaat Karel Weyler stapte met een vreemd uitziende doos de uitgeverij binnen en vroeg naar Wim Goderis, de onderdirecteur van N.V. Standaard Boekhandel. Tot grote verbazing van de onderdirecteur presenteerde de man een met veel liefde gesneden houten pop van Sidonia!
Dit was het begin van een nieuwe carrière van onze vrienden, want Karel Weyler presenteerde ons een nieuwe dimensie van het beeldverhaal: het poppenspel! (Degene die meer over het poppenspel wil weten moet maar eens kijken bij de verklarende achtergronden van het Suske en Wiske avontuur : De Poppenpakker.)
Wat was zo nieuw aan dit soort van poppenspel?
Het was de combinatie van stripfiguren met het klassieke poppenspel. Karel Weyler heeft zodoende niet alleen het medium strip verrijkt, door bekende stripfiguren als poppen (dus als driedimensionale versie) te laten optreden, maar ook het medium poppenspel door de combinatie van bekende stripfiguren bij grote groeperingen bekend gemaakt. Goderis was meer dan enthousiast, betrok Willy Vandersteen erbij en dat resulteerde in een gentlemen's agreement tussen de uitgeverij en Karel Weyler.
Karel Weyler mocht de figuren gebruiken en kon dus als het ware als een soort missionaris door het land trekken om in dorpen en in de kleinste gehuchten Suske en Wiske bekend maken.
Weyler zag ondertussen kans de Heer Jef Contrijn, in Vlaanderen DE poppenkastpionier, tot samenwerking te bewegen. In 1947 werd door hen de Samenwerkende Vennootschap Morena opgericht en de poppenkast "'t Spelleke van Teune" kon ontstaan. Aan dit gezelschap stond Willy, op aanraden van zijn vriend Wim Goderis, het copyright voor de vermarkting van zijn (strip)figuren in het poppenspel af. Het avontuur kon dus beginnen!
Willy ontwierp de decors, de muziek kwam tot stand door Armand Preud'homme, terwijl de teksten door Jef Contrijn geschreven werden en Karel Weyler de poppen sneed, die door zijn vrouw Germaine Gijsels aangekleed werden.
Snel werd in april 1948 de naam van het theater veranderd in Pats Poppenspel (het klonk n.l. vlotter) en de eerste vertoning uit de mix van de verhalen Prinses Zagemeel en De koning drinkt werd opgevoerd. Een commercieel succes zou hiermee beginnen (en niet alleen voor De Standaard, maar ook voor de denkfabriek Karel Weyler en natuurlijk Willy Vandersteen, die hierdoor de oplages van de albums zag stijgen!).
Om het Pats Poppenspel te promoten liet Willy Vandersteen het theater vaak voorkomen in zijn strips, waaronder in de reeks De familie Snoek en natuurlijk in de Suske en Wiske-verhalen. (Zie hiervoor De mottenvanger, De cirkusbaron en De wilde weldoener.)
In het midden van de jaren 70 bekoelde de verstandhouding tussen Karel Weyler en Willy Vandersteen echter merkbaar af omdat Willy zelf voor De Standaard Pats creëerde. De uitgeverij wilde de strip uitgeven in het al lopende krantebijvoegsel Pats, om dit te promoten. Later wilden ze de Pats-verhalen dan als album uitgeven! Hierbij kwamen echter plots moeilijkheden opdagen. Merho (ja, ja, de man, die de stripcreatie Kiekeboe een ongekend succes liet worden!), die de scenario's voor Pats verzorgde, stapte bij Studio Vandersteen op om zijn eigen creatie waar te maken en... Karel Weyler, geestelijke vader van Pats, zag door de stripcreatie Pats centen uit zijn portemonnaie vloeien en wilde zijn deel van de taart!
Willy Vandersteen zag zich hierdoor gedwongen de hiërarchie in zijn studio om te vormen en de heer Weyler aan het gentlemen's agreement uit het jaar 1947, waar Willy alle rechten van zijn figuren aan de heer Weyler afstond, te laten herrinneren. Het baatte echter niets en alles ontaardde in een rechtsstrijd.
Willy Vandersteen, teleurgesteld over dit alles, wachtte de rechtzaak niet af en wijzigde in augustus 1977 de naam van de serie en natuurlijk ook die van het krantenbijvoegsel in Tits!
Opvallend aan de diverse uitgaves van de albums zijn de verschillende motieven die gebruikt worden voor dit verhaal. De eerste Vlaamse uitgave is van omslag duidelijk anders als die van de vierkleurenuitgave! Iets wat ook opvalt bij De speelgoedzaaier, De IJzeren Schelvis en De brullende berg!
Op klaarlichte dag wordt Jerom voor de neuzen van onze vrienden ontvoerd! Na enkele onderzoekingen komen zij te weten dat een reizend circus er achter zit. Zij beginnen het circus ongemerkt te infiltreren en stuiten daarbij op intriges die België bedreigen! Ongeacht het levensgevaar, dat er vanuit gaat, lossen zij het raadsel op en bevrijden natuurlijk Jerom, hun vriend.
Tekst: Alain Stienen
Lezers-recensiesWat vinden de lezers van dit verhaal?Bekijk de Lezers-recensies voor dit verhaal. Schrijf zelf een recensie. |