Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske op het WWW
Suske en Wiske

De poezelige poes


Vorige Index
Index
Volgende

Rode reeks no. 155 (1e druk: juni 1975)

De poezelige poes Donderdag 25 juli 1974 konden de lezers van De Standaard de aankondiging van het toen nieuwste Suske en Wiske-verhaal De poezelige poes lezen.
Op vrijdag 26 juli 1974, dus de dag erna, begon de voorpublikatie van het verhaal en die zou eindigen op woensdag 4 december 1974.
Knap een half jaar daarna, in juni 1975, verscheen dit verhaal als eerste druk en kon men het kopen in de winkels.

Katten en de Oude Egyptenaren is een hoofdstuk apart!
Heden ten dage is het bekend dat katten meer dan 10.000 jaar geleden al in de nederzetttingen van het Midden-Oosten leefden en de eerste bewijzen dat mens en kat in Egypte huis en land deelden zijn ongeveer 2.000 jaar oud.
De tempel van Ubasti Het is niet verwonderlijk dat de kat een prominente rol hadden in de Oud-Egyptische samenleving door de veelgodenwereld der Oud-Egyptenaren. In deze godenwereld werden velerlei dieren als belichaming der goden gezien. De valk was de belichaming van de god Horus, de jakhals die van de god Anubis en zo ook de kat! De kat was de belichaming van Bastet (ook bekend onder de namen Ubasti en Pasht), de godin van de vruchtbaarheid!
Zo werden katten aanbeden, verzorgd en vertroeteld door de Oude Egyptenaren. De mensen toen gingen zelf zover door de dieren te vereeuwigen in beeldhouwwerken en wandafbeeldingen. Als een kat stierf dan werden er rouwstoeten gehouden en schoren de mensen hun wenkbrauwen af om blijk te geven van hun verdriet. De katten werden vervolgens volgens alle regelen der kunst gemummificeerd en bijgezet in kleine graftombes, vaak ook in omhulsels van kostbaar hout of dure metalen.
Wie in het oude Egypte zonder of met opzet een kat verwondde kreeg een uiterst zware straf opgelegd en degene die een kat doodde werd zelf ter dood gebracht.
De eerste Europeaan die melding maakte van katten en hun status in het Oude Egypte was de Herodotus (*484 v. Chr. - +425 v. Chr.), een geschiedschrijver uit het Oude Griekenland en tevens een van de eersten die zich met kartografie bezig hield. Toen Herodotus de kat voor het eerst in zijn werken vermeldde viel dit samen met de zogenaamde Late Periode (1050 tot 332 v. Chr.) van het Oud-Egyptische rijk en juist in dit tijdperk beleefde de kattencultus haar hoogtepunt.
De naam Cattus werd door de Romeinse schrijver Palladius in de 4e eeuw na Christus voor het eerst gebruikt. Zo mag het dus ook duidelijk zijn dat onze naam kat hiervan afgeleid is. De volledige Latijnse naam voor de huiskat is Felix Cattus.

Suske en Wiske hebben al vaker met farao's en mummies te maken gehad.
Ze kwamen voor het eerst in aanraking met een bewaard gebleven Oud-Egyptische cultuur met hun avonturen in Het zingende nijlpaard (1951) en Het vliegende bed (1959).
Vreemd is wel dat Lambik hier in het verhaal De poezelige poes, kort voordat ze per teletijdmachine naar het Oude Egypte geheveld worden, in strook 70 oppert dat ze misschien prinses Banylon zullen tegenkomen?!!!  Wie Het zingende nijlpaard goed doorleest merkt dat het rijk van prinses Banylon een door de tijd vergeten koninkrijk is, waarin de mensen nog leven naar de waarden en tradities van het Oude Egypte en niet naar die van de moderne maatschappij. Dit is natuurlijk een foutje van de auteur Paul Geerts, ofschoon het eigenlijk had moeten opvallen, want in die tijd leefde Willy Vandersteen, de geestelijke vader van het stripduo nog en die had de eindcontrole over alles wat Studio Vandersteen verliet!
Vele jaren later komen ze weer in contact met de Oud-Egyptische cultuur in De fleurige Floriade (2002). In dit avontuur maakt de achterbakse godheid Seth hen het leven zuur op de Floriade in Hoofddorp, nabij Amsterdam.

Voor degenen die niet weten wat mummies zijn:
Volgens de Oude Egyptenaren leefden mensen en, zoals we hierboven al beschreven, ook dieren na hun dood verder. Als eerbetoon, maar ook om in welbehouden in het Oud-Egyptische hiernamaals te belanden, werd het lichaam der overledene behoedzaam gebalsemd en met wikkels omweven. De hersenen zelf werden vooraf via de neus met een spits voorwerp uit het lichaam gepeuterd en ook de organen werden er vóór het balsemen operatief uit gehaald. Deze werden hierna in kunstzinnig versierde potjes bij het lijk geplaatst. De mummie, het met wikkels omwonden lijk, werd in een sarcofaag gelegd. Deze sarcofaag kon aan de buitenkant rijk versierd zijn met goud en edelstenen. Ook had het de vorm en het uiterlijk van de overledene zelf, maar dit kon nogal varieren, want het uiterlijk van de sarcofaag werd bepaald door de inhoud van de geldbeurs van de familie der overledene.
Daarna werd de sarcofaag in een graftombe met al de aardse bezittingen (ja, óók slaven!!!) in een graftombe geplaatst. Ook hier gold weer de regel, hoe voller de geldbeurs, hoe groter de graftombes!
De piramides van Gizeh zijn de grootste graftombes uit die tijd, want hier werden de koningen oftewel de farao's der Oude Egyptenaren begraven. Bij een begrafenis van een farao vonden dan niet alleen onwillige slaven hun dood, maar ook hogepriesters en de lijfwacht zelf, want de farao zelf was ook een god! ...En een god moest men tot in zijn dood dienen!

Het Oude Egypte bestond van ca. 3000 v. Chr. tot en met de inval van Alexander de Grote (*356 v. Chr. - +323 v. Chr.) in het jaar 332 v. Chr en kende vele tijdperken. Hieronder volgt een chronologische indeling:


Suske en Wiske leren in dit verhaal ook een heuse farao kennen, nl. farao Tut - Smos - Tis!  Alhoewel... deze farao heeft in werkelijkheid nooit bestaan!
Een van de bekendste farao's uit de geschiedenis is Ramses II (*1298 v. Chr. - +1213 v. Chr.)!
Een farao is een koning met goddelijke status. Het woord zelf is afgeleid van de woorden Per aa en betekent zoveel als groot huis of paleis. De Oude Egyptenaren zelf hadden het niet over de farao, meaar zei tegen hem n.soet (uitgesproken als nesoet) en vertaald betekent dit koning. Dat de geschiedkundigen en wij in het algemeen farao zeggen ligt aan de bijbel waar in het boek Exodus het woord farao gebruikt wordt. Geschiedkundigen hebben het overgenomen en sindsdien is het woord farao algemeen gangbaar.

De eerbied voor de overledenen duurde toch niet lang, want grafrovers plunderden niet lang daarna de graven en pyramides leeg. Door de eeuwen heen kwam menig mummie te voorschijn en men begon ze tegen grof geld te verkopen aan de een of andere rijke zonderling of ze werden gemalen om dan als medicijn te dienen! Dit zijn maar enige van de vele macabere voorbeelden hoe het lot van een mummie er uit zag. Dit veroorzaakte bij nabestaanden, maar ook bij de plaatselijke bevolking, door de eeuwen heen woede. Om er iets tegen te doen werden er vloeken uitgesproken en dan niet alleen om de graftombes te beschermen!
Ook werden mummies vloekopwekkende krachten toegeschreven, zodat de ziel van de overledene terug zou keren in de mummie en dan uit wraak de grafschenners zou vermoorden.
Dit thema werd natuurlijk door Hollywood en andere filmmetropolen omgezet in horror- en actiefilms! Eén van de bekendste hiervan is The mummy uit het jaar 1932, met Boris Karloff (*1887 - +1969) in de hoofdrol.
In 1958 volgde The mummy met Peter Cushing (*1913 - +1994) en Cristopher Lee (*1922).
Dan zag in 1967 The mummy's shroud het daglicht.
De combinatie actie met horror deed het vooral goed in de superbe film The mummy uit het jaar 1999. De sequel deed niet lang op zich laten wachten. Al in het jaar 2001 verscheen The mummy returns overal ter wereld op het witte doek.

Ook zijn er genoeg stripverhalen en -reeksen die iets te doen hebben met het Oude Egypte of zich zelfs geheel afspelen in die tijd, zoals de reeksen Papyrus van Lucien De Gieter (*1921) en Keos van Jacques Martin (*1921) en Jean Pleyers (*1943). Een andere striptweedeler waar het om het Oude Egypte gaat is het magistrale Het geheim van de grote pyramide uit de reeks Blake en Mortimer van Edgar P. Jacobs (*1904 - +1987).

Opvallend, net als bij andere voorpublicaties van Suske en Wiske-verhalen, is ook hier weer dat de aankondiging niet houdt wat het belooft!
In deze aankondiging werd beloofd dat Jerom met zijn kracht de woestijn zou laten beven! Je ziet in de achtergrond hoe een grote stenen sfinxbeeld siddert, maar in het verhaal zelf is hier niets van te bespeuren, buiten dat Jerom met zijn krachtige adem een kleine zandstorm veroorzaakt om een tempel schoon te krijgen.

Lambik op de vogeltjesmarkt
In strook 5 bezoekt Lambik de "Vogelemarkt". Dit is een geen vogelmarkt in de zin van het woord, maar een enorme rommelmarkt in het centrum van Antwerpen! Niets wat je kan bedenken vind je niet op deze markt. Of het nu oude Sus en Wisses zijn, een parkiet, een fluitketel of een hond. Je vind het er! De "Vogelemarkt" is steeds op zondagmorgen van 9 tot ongeveer 14 uur!

Meteen in het begin van strook 83 zingt Wiske het lied Come on, let's twist again! De zanger Chubby Checker (*1941) had er in 1961 een wereldwijde hit er mee en zelfs anno 2006 tourt hij er weer mee rond en zowel jong als oud kent dit lied. De twist is trouwens een op de rock'n roll gebaseerde dansstijl.

De Oud-Egyptische hogepriester in dit verhaal heet Abboe - Simpel!
Het hoeft niet verklaard te worden dat dit spottend bedoeld is, maar deze hilarische naam is ook afgeleid van één van de bekendste Oud-Egyptische bouwwerken, namelijk Aboe-Simbel, dat in de jaren 60 door de bouw van de Assoean-stuwzee bedreigd werd! Door internationale hulp heeft men dit prachtige monument binnen vier jaar tijd (1964-68) kunnen redden.

In strook 122 zien we een anachronisme! Wiske smijt de farao een tomaat op zijn voorgevel. Dit kan niet, want eerst de Spanjaarden brachten omstreeks het jaar 1500 vanuit Zuid-Amerika de tomaat mee naar Europa!!!!

Samenvatting

Jerom opent de sarcofaag Op een zondag ziet Lambik op de "Vogelemarkt" een bijzonder mooie witte kat met een zwart puntje aan haar staart. Ondanks al het verkoopvaardig kunnen van de marktkramer koopt Lambik het dier niet en gaat bij Sidonia thuis eten. Op dat moment worden ze opgebeld door professor Barabas, die hen uitnodigt om een groot geheim te onthullen. Meteen gaan ze naar de professor. Ondertussen is ook Jerom aangekomen. Niet lang daarna presenteert de trotse professor een Oud-Egyptische sarcofaag, die hij met toestemming van de Egyptische overheid voor verdere studies mag onderzoeken. Jerom opent de sarcofaag, maar tot hun teleurstelling zit er niets in! Geen mummie! Helemaal niets! Nogal kwaad trapt Wiske tegen de eeuwenoude grafzerk en opent daardoor een verborgen ruimte, waarin een gemummificeerde kat zit, een oude vaas en een stuk papier.
Door middel van boeken weet de professor het stuk tekst met hïërogliefen op het papier te vertalen. Hierin staat dat alle witte katten met een zwart puntje aan hun staart en hun nakomelingen iets te doen hebben met een wereldwonder, het geheim van Ubasti en een diadeem! Wiske vraagt zich af of zulke katten wel bestaan. Iets waar niemand een antwoord op kan geven, buiten... de van eigendunk opgeblazen Lambik!
Zonder veel tijd te verliezen gaan de twee kinderen met Lambik terug naar de "Vogelemarkt", maar stellen vast, dat Maroef, de witte kat met het zwarte puntje aan haar staart, verkocht is. Teleurgesteld gaan onze vrienden weer naar huis terug.

Weken later ontdekt Lambik tijdens een late wandeling waar Maroef terechtgekomen is, nl. bij het licht asociale echtpaar Jeanne en Juul.
Het echtpaar wil de volgende morgen op vakantie gaan en Juul vat het plan op om tijdens de rit Maroef, de witte kat, uit de auto te kegelen en als ze weer terug een nieuwe te kopen.
De volgende morgen keert Lambik samen Suske en Wiske terug naar de woning van Jeanne en Juul, waar ze van de buurvrouw te horen krijgen dat het echtpaar al op weg is met vakantie en dat ze Maroef uit de auto willen smijten. Er blijft onze vrienden niets anders over als meteen de achtervolging in te zetten. Na een tijd weten ze Jeanne en Juul te stoppen, maar het kwaad is al geschied. Ze hebben Maroef twintig kilometer eerder uit de auto gekegeld.
Zo'n twintig kilometer terug komt ondertussen het arme witte katje weer bij haar positieven, maar krijgt het steeds te verduren. Dan landt het arme beest in de val van een stroper, om vervolgens opgejaagd te worden door een bulldog en uiteindelijk met een steen om hals in het kanaal te belanden door toedoen van een kattenhater. Suske en Wiske, die toevallig in de buurt zijn, zien het gebeuren. Suske springt onmiddelijk in het kanaal en weet Maroef op het laatste nippertje te redden.
Thuis weten onze vrienden Maroef weer op te knappen en de dagen erna begint professor Barabas met zijn onderzoeken om het geheim van Ubasti op te lossen. Echter... het levert geen resultaat op.

Ten einde raad stuurt de professor de twee kinderen, Lambik en Jerom met de teletijdmachine naar het Oude Egypte om daar het raadsel van Ubasti op te lossen.
Eenmaal in het Oude Egypte aangekomen, verstoren zij in een oase in de woestijn de processie ter ere van de godin Ubasti. De hogepriester Abboe - Simpel is ten zeerste ontstemd en laat hen gevangen nemen, zodat ze als slaven aan de bouw voor de nieuwe tempel voor de godin moeten werken.
Ondanks dat Jerom erbij is laten ze zich gevangen nemen, zodat ze te weten komen waar de godin Ubasti zit. Het gaat niet lang goed, want Wiske luistert niet naar de bevelen van Abboe - Simpel. De soldaten grijpen in, maar Jerom slaat ze bont en blauw. Na het gevecht slaan de soldaten op de vlucht. Nu nemen onze vriende een loopje met de hogepriester en laten zich weer vastbinden, zodat hij hen naar de tempel van Ubasti leidt. Niet lang daarna staan ze voor het bouwwerk. Wiske vraagt nu naar het geheim van Ubasti, dit wil de hogepriester echter niet verklappen.

Plots steekt een enorme zandstorm op en na afloop van de storm bedekt het woestijnzand de helft van de tempel.
Abboe - Simpel is nu ontroostbaar, want farao Tut - Smos - Tis komt morgen een eredienst voor Ubasti bijwonen. De hogepriester vreest dat hij nu voor de krokodillen wordt geworpen.
Jerom wil wel helpen, maar heeft een voorwaarde, dat Abboe - Simpel het geheim van Ubasti moet verklappen. Na enige tijd geeft de hogepriester toe en Jerom ruimt het zand op door het met zijn krachtige longen weg te blazen.
Onze vrienden gaan nu samen met de hogepriester de tempel in. Om het geheim te ontsluieren moet de hogepriester een witte kat met een zwart puntje aan haar staart hebben. Gauw hebben ze zo'n dier en naderen het hart van de tempel: het altaar met daarachter het gigantische standbeeld van een Oud-Egyptisch uitziende kat. Op haar voorpoten rust een groen kussen met het diadeem, waarvan sprake was op het stuk papier.
Abboe - Simpel zet de witte kat nu het diadeem op haar kop en tot grote verwondering van onze vrienden begint het dier te zingen! Opeens hoort men buiten lawaai. De farao is vroeger dan verwacht aangekomen, maar ook de kat is met het diadeem verdwenen.
Rap verkleedt Wiske zich als kat en even later als de farao in de tempel is, begint Wiske te zingen. De farao krijgt het op de heupen, want volgens hem is Wiskes gezang een akoestische verkrachting en schreeuwt: "Heiligschennis!".
Wiske pikt dit niet en smijt de farao een overrijpe tomaat op zijn gezicht. De lijfwacht van de farao grijpt in en op het laatste nippertje flitst professor Barabas onze vrienden weer terug naar huis.

Al gauw hebben onze vrienden door dat Lambik het diadeem meenam uit de tempel. De witte kat was er dus niet mee verdwenen.
Even later haalt tante Sidonia Maroef. De professor zet het dier het diadeem op haar hoofd en... Maroef begint als een virtuoos te zingen!
Per toeval wandelt buiten Trifon Remolo, de direkteur van de grote opera, voorbij en hoort het prachtige gezang van Maroef. Hij is zo enthousiast over het gezang, dat hij meteen aanbelt. Sidonia doet de deur open. In de veronderstelling dat het sidonia is die zo prachtig kan zingen maakt de direkteur haar complimenten. De vergissing wordt opgehelderd en de direkteur zal er zorg voor dragen dat Maroef zangles krijgt door de primadonna De Grote Klep.
Meteen met de eerste zangles beginnen de complicaties, want de primadonna en Maroef worden steeds bedreigd door ongure elementen, de gebroeders S en L. Oebers. Steeds weten onze vrienden de aanslagen te verijdelen.
Operaster Maroef De dag nadert voor Maroef door een optreden in de grote opera. Maroef wordt aangekondigd door directeur Remolo en niet lang daarna begint ze tot grote verukking van het publiek te zingen. Na het eerste bedrijf krijgt Maroef een staande ovatie van het publiek, maar ook wordt zij weer bedreigd door een van de bandieten. Lambik waarschuwt luidkeels, dat Maroef bedreigd wordt door een bandiet. Hierop valt het licht uit in de gehele opera. Jerom weet zich te helpen door zijn ogen weer als schijnwerpers te gebruiken en zie aan... de twee bandieten proberen de witte kat te ontvoeren, maar worden ook nog geholpen door de primadonna.

De politie vangt het drietal en De Grote Klep biecht op dat zij jaloers is op de practige stem van de kat en haar daarom wilde laten ontvoeren. Het programma wordt voortgezet en Maroef oogst grote bijval bij het publiek.
Later tijdens de receptie verschijnen plots Jeanne en Juul en zij eisen Maroef op. Lambik protesteert, maar door de koopakte is Maroef het wettige eigendom van Jeanne en Juul.
Het echtpaar verdwint met de witte kat en terwijl onze vrienden nog aan het discussïeren zijn, schiet het Wiske te binnen dat Maroef het diadeem op haar kop heeft. Meteen beginnen onze vrienden met de achtervolging. Buiten steekt een storm op en juist als onze vrienden de woning van Jeanne en Juul bereiken rukt de wind een schoorsteen van het huis af. De schoorsteen dreigt nu Juul te verpletteren, maar Maroef grijpt in en redt haar baas het leven. Dit opent Juul zijn ogen, nadat hij altijd zo slecht voor haar geweest is.
Wiske stelt voor dat Maroef nu moet beslissen waar zij het liefst zou willen wonen. Maroef kiest voor Jeanne en Juul. Suske ontdekt het kapotte diadeem tussen de naar beneden gevallen schoorsteen en daarmee is het avontuur afgelopen. Onze vrienden keren huiswaarts om wafels te eten.


Tekst: Alain Stienen

Aankondiging in 'De Standaard'